Inleiding – wat maakt haken bijzonder – naaldbinden, de voorloper van haken en breien – taalkundig: haken – relaties tussen kant en haakwerk – kant, van meerdere zijdes bezien – kantwerksters, aantallen – kant maken in Ierse Magdalenahuizen – machinaal kantwerk – relaties tussen kant en staaldraad: hekwerk 🙂 – Nederlandse geschiedenis van het haken – wiskunde, inspiratie voor haken – modern kant – wie weet wordt haken mode – Literatuur en bronnen
Inleiding
Het vakgebied van de textiel is uitgebreid. Een van de aspecten waarover ik naar alle waarschijnlijkheid niet zou gaan schrijven leek mij ‘haken’.
Haakwerk kwam in mijn dagelijks leven niet zoveel voor, dacht ik, voordat ik mij de gehaakte spreien van mijn oma herinnerde. De foto’s staan in het hoofdstuk over ‘de jaren vijftig’.
Oh ja…en hoe blij was ik met mijn zelf gehaakte witte katoenen gordijntjes in de zeventiger jaren. Die voelden als een statement: ‘iedereen’ hoorde vitrage te hebben, maar ik had een alternatief: zelf gehaakte gordijntjes en veel hangplanten.
Wat haken betreft: ik zie hoe enthousiast en deskundig Karin Bloemen over haken schrijft, ze toont ook veel instructiefilmpjes….dat niveau ga ik nooit halen en dat hoeft ook niet want het is er al.
Ik zie haakwerk met een glimlach steevast terugkeren in Engelse detectives: wanneer sprake is van een gezin in armoede, een eenzame kruimeldief in een stoffig kamertje, een goeiig alleenstaand familielid waar een vage verdachte altijd nog terecht kan voor een kopje soep….in zulk soort ensceneringen zie je dan: een sprei, een kleed over een stoel met teveelkleurige gehaakte vierkantjes…pas bij het schrijven van dit stukje kom ik erachter dat ze Granny Squares, vierkantjes van oma heten.
De gehaakte patchwork sprei staat dus symbool voor weemoed: ooit woonde hier iemand die tijd en aandacht had om voor kleur en sfeer te zorgen, iemand die van restjes kleurige draadjes nog iets kon maken, maar de sfeer van toen wordt bedolven onder oude kleren en modern hoe-hoort-het-nu-eigenlijk.
In die sfeer zit/zat haken dus voor mij. Wat niet helemaal waar is, want op Pinterest heb ik in de loop der jaren virtueel ‘gehaakte spulletjes’ verzameld. Al die spulletjes zou ik willen maken. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik dat soms heb geprobeerd, maar dat het nog best moeilijk is.
Enfin….en nu schrijf ik toch over haken.

Want…het is mei ’24 en ik ben enkele dagen in Parijs. Er is een nieuw warenhuis geopend, althans een oud warenhuis (Samaritain) is na een renovatie van tientallen jaren weer open.
En wat had ik kunnen kopen als ik daar driehonderd euro voor had willen betalen: tassen met de veelkleurige stukjes haakwerk. In dit geval heeft men ze met een golvende ronde lijn met elkaar verbonden.
En het is geen bevlieging van één inkoper: ook bij een winkel drie straten verderop wordt een gehaakte jurk te koop aangeboden….Normaal worden granny squares wel een beetje dik: er zit veel garen in. Maar deze jurk is gehaakt met zeer dunne draad. Ik schat in dat men inmiddels machines heeft die dit haakwerk kunnen maken.
En vervolgens schieten me aspecten van haken door het hoofd, waarvan ik denk: zou iedereen dat al lang weten? Ik schreef die bijzonderheden op.
Vervolgens ontdek ik dat er een verband bestaat tussen haken en kant en ik zie een hekwerk van ijzerdraad, geinspireerd op kant. Hekwerk/haakwerk: daar zit een hoofdstuk in voor dit blog.
Wat maakt haken bijzonder?
