Schilderij gemaakt door Malik Aksel. Kunstschilder uit Turkije 1903 – 1987
Leven in gescheiden werelden – Is het erg om geen naam te hebben, om onzichtbaar te zijn? – Werken met textiel speelt zich vaak af in aparte ruimtes – Onzichtbaarheid omdat het daglicht niet te verdragen is – Meerdere manieren om vrouwen in onze tijd onzichtbaar te maken – Het Mathilde-effect, het Mattheus-effect – De maakster wordt niet vermeld – Waarom zichtbaarheid belangrijk is – Als je niet wordt gezien, dan blijf je alleen – Het belang van het hebben van een naam – Meerdere manieren waarop vrouwelijke onzichtbaarheid ontstaat – voorbeelden buiten de wereld van textiel – Voorbeeld van zichtbare vrouw van naam in de textiel: Henriette Beukers – Lenferink – Voorbeelden van onzichtbare maaksters in de wereld van textiel.
Leven in gescheiden werelden
Het is geen aantrekkelijke invalshoek voor een nieuw blog: aandacht vragen voor mensen of activiteiten die over het hoofd worden gezien.
Misschien, dacht ik, kan ik via sprookjes een toegankelijke invalshoek creeren; het meisje met de zwavelstokjes bijvoorbeeld. Daar zie je twee werelden die fysiek dicht bij elkaar liggen en toch kan de één niets voor de andere betekenen. Ze zien elkaar niet.
En ik dacht aan het sprookje van Vrouw Holle. Daar komt de hoofdpersoon, een hard-werkende dochter van een onaardige stiefmoeder, via de put letterlijk in de onzichtbare onderwereld terecht.
En wat blijkt (zie Wikipedia) die stiefdochter zat heel de dag te spinnen aan de rand van de put.
Door het harde werken gaan haar handen bloeden. Ze wil het bloed wegwassen, maar de spinspoel belandt daarbij in de put. En zo belandt het meisje via die put in de onderwereld van Vrouw Holle.
Als het meisje het kussen van Vrouw Holle opschudt, gaat het in de bovenwereld sneeuwen.
Vrouw Holle blijkt de beschermvrouw van de spinsters en de wevers te zijn.
Nou ja…:-)…Vrouw Holle bij wikipedia…alleen al in de getoonde illustraties kan ik mezelf verliezen en het is wonderbaarlijk waar Vrouw Holle allemaal symbool voor staat en ongelooflijk in hoeveel culturen en mythologieën varianten van dit sprookje voorkomen. Bijvoorbeeld in de Noorse mythologie: daar is een godin die de wolken spint.
Is het erg om geen naam te hebben, om onzichtbaar te zijn?
Onzichtbare vrouwen. Het zou de ondertitel kunnen zijn van heel dit blog Textielkunde.
Is het thema ‘onzichtbare vrouw’ een aparte bespreking waard?
Niemand is letterlijk onzichtbaar, iedereen heeft een naam….dus het is eigenlijk geen onderwerp….spreek ik mezelf toe.
Maar toch…de betekenis van ‘zichtbaar zijn’ wordt bijvoorbeeld duidelijk na landelijke verkiezingen
als de stemmen zijn geteld. De politieke partijen krijgen fysieke stoelen toebedeeld in de Tweede Kamer.
Ieder kamerlid wil dan graag de zitplaats waarbij je als vanzelf in beeld komt, wanneer een willekeurige ander naar de interruptiemicrofoon loopt. Hoewel het debat niet om jou draait, kan de camera niet om je heen. Als vanzelf ontstaat de vraag: wie is die man-vrouw? En dan wordt je naam genoemd: the one and only….:-)
Gezien worden en gezien zijn: ze zijn vaak synoniem.
En het belang van gezien worden telt ook letterlijk bij de huidige media: hoeveel kijkcijfers heeft een programma, hoeveel views heeft een bericht op Insta?
Natuurlijk zijn we allemaal zichtbaar, maar als niemand naar je kijkt, als niemand jouw werk opmerkt, dan voelt het, ís het alsof… je niet wordt, niet bent gezien.
Natuurlijk zijn we allemaal zichtbaar, maar als niemand naar je kijkt, als niemand jouw werk opmerkt, dan voelt het, is het alsof…je niet wordt, niet bent gezien.
Gezien zijn…. iemand ziet wie jij écht bent, misschien is het zelfs een omschrijving van wat liefde is.
In Nederland zeggen we ‘Ik hou van je.’ In België zeggen ze: ‘Ik zie u graag.’
Ik associeer verder…de laatste pagina van het boek De Avonden van Gerard Reve eindigt met de zinnen: ‘Het is gezien. Het is niet onopgemerkt gebleven.’