- Haken is een eenvoudige manier om een enkele draad, die snel kapot zou kunnen gaan, sterk te maken. Met de eenvoudigste steek kun je een sterke touwachtige verbinding maken. En eigenlijk kun je daar bijna eindeloos mee doorgaan, tot het dikst en sterkst denkbare ‘touw’.
- En zelfs heb je daar niet eens een haaknaald voor nodig. Je kunt met je vingers vingerhaken.
Vrijwel alle kinderen kunnen het vanaf een jaar of vijf leren. Die eenvoudige steek heet een losse. - Bij haken zijn maar drie steken: de zojuist genoemde ‘losse’, een vaste en een stokje.
- Het is fascinerend eenvouding om werktekeningen te maken van zo’n losse, vaste en stokje.
Beter gezegd: die werktekeningen zijn zeer eenvoudig te lezen. Het maken van geometrische patronen, de meest ingewikkelde, is niet moeilijk, vanwege de leesbare werktekeningen. - Kenmerk van haken is dat je begint aan een steek en die steek wordt steeds helemaal af gemaakt. Je eindigt met een klein lusje dat vervolgens het begin vormt van een nieuwe steek.
- Je kunt met haakwerk heel mooi rechte randjes maken, ook golvende of geschubde randjes.
- Je kunt met haken heel makkelijk ronde vormen maken.
- je kunt golvende motieven maken: dat is niet moeilijker dan een rechte lijn.
- Je kunt met haken makkelijk rechthoekige vormen (van lang en smal tot en met breed en vierkant) maken.
- Met haken kun je makkelijk twee stukken textiel aan elkaar verbinden.
- Wokkelachtige vormen: geen probleem.
- Omdat al die vormen mogelijk zijn, wordt de haaktechniek vaak gebruikt om knuffels te maken.
- Als je als het ware steken overslaat, dan ontstaan gaatjes en daarmee ontstaat ajour.
- Als je haakwerk af is, hoef je enkel te voorkomen dat die laatste steek los gaat. Je haalt eenvoudig de draad door dat laatste ene lusje..
Naaldbinden: de voorloper van haken en breien
Er zijn veel archeologische vondsten gedaan, welke in eerste instantie gehaakt lijken.
Veel van die oude textiele werken zijn echter gemaakt via de techniek van het naaldbinden; ook de term ‘naald knopen’ wordt voor deze techniek gebruikt.
Het is een lusgarentechniek: je gebruikt kortere stukken draad die door elke lus worden getrokken. Het vraagt betrekkelijk veel garen. Als je slofjes of een muts met deze techniek maakt, u raadt het al, dan krijg je bijzonder warme kledingstukken.
Zowel het resultaat als de techniek lijken wel op haken en breien.
Voor naaldbinden gebruik je één naald, zonder haakje.
In Egypte zijn voorbeelden van naaldbinden gevonden die wel 1600 jaar oud zijn. Maar ook Zuid-Amerika en China claimen bekend te zijn met de techniek van het haken vanuit hun oudheid.
Haakwerk kan ook zijn voortgekomen uit Chinese handwerktechnieken die zich verspreidde naar Turkije, India, Perzië en Noord-Afrika.
U ziet: de herkomsttheorie kent nog losse eindjes.
Het haken zoals wij dat kennen, met een haaknaald, is nog niet zo oud. Waarschijnlijk kwam de techniek voort uit het kantklossen. Ook het kantklossen heeft van die duidelijke werktekeningen.
Men wilde grotere stukken kant aan elkaar maken. Als je dat met naald en draad doet, wordt het resultaat niet echt mooi. Maar met haakwerk (werk dat je uitvoert met een haak) kun je de lusjes mooi liggend maken en tegelijk twee delen aan elkaar bevestigen.
Taalkundig: haken
Het Franse woord ‘haken’ is afgeleid van het verkleinwoord ‘croche’ (en dat komt weer van het Germaanse woord ‘croc’). Beide woorden betekenen ‘haak’. Het Engelse woord crochet voor haken is daar dus ook weer van afgeleid. Bij het zojuist genoemde kantklossen duidde de naam haakwerk een steek aan. Maar nog weer later kregen zowel het textiele resultaat als het gereedschap dezelfde benaming.
In Nederland verschijnt in 1823 (zie Engelse Wikipedia in de vertaling) een beschrijving van een open haakwerk; ‘ajour’ haken. Ajour betekent gaatjes. Je kunt het zien als een soort gaas.
In Engeland (1840) werd een haaknaald ook wel herdershaak genoemd. In Engeland definieert men het woord ‘herdersbreiwerk’ met ‘garen met een haak in een lus leggen’.
Dat is precies de definitie van haken.
Van dezelfde auteur komt de info dat haken werd beoefend door de boeren in Schotland.
In de Engelse Wiki komt ook aan de orde dat in de 19e eeuw, toen Ierland werd geconfronteerd met de hongersnood, gehaakt kantwerk werd geïntroduceerd. De productie van gehaakt kant was een alternatieve manier om geld te verdienen voor verarmde Ierse arbeiders. Er werden scholen opgericht om haakwerk te leren. Toen de Ieren naar Amerika emigreerden namen ze deze handvaardigheid mee. In 1846 werd het eerste Ierse patroonboek gepubliceerd. Iers kant werd populair in Europa en Amerika en werd tot aan de Eerste Wereldoorlog in grote hoeveelheden gemaakt.
Op Wolplein.nl lees ik dat Koningin Victoria heeft meegeholpen om het haken groot te maken. De koningin zou 8 sjaals hebben gehaakt (die mufflers werden genoemd), die bestemd waren voor de soldaten in de Engelse Boerenoorlog. Mede hierdoor zou het haken populair zijn geworden.
Relaties tussen kant en haakwerk.
Iers haakwerk lijkt meer op deftig kant dan op mijn idee van haakwerk.
Bij het hierboven beschreven verhaal over haken in tijden van hongersnood denk ik aan het maken van kant, zoals dat in De Gouden Eeuw in Nederland gangbaar was: werk voor de allerarmsten. In dit blog kunt u het vinden bij het onderwerp Textiel in Amsterdam.
En ik herinner me nu ook: het was in de jaren vijftig niet ongewoon om een speciale ontvangstplek te hebben voor bezoek. In Limburg noemde men het de ‘zondagse kamer’. Niet dat er ooit hoog bezoek kwam, maar voor het geval dat…er was ruimte voor keurige ontvangsten. Er stonden meestal twee grote fauteuils met een hoge rugleuning en dat wat nodig was om te roken.
Boven op de stoel lag een wit open gehaakt rond kleedje. Het was gemaakt van dun garen van glanskatoen. Als het werd gewassen diende het ook te worden gesteven. Bij het drogen daarna werd het ronde kleedje met spelden strak gespannen op bijvoorbeeld een hard kussen.
En daarna kon het weer een jaartje keurig wachten op hoog bezoek dat niet kwam. Ik leerde zo’n kleedje haken in het laatste jaar van de basisschool. De lessen leerden me dat het eigenlijk helemaal niet zo moeilijk was: als je lossen, vasten en stokjes kunt maken, dan kun je ook zo’n kleedje maken.
Bij het zoeken naar kennis voor dit hoofdstukje, leer ik dat mensen van stand enorm neerkeken op die gehaakte kleedjes. Die kleedjes hoorden namelijk eigenlijk van kant te zijn.
Ik wist niet dat zo’n gehaakt kleedje bij uitstek dé manier was, waarbij ons soort mensen zich in de kaart liet kijken :-). Het toonde onze eenvoudige komaf en wat nog meer zegt: we hadden het niet eens door.
Misschien is dat wel een van de kenmerken van ongelijkwaardige sociale relaties: het oog van de een valt op een uiterlijk detail van de ander en neemt op basis daarvan het besluit: in jou hoef ik me niet te verdiepen. En vanzelfsprekend heeft die eerste persoon dat niet door.