Als je te weinig wordt gezien zoals je echt bent, dan krijg je geen erkenning voor wat je doet. En als je geen erkenning krijgt (niemand zegt ooit: ‘dank je wel’, niemand zegt ooit ‘wat knap’, ‘wat bijzonder’) dan bestaat het als het ware niet.
Dat geldt niet alleen voor mensen.
Dat geldt ook voor natuur of landschappen: dat parkje in de buurt….als niemand opmerkt hoe mooi die ene boom daar staat bij de vijver… dan kan die boom ook wel weg…pas als er een parkeerplaats van wordt gemaakt, herinneren mensen zich dat die boom heel mooi was.
Werken met textiel speelt zich vaak af in aparte ruimtes
Terug naar textiel.
Eerst zoek ik naar logische redenen waarom werken met textiel niet gezien kán of kon worden.
Bijvoorbeeld omdat het werk wordt verricht in minder zichtbare ruimtes achteraf.
- Veel textiel werk (bijvoorbeeld het weven van linnen, kantklossen) kan het best in vochtige ruimtes worden verricht. Draad wordt sterker in een vochtige omgeving. Weefgetouwen stonden dan ook vaak in kelders. Bij het weven in Brabantse thuisweverijen werd vaak meel over die vochtige draden gestrooid. Ook dat maakte de draad sterker. Als dat meel droog werd, leverde het een ongezond stoffige leefomgeving op. Weefgetouwen waren groot en hoog: de lemen keldervloer werd uitgegraven om het weefgetouw te kunnen plaatsen. Ook dat zal goed zijn geweest voor de luchtvochtigheid, maar het is geen mensvriendelijke omgeving.
In de t.v.serie over Matisse vertelt presentator Krabbé dat de schilder opgroeide op in het stadje Bohain-en-Vermandois in Noord-Frankrijk. Rond 1880 was het een stadje met veel thuiswevers. Ze maakten kostbare wollen en zijden stoffen voor de hogere burgerij in Parijs.
Die weefgetouwen konden in de zomer wel op straat te vinden zijn, maar het grootste deel van het jaar werd voor de buitenwereld onzichtbaar geweven in de tienduizend kelders van de huizen. - Het houden van honderdduizenden zijderupsen…dat werd gedaan in aparte loodsen…bij het eten van de moerbeibladeren maakte de rupsen een onvoorstelbaar lawaai…het aanvoeren van de bladeren, die absoluut vers dienden te zijn…het tempo waarin dat voedsel werd gegeten…dat proces zal in een zeer arbeidsintensieve ploegendienst zijn verricht.
- En wie wel eens wol heeft gesponnen weet: dat genereert veel pluis en stof. Een apart spinkamertje is geen luxe.
- En het afwikkelen van een zijdecocon, een kilometerslange draad haspelen: daar werd veel bij gelopen in een relatief grote ruimte, een totaal ander formaat dan een woonkamer.
- Er is veel geborduurd door meisjes uit de gegoede kringen: borduren kon een manier zijn om de wachttijd op een geschikt geachte huwelijkskandidaat te doden. Kastelen en landhuizen staan vaak op een afgelegen plaats.
En prinsen te paard wilden naar ik meen ook graag de eerste kandidaat zijn; voorgangers werden niet gewaardeerd. - En de mooie kant en gewaden die de priesters dragen tijdens de liturgie: nonnen in de kloosters, begijntjes in hun hofje, en meisjes, weeskinderen in de katholieke internaten. Allemaal afgesloten plekken.
Meisjes, vrouwen kregen vanuit hun opvoeding en anders vanuit de samenleving expliciet of impliciet de opdracht zich dienstbaar op te stellen, om een faciliterende rol te spelen en om daarbij geen aandacht te trekken voor hun eigen persoon.
Gezien worden en gezien zijn zijn vaak synoniem.
Als je geen of te weinig geld en geen ‘dank je wel ‘ ontvangt, terwijl je wel degelijk bezig was om werk te verzetten waarmee de dag voor een ander fijner verliep, dan blijft je werk, en daarmee jouw persoon onzichtbaar.
Ik denk dat veel medemensen in de textiel zo’n dienende onzichtbare rol kregen toebedeeld.
Als niemand ziet wat jij doet, dan is dat funest voor je gevoel van eigenwaarde.
Dat oordeel van de buitenwereld nestelt zich tussen je eigen oren.
Wat de onzichtbare werknemers in de huidige textielwereld betreft: de katoenplukkers in Benin, de Oeigoeren in de weverijen van China, de textielwerksters in Bangla Desh en Pakistan zij zijn de onzichtbare werknemers van nu.