Een vriendin van mijn batikclub nam bovenstaande kleedjes mee. Nu ik ze zie, kan ik me het gevoel van mijn moeder voorstellen: op al die bruine (rook)stoelen, donkerhouten tafels, nergens iets onnodigs want daar was geen geld voor maar kijk dan eens: zo’n wit kleedje. Het gaf cachet 🙂
Er is een naam voor zo’n kleedje hoog op de rugleuning: anti-makkassartje. Makkassar was de merknaam van een soort haarvet. Nu gebruiken mensen gel om hun haar te stylen en ik herinner mij zelf nog Brylcream. Makkassar zal uit vet hebben bestaan, want als een meneer, het waren altijd meneren die op stoelen met hoge rugleuningen zaten, de leuning met zijn achterhoofd aanraakte, kon de voor de huishouding verantwoordelijke vrouw de vlekken er niet meer uit krijgen.
Een gehaakt kleedje bood dus de oplossing, want linnen of katoen kun je uitkoken.
Een andere relatie tussen kant en deftig is ook: gehaakte kraagjes, die maakte je voor een eenvoudige trui of jurk met een ronde hals. Daar kon je gehaakte kraagjes op dragen. De kraagjes werden na het wassen van trui of jurk even apart erop gezet, met steekjes. Ik heb ze zelf nooit gehad: je imago werd er direct een heel stuk braver van. Was Audrey Hepburn niet een gerenommeerd draagster van zulke kraagjes?
Kant, van meerdere zijdes bezien
- Kant is doorzichtig, transparant. Die doorschijnendheid kan iets sprookjesachtigs hebben.
- Kant is niet functioneel als je denkt aan bescherming of warmte, daarvoor is het te dun. Voor warmte zou het lucht moeten vasthouden, maar met al die gaatjes….
- omdat het niet functioneel is, geeft de drager er een signaal van luxe mee af. Geen wonder dat de Amsterdamse regenten en regentessen hun zwarte kleding graag versierden met kanten weefsels.
- Kant is duur *), dus de drager geeft er de boodschap mee af: ik ben rijk.
- Kant is aantrekkelijk: in de overdrachtelijke zin van het woord, het is mooi om te zien, maar ook in de sensuele betekenis van het woord: lingerie is niet zelden voorzien van een kantje, ondergoed van kant….
*) Kant is duur, omdat de handelaren zich realiseren dat het zo’n gewild product is. Voor degenen die het kant maakten, het is enorm arbeisintensief, ontvingen er zo goed als niets voor. Daar zit een analogie met de moderne tijd: de tassen van een duur Frans merk, ze worden voor duizenden euro’s ge/verkocht, zijn qua productiekosten enkele tientallen euro’s waard. De arbeiders worden uitgebuit.
Terug naar de Gouden Eeuw: de rijke regenten en ook priesters waren dol op kant.
In Vlaanderen werd de school voor kantklosters opgericht door een priester.
Onder het bovenkleed van de priesters (dat meest in het oog springende deel heet een kazuivel) dragen priesters een wit kleed. En dat witte kleed is aan de randen één en al kant.
Het geld dat de afnemers ervoor betaalden, kwam niet bij de kantwerksters zelf terecht.
Bijvoorbeeld in Vlaanderen, werd en wordt tot op de dag van vandaag gekantklost. Ik leer dat er in Vlaanderen nog steeds een opleiding bestaan tot kantkloster.
Graag verwijs ik u door naar een al bestaand blogbericht over kantklossen: bij textielliefde, aflevering 6 en 7 gaat het uitgebreid over kantklossen in Vlaanderen.
Jan ter Heide, schrijver van het blog Textielliefde beschrijft de sociale omstandigheden zeer beeldend. Ik kan zijn informatie niet verbeteren dus ik verwijs u naar dat artikel: http://www.textielliefde.nl
Hij beschrijft een aantal aspecten uit de kantkloswereld, die 100% overeenkomen met andere verhalen uit de textielwereld.
- Bijvoorbeeld dat je het vak moest leren bij een lerares. Maar dat je, onder het mom van een opleiding jarenlang voor niets moest werken. Ditzelfde opleidings/uitbuitingssysteem wordt ook beschreven bij de Amsterdamse ateliermeisjes.
- En als je dan volleerd kantwerkster was, dan diende je je diensten aan te bieden aan een kantkoopvrouw. De ‘spellewerkster’ was verplicht om het kussen, garen en de klosjes bij haar te kopen. Dat lijkt op de handelaren in stof die het weefwerk afnamen.
- In 1919 bedroeg een weekloon voor 60 uur klossen vijf en een halve Belgische franc. En hoeveel was een Belgische frank toen waard? dat heb ik even opgezocht (Nederlandse poezie.org) één Belgische Frank was een halve gulden waard = 50 cent. Maar de meeste lezers zullen de gulden niet meer kennen :-). Vijf en een halve frank is in euro’s € 1,10.
Dat doet toch wel sterk denken aan de weeklonen van de textielwerkers in Bangla Desh en aan het weekloon van de kantwerksters in Engeland. - Kantwerksters zijn elkaars concurenten: de kantkoopvrouw kon de kantwerksters tegen elkaar uitspelen. Dat lijkt wel op de positie van de huidige wereldbedrijven (ze noemen zich producent, maar ze maken zelf niets) die opdrachten wegzetten bij de fabriek die dat het goedkoopst voor ze doet.
En dan hebben we het niet over de arbeidsomstandigheden in die tijd: kantklossen met een linnen draad kon het best in vochtige ruimtes plaatsvinden. Want droogte is niet goed voor de kwaliteit van de draad. En waar was het vochtig? In kelders.
Aantallen kantwerksters
Rond 1900 zijn er in Belgie ongeveer 50.000 kantwerkers.
Op een bevolking van ruim zeseneenhalf miljoen.
Rond 1910 zijn er 80.000. In 1910 zijn er bijna zeveneneenhalf miljoen inwoners.
Kant maken in Ierse Magdalenahuizen
Op 21 november 2024 vindt de premiere plaats van de film Small Things Like These, gemaakt door regisseur Tim Mielants.
In Ierland bestonden van 1922 – 1996 een tiental commerciële wasserijen, die onder een dikke Katholieke dekmantel vrouwen in slavernij lieten leven en werken, werken, werken.
U leest hierover in Wikipedia bij Magdalenahuizen; staat en kerk werkten samen om vrouwen te onderdrukken. Staat en kerk waren eigenlijk synoniem.
In het item van Nieuwsuur over de film komt een Ierse mensenrechtjuriste aan het woord. Haar naam is Maeve O’Rourke.
Zij benoemt hoe de instellingen geld verdienden. Zij noemt ook ‘het maken van kant, dat zeer lucratief was voor de Katholieke Kerk.’
In het artikel van Wikipedia worden naaien en borduren genoemd als activiteiten waartoe vrouwen verplicht werden.
Het maken van kant, onder mensonterende omstandigheden is dus niet alleen iets van eeuwen geleden.

Een schilderij van een kantklosmeisje, geschilderd door Caspar Netscher.
Deze foto komt uit een Engels boek, waar de titel luidt ‘The lacemaker’,
Het is een klein schilderij: 34 x 28 cm, olie op canvas doek uit 1664.
Met haar rechterhand manipuleert ze de klosjes met het garen.
Met haar linkerhand zet de kantmaakster de zojuist gemaakte steek (voorlopig) vast.
Caspar Netscher is geboren in Praag in Tsjechie (Maar ook Heidelberg wordt genoemd als geboorteplaats) 1639 en hij overleed in Den Haag in 1648.
Machinaal kantwerk
De kantwerksters verdwenen toen er machines kwamen die hun werk konden overnemen. Werkende machines zijn te zien in de Kantfabriek in Limburg. Net als de Jacquard weefmachines (zie Textielmuseum wordt industriemuseum) werken ze met ponskaarten.
Oppervlakkig gezien lijkt het misschien een aardig vervolg op het ambacht. Het uitbuiten van die jonge meisjes en moeders…..
Hoe ontstond kant?
In het boek 5000 Years of Textiles wordt beschreven hoe lace/kant is ontstaan.
Kant maken is een aparte techniek: zoals haken, breien of weven textiele technieken zijn.