En die onzichtbaarheid geldt niet alleen voor de textielwereld, niet alleen voor vrouwen: de kinderen die in de mijnen werken om lithium voor mobiele telefoons uit de grond te krijgen, zouden ze betaald worden? En de vrachtwagenchauffeurs uit Oost-Europa, die leven in de cabine van hun auto, wachtend op een opdracht: weten we dat? In Sulawesi in Indonesie worden oerwouden gekapt om een zeldzaam metaal te mijnen. Die grondstof is nodig voor elektrische auto’s.
Als je daar niet van op de hoogte bent dan denk je oprecht dat je goed bezig bent met de aanschaf van de elektrische auto.
Onzichtbaarheid heeft te maken met uitbuiting en onderdrukking en die worden buiten het zicht gehouden. En wat we niet zien, kunnen we niet kennen. Het mag geen naam hebben. En als ik iets niet weet dan kan ik er geen rekening mee houden bij mijn afwegingen om iets wel of niet te doen.
Onzichtbaarheid omdat het daglicht niet te verdragen is
En er is onzichtbaarheid die te maken heeft met bedrijfsgeheimen: als je er in bent geinteresseerd, wordt je met wantrouwen tegemoet getreden. De processen in een chemisch textielfabriek…ze staan niet op internet en ook niet in een boek.
Ook de textiel die door dieren wordt geproduceerd is bijzonder vaak door geheimzinnigheid omgeven. Hoe worden schapen behandeld die goeie, zachte wol geven? Ik las er ooit een stuk over dat ik niet kon geloven.
Als u het ook niet kunt geloven: ‘Deze dierenmishandeling bestaat, draagt de naam ‘moulding’ en is waar.’
En zijderupsen…die zijn intussen genetisch gemodificeerd. Hoe dat is gedaan; dat is geheim.
En de bladeren van de moerbeiboom….jaren dacht ik: dan moeten er toch plaatsen op de wereld zijn, waar sprake is van monocultuur. Zoveel zijderupsen die zoveel eten, alleen verse bladeren,,,maar dat is allang niet meer zo. De rupsen krijgen een papje…. ik schat in dat moerbeibladeren er weinig mee te maken hebben. Ik doe een gooi: de natuur is chemisch nagemaakt.
Onzichtbaarheid omdat horen en zien je vergaat…ik wil iets vertellen…ik weet niet waar te beginnen, maar er blijkt gewoon een uitdrukking voor te bestaan. De grote fabriekshallen, ze hebben oppervlaktes van vierkante kilometers waar garen wordt gesponnen, waar wordt geweven, maken zo gigantisch veel lawaai, dat je er niet meer dan enkele minuten naar kunt kijken. Ook dat kan een reden zijn om buiten beeld te blijven.
Meerdere manieren om vrouwen onzichtbaar te maken
In het najaar van ’23 volg ik een (online) cursus bij School of Life. Vijf avonden wordt verteld over vijf vrouwelijke kunstenaars.
Als introductie laat men een bijzonder dik naslagwerk zien. Decennialang was het boek History of Art, geschreven door Horst W. Janson (1913 – 1982) een soort bijbel voor alle studenten op de kunstacademies in ons land.
De inleiding pocht: alle kunstenaars, alle kunst van heel de wereld uit alle tijden zou in dit boek te vinden zijn. Oké, benieuwd.
‘En staan er vrouwen in?’ vraagt de organisator van de cursus? De cursisten mogen digitaal hun schatting geven. Zouden het meer dan honderd vrouwelijke kunstenaars zijn? Meer dan tweehonderd? Minder dan vijftig? Minder dan 10?
Het correcte antwoord blijkt nul; er worden nul vrouwelijke kunstenaars genoemd.
Impliciet wordt daarmee gezegd dat die vrouwelijke kunstenaars niet bestonden.
Die vrouwelijke kunstenaars bestonden wel degelijk. Zoals ook vrouwelijke wetenschappers bestaan en bestonden.
Wanneer ze gigantische kwaliteiten hadden, dan lukte het hen om in hun eigen samenleving op te vallen en aanzien te krijgen, opdrachten en rijkdom te verwerven. Alleen…een generatie later wordt er niet meer over gesproken. Je krijgt geen plaats in de overzichtstentoonstelling, je wordt niet genoemd in het dikke boek waarin ‘alle kunstenaars’ voorkomen. En zo word je vergeten, en daarmee lijk je nooit bestaan te hebben. Je wordt onzichtbaar.
In het dikke boek staan alle kunstenaars van alle tijden uit heel de wereld.
Hoeveel vrouwen zouden er in het boek staan?
Het correcte antwoord blijkt: er worden nul vrouwelijke kunstenaars genoemd.
Onjuiste conclusie: alle kunstenaars van alle tijden zijn mannen.
Dit niet genoemd worden doet mij denken aan een artikel in het boek Levensdraden van Clare Hunter. De schrijfster vertelt tot in detail wat zij waarneemt bij haar bezoek aan de wandtapijten van Bayeux. Nauwkeurig wordt de bezoeker in beeld en geluid verteld welke zeeslagen worden verbeeld en wie wat wanneer heeft gewonnen/verloren onder aanvoering van welke krijgsheer.
Heel interessant.
Het valt de auteur op dat met geen woord wordt gesproken over de maaksters: niet tijdens de audiotour, niet bij de tentoonstelling, die bij het bijna 1000-jaar oude kunstwerk hoort. Ook de kunst van het naaldwerk blijft onbesproken. Het wandtapijt trekt 400.000 bezoekers per jaar.
Of een ander voorbeeld: de eregalerij van het Rijksmuseum…hoeveel werken van vrouwen zouden daar bij de heropening na restauratie in 2013 te zien zijn geweest? Ik wil het niet eens vertellen :-). Sedert 8 maart 2021 hangen er drie werken: van Judith Leyster, Gesina ter Borch en Rachel Ruysch. de-lage-landen.com
Naschrift, sedert maart 2025 hangen er vier.
Het Mathilda-effect, het Matheus-effect
Kort geleden hoorde ik voor het eerst van de qualificatie ‘het Mathilda-effect’, hetgeen betekent dat de verdiensten van het werk van vrouwen in de wetenschap niet zelden op het conto van hun mannelijke collega worden geschreven.
De Britse historica Margareth Rossiter ontdekte in 1993 dat Mathilda Joslyn Gage (1826 -1898) voor het eerst in haar essay Women as Inventor (in 1870 !!!) heeft beschreven dat mannelijke wetenschappers zichzelf extra op de borst klopten, omdat zij zich het werk van vrouwelijke wetenschappers toeëigenen.
Voorbeelden van het Mathilde-effect. Bij Wikipedia worden namen van vrouwen genoemd, die grote verdiensten hebben op het gebied van wetenschap, maar die het niet kregen.
Trota van Salerno, 12de eeuw, wordt ook Trotula genoemd. Nettie Stevens (1861 -1912) Mary Whiton Calkins (1863 – 1930) Gerti Cori (1896 – 1957)Rosalind Franklin (1920 – 1958)Marthe Gautier (1925…)Marian diamond (1926… Harriet Zuckermann (1937… Programmeurs van Eniac Rosemary Fowler (1926…
Al deze vrouwen krijgen bij Wikipedia een korte beschrijving over hun verdiensten en hoe dat niet leidde tot roem voor henzelf, maar wel voor hun mannelijke collega’s.
Ben Barres kreeg wel waardering en erkenning voor zijn wetenschappelijke bijdragen, maar pas nadat hij zich, na vrouw te zijn geweest, manifesteerde als transman. 🙂
Het Matheus-effect
In De Volkskrant van 4 – 12 – 2024 staat: ‘Een Westerse vrouw krijgt meer salaris als ze aantrekkelijk wordt gevonden. Dat blijkt uit meerdere studies.’
Ik denk dat dit verschijnsel gerubriceerd kan worden onder het Mattheus effect.
In de bijbel, in het evangelie staat een passage: ‘Want wie heeft, wil nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. Mattheus 25:29
Wanneer twee wetenschappers op gelijke basis samenwerken en het onderzoek leidt naar een interessante conclusie dan worden de verdiensten daarvan toegeschreven aan de hoogste in rang of de oudste in leeftijd. Misschien is Mattheus effect eigenlijk hetzelfde als Mathilde-effect: want een man staat/stond vrijwel altijd hoger in rang.
Het betekent ook: iemand die veel aanzien geniet en die samenwerkt met iemand met minder aanzien, die komt ermee weg wanneer hij de resultaten van beider werk toeschrijft aan de deskundigheid van hemzelf.
Dus zelfs voor een talentvolle jonge deskundige is het moeilijk om een eigen zichtbaarheid op te eisen, als hij samenwerkte met een collega in hoger aanzien. Dat is al zo bij twee mannen. Als de jongere onderzoeker een vrouw is…….
In feite wordt degene met minder aanzien onzichtbaar gemaakt. Hij/zij deed het merendeel van het werk, maar de meerdere kan gaan strijken met de eer.
Ik denk dat dat ook al blijkt uit ons taalgebruik. een uitdrukking als: succes heeft vele vaders…zegt het al. Er zijn bijzonder veel factoren die op een gunstige manier met elkaar dienen samen te vallen, wil succes ontstaan. Succes is nooit toe te schrijven aan één maker, één auteur, één kunstenaar, één filosoof. Iedereen werd gefaciliteerd, stond op de schouders van, kreeg onderwijs van, kreeg een leuk idee door anderen. En het blijkt verleidelijk om het behaalde succes dan toe te schrijven aan jezelf: ‘mijn hit’, ‘mijn bedrijf’, mijn uitvinding’, ‘mijn verbouwing’.