Het boek zoekt naar een definitie van kant. Ze komen al zoekend uit bij: het is een opengewerkte, geconstrueerde stof. Ze is opgebouwd door draden te krullen, in een lus te leggen (looping), te vlechten (plaiting) of te draaien (twisting). Als gereedschap gebruikt men een naald of klosjes.
Het boek noemt ‘het net’ als een basisbegrip om kant te maken.
Ah…:-)…vanaf nu denk ik bij het netje van de sinaasappels aan kant.
Het boek noemt ook andere technieken waarmee je opengewerkt textiel kunt vervaardigen.
Haken noemde ik al, maar je kunt ook open breiwerk maken en macramé en sprang.
(Ik schreef op dit blog niet eerder over sprang. Het is een textiele techniek; de oudste waarschijnlijk. Het staat ook bekend als Egyptisch vlechtwerk.
Voor nu verwijs ik naar http://nl.m.wikipedia.org – sprang
Echt kant is echter vanuit één losse draad gemaakt óf door een naald óf door klosjes.
De deskundigen denken dat kant bestaat vanaf eind veertiende eeuw.
In Italie, Frankrijk en Belgie had kant de fijnste kwaliteit, maar het is over heel de wereld vervaardigd: andere Europese landen en ook de Philippijnen, China, Centraal en Zuid-Amerika.
Als garen voor kant worden linnen, zijde, al dan niet omwikkeld met gouddraad, genoemd.
Er bestaat ook zogenaamd ‘boerenkant’ – u begrijpt die naam is niet van mij – van katoen en wol.
Het boek noemt kantmaken bijzonder arbeidsintensief en ambachtelijk hoogstaand.
De vaardigheid werd vrijwel alleen door vrouwen beheerst.
Een paar centimeter per dag…meer kan je per dag niet maken.
Naaldkant is voortgekomen uit opengewerkt borduurwerk.
Zelf dacht ik opengewerkt borduurwerk nog te kennen als ajour.
Je hebt een stukje geweven stof en daar worden breedtedraden uitgehaald. De overblijvende draden worden dan om elkaar heen gelegd of op een andere manier met kleine steekjes aan elkaar verbonden.
Ik dacht dat dit type kant dat dus een stukje geweven stof als basis heeft, reticella wordt genoemd.
Maar wanneer ik me orienteer op internet begrijp ik dat ik mijn vermeende kennis over ajour niets te maken heeft met het kant van eeuwen geleden. Ik geef verwijzingen naar de sites met beschrijvingen en vooral met foto’s. Het klinkt misschien gek, maar ik schrik van de kwaliteit: die is ongekend hoog. En zoals we vanuit de topsport weten: je krijgt alleen topprestaties, ogenschijnlijk van individuele topsporters, wanneer je als samenleving kunt putten uit een groot reservoir waarin dat talent zich na intensieve scholing in een daartoe aangepast sociale omgeving jarenlang kon ontplooien.
Ik noem de sites en verwijs vooral naar de getoonde afbeeldingen van het werk:
http://trc-leiden.nl – reticella en nl.wikipedia.org/wiki/reticella en http://en.wikipedia.org/wiki/Cutwork en http://en.wikipedia.org/wiki/Reticella en wiki/drawn_thread_work”>https://en.wikipedia.org>wiki/drawn_thread_work
Het beginpunt van kant ligt bij het moment dat deze basis van geweven stof werd verlaten. De steken werden nieuw opgebouwd vanaf een tijdelijke basisondersteuning van perkament. Het ontwerp van deze naaldkant werd getekend op het perkament.
De festonsteek, de meesten van ons kennen het als knoopsgatsteek, is een veel gebruikte steek bij naaldkant.
Relaties tussen kant en staaldraad: hekwerk 🙂
Grappig dat mensen van goede komaf zo duidelijk het verschil in stand en cultuur waarnemen tussen kant en gehaakte kleedjes. En de mensen die trots zijn op hun kleedjes hebben niet in de gaten dat ze zich in de kaart laten kijken. Misschien werkt dat bij standsverschillen wel vaker zo: de zogenaamd hogere klasse heeft een onzichtbare, niet algemeen bekende norm.
Met een grote glimlach zie ik dat hedendaagse ontwerpers van hekwerk zich hebben laten inspireren door haakwerk of zo u wilt door kant.

Bij de fietsenstalling van het metrostation Rodenrijs wordt het hekwerk versierd met dit motief in ijzerdraad. De versiering lijkt mij geinspireerd op kantwerk. Een ijzeren draad is ook een draad.
Bij traditioneel borduren, bijvoorbeeld op een merklap, werk je op basis van een stramien: de lengtedraden van het weefsel en de inslagdraden van de stof vormen tot op de millimeter een raster. Kippengaas kun je ook zien als raster en dan kun je daar ook op borduren :-). Je kunt ook met staaldraad borduren.

In de zomer van 2023 was in het wereldmuseum in Rotterdam een tentoonstelling over borduren in combinatie met kleding maken, de ambachtelijke aspecten en de betekenis ervan.
De titel van de expositie: GEEN WOORDEN, MAAR DRADEN.
Heel stoer om de entree van de tentoonstelling vorm te geven op kippegaas. De letters zijn geborduurd met een soort lontdraad.
En hoe mooi werkt de schaduw mee. Het maakt deze aankondiging eigenlijk driedimensionaal.
Nederlandse geschiedenis van het haken
Haken hóeft niet per definitie meer garen te kosten dan breien (je kunt een dunnere haaknaald en dunner garen nemen) maar in zijn algemeenheid wordt toch wel gedacht dat haken meer draad vraagt dan breien. In de tweede Wereldoorlog was garen op de bon, schaars dus. Om die reden wordt er vanaf de Tweede Wereldoorlog minder gehaakt dan daarvoor.
Inspiratie voor haken uit de wiskunde
Met haken kun je draaiingen in de ruimte maken. Blaadjes van een plant kunnen bijvoorbeeld op meerdere manieren een gekrulde vorm hebben. Als je haakt is het niet moeilijk om dat zwevende, grillige resultaat te verkrijgen.
Als u op internet zoekt naar de Möbiusring (dat lijkt even een gewone ronde ring, totdat je ontdekt dat je met je vinger eindeloos langs de rand kunt gaan en uitkomt aan de andere kant zonder dat je een einde of begin tegenkwam). Met papier is het niet moeilijk om een Mobius-ring te maken. Je neemt een strook, je doet plaksel aan één van de korte zijden. Dan plak je de twee korte zijden aan elkaar, maar je draait één kant om. Je krijgt dan een oneindige baan. u zult ‘m herkennen uit de etsen van Esscher. In de papieren geplakte versie heb je natuurlijk wel een zichtbare naad.
Als u de Mobiusring haakt, het kan dan een soort sjaal zijn, heeft u geen zichtbare naden.
Maar nóg spectaculairder is het verhaal van de hyperbolische ruimte….er was eens…
Er was eens en gelukkig is ze er nog steeds een universitair docent wiskunde. Ze heet Daina Taimina. Ze komt uit Letland.
We kennen wel het woord exponentiële groei. U weet wel: het verhaaltje van het schaakbord…. een koning had de oorlog verloren en na alle verliezen had hij nog slechts een kleine wens: één graankorrel in het eerste vak van het schaakbord, twee korrels in het tweede vak van het schaakbord, vier korrels in het derde vak en zo steeds verdubbelen tot alle vakjes van het schaakbord gevuld zijn.
Als je een beetje over de helft van de vakjes op het schaakbord bent, heb je een hoeveelheid graan die geen land ter wereld in een jaar kan produceren.
Eén A4-tje tientallen keren dubbel vouwen is een variant op het schaakbord.
Welnu; die exponentiele groei bestaat ook bij ruimtelijke vlakken. Een bol is naar binnen gekeerd, maar een halve bol binnenste buiten keren en meerderingen aanbrengen in de rand is min of meer de manier waarop we ons de vorming van het heelal mogen voorstellen.