De maaksters van textiele producten zijn ook op bovengenoemde wijze over het hoofd gezien. Het was niets persoonlijks :-). Zij maakten de zijden lappen, waarmee kon worden gehandeld, zij maakten de stoffen voor de haute couture in Parijs, zij maakten de prachtige kleding voor de koningen en koningen in de Middeleeuwen in de Lage Landen.
En de handelaren, de dragers van de kleding, degenen die de kleding kochten afficheerden zichzelf met: míjn mooie nieuwe jurk, míjn prachtige rollen brokaten stof.
De maakster wordt niet vermeld
Oké, dus vaak is het niet persoonlijk bedoeld. Vaak was er een goede reden om in je eentje te werken. Is het verhaal van de onzichtbare textiele werkster daarmee verteld?
Ik loop in de bieb Mijn oog valt op een boek met de titel: Ooit gelukkig.

De foto van het borduurwerk op het omslag maakt dat ik het boek leen.
Het borduurwerk is enigszins grof van draad.
Desondanks is zo’n borduurwerk veel werk. Ik verwacht te lezen dat de hoofdpersoon uit het boek heeft geborduurd, hetgeen niet het geval is.
Dit omslag is gekozen vanwege het berglandschap. De hoofdpersoon uit het boek, moeder van de schrijver, is een korte periode in haar leven gelukkig geweest in Zwitserland.
Aardig vind ik dat de ontwerpster van het omslag blijkbaar borduren associeert met gelukkig zijn.
Op de binnenzijde van het omslag worden de namen van de verantwoordelijken voor het boek vermeld: schrijver, ontwerpster voor het omslag, typografie, foto van de auteur, begeleiding van de productie, de drukkerij. Maar waar komt het borduurwerk vandaan? Is de maakster onbekend? Werd het te koop aangeboden in de Kringloopwinkel of vond men het via de textielrecycling?
Waarom zichtbaarheid belangrijk is
Is het erg als je naam niet wordt genoemd?
Onlangs zag ik Oprah Winfrey op t.v. (interview met Ivo Niehe). Ze vertelde hoe ze als meisje van tien jaar oud de Supremes op t.v. zag: prachtige vrouwen die in een galajurk, verleidelijk en technisch perfect, melodieus, ritmisch zingen en dansen. Ieder gekleurd meisje die dat direct of later zag, dacht: …..hé, dat kan dus ook. Dit bestaat: ik zou er ook zo uit kunnen zien, ik kan mezelf ook in de spotlights zetten.
‘That’s what fame is for’, Oprah Winfrey.
Iemand die beroemd is, kan worden gezien door anderen,
De kijker kan denken: wat leuk, zo zou ik willen zijn. Dat kan ik ook .
Hoe kom ik ook op die plek op dat podium?
En vervolgens imiteer je je voorbeeld. Misschien word je wel beter dan je idool.
Dan sta je op de schouders van je voorbeeld.
Als je niemand kent, die eerder deed, wat jij nu doet, dan vindt iedere vrouw, zangeres, weefster, wetenschapper haar eigen werkmethode uit en er is geen manier waarop je je kunt vergelijken met een ander, kunt leren van een ander.
En als je stopt, zal niemand je missen. want niemand merkte op dat jij het deed. Vervolgens is het net alsof het er nooit was, alsof het nooit heeft bestaan.
‘That’s what fame is for’, zei Oprah. Iemand die beroemd, bekend is, die kan gezien worden door anderen. En die anderen kunnen denken: dat lijkt me leuk, dat zou ik ook wel willen. Wat moet ik doen om ook zo te worden? Iemand die wordt gezien om wat hij of zij kan, wordt daarmee een inspiratiebron, een voorbeeld voor anderen.
En als je niet wordt gezien, dan blijf je alleen
In de verhalen over de textielindustrie is vaak sprake van individuele contracten. Eén ambachtsvrouw maakt een fantastisch product. Ze heeft een contract met een afnemer, een producent, een handelaar. En ze heeft een vrouwelijke collega, die heeft ook een mooi contract. Misschien met dezelfde handelaar, misschien met een andere.
In het groot gebeurt dat nu met fast fashion: de modeketens (de laag van handelaar is er intussen uit) kunnen producenten tegen elkaar uitspelen. Je buurvrouw kan hetzelfde leveren voor minder geld.