Dat was nog nooit ruimtelijk uitgevoerd en men noemt het hyperbolen. Voor iemand die kan haken is het geen moeite. Wikipedia: ‘Voeg bijvoorbeeld voor elke vijf steken in de tweede rij en extra steek in de tweede rij toe. En voeg een extra steek in de derde rij toe voor elke vijf steken in de tweede rij. Het aantal steken neemt met exponentiele snelheid toe. Omdat de rijen langer, maar samengevoegd zijn, begint het materiaal zich al snel op een interessante manier te vouwen.
Dit alles maakt wel duidelijk hoe de wiskundewereld (van mannen) geheel los heeft gestaan van de textielwereld van vrouwen. Dat meerderen, die hyperbole vormen kent iedere breister of haakster die wel eens een rokje voor haar kind heeft gehaakt of gebreid of een zonnehoed met een golvende rand.
We begrijpen: Taimina werd ook populair als textielkunstenaar. Wikipedia: ‘In juni 2005 werd haar werk in de tentoonstelling ‘Not the knitting you know’ voor het eerst als kunst gepresenteerd. ‘ Taimina schreef meerdere boeken.
Modern kant
In 2022 was in De Kantfabriek een tentoonstelling van Mariet Visser. Ze maakte deel uit van een groep moderne kantklosters: Experikant
Ik laat u twee werken zien


Wie weet wordt haken mode
Ik laat u nog wat foto’s zien uit Parijs. Het waren niet alleen de dure tassen die ik zag in het deftige warenhuis.


Hierbij een gehaakt jurkje, zoals ik het zag in een etalage in Parijs, mei ’24. Het is gemaakt van dun garen. Op de ruit van de etalage staat een tekst over stijl, citaat van Orson Welles: ‘Stijl is weten wie je bent en weten wat je wilt vertellen. Verder niets.’
De originele tekst op het etalageraam: Style is knowing who you are, what you mean en don’t care.
ILLUSTRATIES – de foto’s maakte ik zelf
LITERATUUR
- Needlebinding.com. In Scandinavie is naaldbinden nog altijd een gangbare techniek. Dat kun je zien op deze site met veel instructievideo’s.
- Boek: 5000 years of Textiles. Edited by Jennifer Harris. Uitgegeven door British Museum Press, in samenwerking met The Whitworth Art Gallery, de universiteit van Manchester en het Victoria and Albert museum. Uitgegeven in 1993. ISBN 0-7141-1769-2.
- Karin Bloemen – You Tube filmpjes: een goede pleitbezorger voor het haken en inspirerende duidelijke instructievideo’s – Karin Bloemen schrijft veel boeken over haken.
- Geschiedenis van het haken. http://www.wolplein.nl
- Pinterest: MarijAdriaens – gehaakte spulletjes.
- YouTube: filmpje over naaldbinden: als u bij zoekmachine intypt ‘de textieltechniek van het naaldbinden’ krijg je diverse andere filmpjes.
- Wikipedia (Engels- vertaald naar het Nederlands) Haak. Uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van haken. Zeer rijk artikel.
- Christa Prins.wordpress.com
- Googelen op internet of Ravelry of Pinterest: gehaakte möbiusring.
- Caroline Criado Perez – Onzichtbare vrouwen – Prometheus, blz 347 e.v. over wiskundige, textielkunstenares Daina Taimina over gehaakte hyperbolische ruimte.
- Wikipedia: Daina Taimina
- Blog: Textielliefde, nr 6 en nr 7: de andere kant van kant, geschreven door Jan ter Heide.
- Boek: Kant in Brugge 1911.
- Experikant
- Wikipedia: Magdalena wasserijen
- Programma Nieuwsuur – NPO 2 – 21 november 2024 – laatste item – over de film: Little Things like These
- Sites over kantmaken met afbeeldingen:
http://trc-leiden.nl – reticella en nl.wikipedia.org/wiki/reticella en http://en.wikipedia.org/wiki/Cutwork en http://en.wikipedia.org/wiki/Reticella en https://en.wikipedia.org>wiki/drawn_thread_work
laatste bewerkt: 24 – 01 – 2025