Ik hoop nog ooit zo wijs te worden dat ik kan verklaren waarom het mannen lukt(e) om zich te verenigen in een gilde. Waarom lukt(e) dat vrouwen niet.
Het belang van het hebben van een naam…
Er zijn uitdrukkingen in onze taal die aangeven hoe belangrijk het is om een naam te hebben.
Als iets ‘geen naam heeft’, als iets ‘geen naam mag hebben’, dan is het niet belangrijk, dan doet het er niet meer toe. Als iemand met ‘naam en faam’ bekend is, dan betekent dat alleen de naam al voldoende zegt over de kwaliteit. Als iemand een goede naam heeft…dan is dat eigenlijk al genoeg om er je vertrouwen in te stellen.
Mensen kunnen immens rijk zijn, technologisch zeer knappe uitvindingen hebben gedaan, maar ze zijn hun goede naam kwijt geraakt…dan hoef ik hen niet persoonlijk te ontmoeten, ik ga zelfs even koffie zetten wanneer het bij het journaal over hen gaat.
Vrouwen dragen slechts zelden hun eigen naam. Zo kun je ze ook onzichtbaar maken.
Meer manieren om vrouwen onzichtbaar te maken
- je gebruikt niet de naam van de vrouw zelf, maar de naam van haar man.
Anni Albers is een beroemd vrouwelijke kunstenaar. Alleen…eigenlijk is Albers de naam van haar man. Haar echte naam is Annelise Elsa Frieda Fleischmann.
Of: wij kennen Madame Curie. Ze won twee keer de Nobelprijs in twee vakgebieden scheikunde en wiskunde. Ze was (slechts) ruim een decennium (1895-1906) getrouwd met Meneer Curie. Eigenlijk komt ze uit Polen en haar naam is Maria Salonea Sklodowska.
- Vrouwen worden ook onzichtbaar door hun vak te benoemen met het mannelijke woord: schrijver, acteur. Beroepen of activiteiten van vrouwen te betitelen met een zogenaamd neutrale term… laat dat nu net de mannelijke term zijn.
Ik zou er geen bezwaar tegen hebben wanneer ik een mannelijke directeur directrice mag noemen, maar omdat steevast wordt gekozen voor de mannelijke variant, vind ik: dat is een manier om vrouwen onzichtbaar te maken. Dus hier en daar zult u in dit blog een woord tegenkomen als actrice of kamervoorzitster of ‘jagers en verzamelaarsters’.
Dat is niet omdat ik een trend heb gemist, dat is omdat ik meen dat het de onzichtbaarheid van vrouwen vergroot. En als iets of iemand niet wordt gezien, dan komt het niet in ons collectief onbewuste. Dan wordt het nooit een vanzelfsprekend vertrekpunt. Dan kan daar geen rekening mee worden gehouden, want…bestaat dat dan?.
Voorbeelden buiten de wereld van textiel
- Ook zijn er legio manieren om de ander, het hoeft zeker niet alleen om vrouwen te gaan, enigszins geringschattend te behandelen. Dat kan in een klein woordje zitten: je kwalificeert het werk van de ander bijvoorbeeld als ‘gepriegel’ of je noemt het ongeschoold werk.
Of wat ook kan: als een vrouw iets maakt is het een hobby, iets wat ze leuk vindt.
Als een man iets maakt, dan is het een ambacht.
Beoordelingen waardoor niemand denkt: dat werk wil ik later ook gaan doen.
Meningen waardoor het gevoel van eigenwaarde van de laag-gewaardeerde steeds kleiner wordt.
Waarna zo iemand na verloop van tijd zich zelf klein maakt om zo onzichtbaar mogelijk door het leven te gaan. - In maart 2024 verschijnt een onderzoek: hoe is in radio-uitzendingen de verhouding vrouwen/mannen, waar het gaat om uitvoerende muziekartiesten: 20% is vrouw en bij 80% van de te horen nummers is de uitvoerend musicus een man. En dat komt niet omdat de vrouwen geen hits hebben of minder worden gewaardeerd. Iemand als Madonna heeft 400 miljoen platen verkocht. De muziek van zangers die dat aantal bij lange na niet halen, is vaker te beluisteren dan van de succesvollere vrouwelijke artiest.
- Ik wil het saldo van mijn betaalrekening aanvullen. Mijn man en ik hebben een gezamenlijk spaarrekening. Ik zie zijn naam vermeld staan en erachter staat CJ. Dat heb ik zojuist gegoogeld: als een bankpas op verschillende namen staat dan heet dat een CJ rekening. Maar waarom staat dan wel de naam van mijn echtgenoot vermeld en niet die van mij? Mijn naam wordt niet genoemd. CJ staat overigens voor compte jointe; Frans voor gezamenlijke rekening.
Het bestaan van vrouwen krijgt niet de aandacht die het verdient.
Er zijn veel medische vragen over het lijf van een vrouw. Maar wetenschappelijk onderzoek over het lichaam en over de werking van medicijnen worden veelal op het lijf van mannen getest. Niet dat vrouwen, hun werk of hun lichaam oninteressant zíjn, alleen er wordt eenvoudigweg geen onderzoek naar gedaan. Dus worden geen uitkomsten van onderzoek gepubliceerd. - Soms krijgen vrouwen individueel wel complimenten; ze kunnen bijvoorbeeld heel goed voetballen of een mooi boek schrijven. Maar ja….vrouwenvoetbal haalt het niet bij mannenvoetbal. En literatuur geschreven door vrouwen daar bestaan aparte denigrerende woorden voor.
- Geschiedenis is vaak de geschiedenis van landveroveren, van heersers. Ook nu in deze tijd van uitzichtloze conflicten: het zijn mannen. Ze zijn zelf graag zichtbaar; misschien plegen ze die gruweldaden wel om gezien te worden. Er zijn aanwijzingen/je kunt constateren dat er mensen zijn wel een zwak hebben voor nare mannen. Misschien omdat nare mannen vaak een soort van overwinnaars lijken. En veel mensen willen graag bij overwinnaars horen.
- Sedert ik schrijf aan dit blog merk ik dat ik meer gevoel krijg voor de oma van de oma van de….daar stam ik van af. Als ik denk aan duizend jaar geleden, aan tienduizend jaar geleden: veel is onzeker, maar zeker is dat mijn voorouders toen al leefden. Anders was ik er nu niet,
Ligt niet te vaak de nadruk op onze afstamming (tevens de afstamming van chimpansee en bonobo) op een gezamenlijke voorouder? Maar we spreken dan over de tijd vijf á zeven miljoen jaar geleden. Waarom slaan we vijf miljoen jaar over? - Ook duizenden jaren geleden droegen alle mensen kleding. Eerst diende gezorgd te worden voor de grondstoffen voor de lappen stof. Dat is dag en nacht werk geweest: de grond diende eerst te worden bewerkt om te zaaien, om vlas of hennep te telen, waarna…..enfin zie andere hoofdstukken in dit blog.
Een voorbeeld van een vrouw van naam in de wereld van textiel: Henriëtte Beukers – Lenselink.
Eind december 2024 zag ik het t.v.programma met het overzicht van mensen die het afgelopen jaar zijn overleden. Ik was verrast door de mooie aandacht die werd besteed aan het overlijden van Henriette Beukers (1937-2024).
Eigenlijk heette ze Lenselink :-).
Er werd verteld dat ze enkele poppen had gemaakt voor de Fabeltjeskrant. Ze had Nederland aan het macrameeën gekregen. Ze was hoofdredacteur geweest van het handwerkblad Ariadne. In haar tijd had het blad honderdduizenden abonnees. Haar Teleac-naaicursusussen waren uitgezonden op de landelijke t.v.
Zelf zou ik het nog hebben kunnen aanvullen met: ze bracht zelf een prachtig handwerktijdschrift uit.
Ik heb ze zelf niet allemaal bewaard: iedere paar jaar maak ik een selectie uit het betrekkelijk kleine stapeltje dat ik nog heb. Ik ken vriendinnen die alle jaargangen nog steeds bewaren :-). Ze staan in de weg, maar afstand ervan doen….
De Volkskrant schonk op 1 november 2024 al aandacht aan het overlijden. Haar zoon zegt over zijn moeder: ‘Ze heeft het stof weggeblazen van het handwerken.’ Begin jaren zeventig was handwerken als hobby plotseling razend populair. ‘Het stoppen van sokken maakte plaats voor het maken van wandkleden en poppen. Henriette werd op haar veertiende al toegelaten tot de kunstacademie van Rotterdam. Ze studeerde af als modeontwerper. Vanaf 2008 maakte ze nog twee standaardwerken over haar verzameling textiel.
‘Henriette had een grote belangstelling voor etnisch en historisch textiel’. Dat zinnetje staat ook in het artikel in De Volkskrant.
Voorbeelden van onzichtbare maaksters in de wereld van textiel
Een concrete aanleiding voor om te schrijven over onzichtbare maaksters in de wereld van textiel:
Mijn vriendin Anne-Marie van de batikclub verhuist naar een woning met minder woonoppervlak.
Alle bezittingen gaan dan door je handen met de vraag: neem ik dit mee?
Annemarie laat mij twee voorwerpjes zien: een kanten mutsje…zo fragiel en kwetsbaar…zo vakkundig gemaakt.
Het wonderlijkste vindt Anne-Marie: ‘ik heb geen idee waar het vandaan komt, wie het heeft gemaakt.’ Wellicht uit de familie van haar man, maar er is niemand meer om na te vragen. Hoe oud zou het zijn? Het vertoont al tekenen van slijtage. Misschien is het al honderden jaren oud. We denken dat het een doopmutsje betreft. Het is klein: alleen het hoofdje van een pasgeboren kindje zou erin passen.


De lengte van de kanten kraag meet uitvouwen ongeveer 25 centimeter.
Als eerbetoon aan de maakster zonder naam vind ik in het boek 5000 Years of Textiles, een uitgave van de British Museum Press uit 1993 een beschrijving van wat naaldkant is. Vertaald is er de volgende informatie te vinden:
‘Lace-making is a time-consuming and highly skilled activity…. ‘Progress on fine pieces might be al slow as e few centimeters per day. Bij naaldkant wordt gebruik gemaakt van een tijdelijke ondersteuning van perkament. Wanneer het kantwerk af was, werd het perkament weggehaald.
Je laat textiel zien, maar je geeft er geen bijpassende woorden aan
In het educatieve, humoristische televisieprogramma ‘Welkom in…..’ zijn twee afleveringen gewijd aan de oertijd. Met humor wordt verteld, verbeeld hoe de mensen toen leefden, bijvoorbeeld hoe de jagers gingen verzamelen.
De acteurs zijn volgens mij precies gekleed zoals we mogen aannemen in de prehistorie gebruikelijk was: kralenkettingen met een leren veter erdoor, gevlochten mutsjes van gras, houtjes-touwtjes verbindingen, linnen kleding, wollen kleding. Aan het eind van iedere aflevering somt men op wat men in die tijd aan nieuwe ontdekkingen of vaardigheden, uitvindingen men deed. Indrukwekkend.
Maar de textiele vaardigheden krijgen geen naam: de linnen blouse wordt wel getoond…maar hoe de mensen van toen aan die kleding kwamen, het bewerken van vlas, het maken van draden, het weven….geen woord.
Aach, denkt u misschien, als je het kunt zien is het toch ook mooi. Maar ik meen te weten: als je iets wilt leren, als je ergens over wilt nadenken dan dienen we woorden tot onze beschikking te hebben. En ook de juiste woorden.
Daar zijn meer voorbeelden van. Bijvoorbeeld de zijde-industrie in China, duizenden jaren vóór Christus. Handelskaravanen, steden, wegen, routes van duizenden kilometers lang, ver weg, maar ook dichtbij. Venetie is zo’n sprookjesachtige stad omdat de Oosterse architectuur zijn invloed uitoefende op de paleizen. Het maken van zijde wordt echter ‘huisvlijt’ genoemd
Of in Siberie, eveneens duizenden jaren voor Christus. Daar woonden toen mensen. Hoe deden ze dat in die kou?
Wel: de inheemse bevolking kon overleven dankzij de textiele technieken van de vrouwen: zij maakten waterdichte pakken van de vachten, twee leren kanten aan de buitenzijden. De vachten dubbelzijdig binnenin: geheel op maat gemaakt. Zelfs pasgeboren babietjes hielden ze warm door een ingebouwde babydraagzak op de rug. De voetjes werden warm gehouden in de oksels van de moeders, via een tunnel in het pak.
Wikipedie noemt dat ‘technologische vernieuwing’…..ik denk bij dat begrip aan een nieuwer type hijskraan, uitbreiding van ambachtelijke vaardigheden met naald en draad mag je ook zo noemen?

Op 13 februari 2025 ben ik aangenaam getroffen door een textiel kunstwerk. In het katern Wetenschap in De Volkskrant staat een artikel over empathie. Twee neurowetenschappers onderzochten het menselijk brein. Wanneer zijn mensen en dieren in staat om mee te voelen met de ander? Die vraag is sterk verbeeld door een kunstenaar: met roze draad is een koord gepunnikt. Dat koord is gemanipuleerd op de direct herkenbare wijze waarop ons brein in elkaar grijpt.
Ik ben benieuwd wie dit werk heeft gemaakt. Bij de hiernaast afgebeelde foto staat in de krant alleen de naam van de fotograaf. Ik wil graag weten hoe de maker heet.
Het beeld van het koord komt in het artikel steeds terug: het verbeeldt de verbinding tussen mensen. Ik zoek verder naar de naam van de maakster en ik vind de naam van degene die verantwoordelijk is voor het ‘beeld’. Ik wil ruimdenkend zijn, dus ik denk: oké, beelden van marmer, van ijzer of hout. Dan zal een beeld van textiel ook wel kunnen…..
Maar…hout of staal of marmer…dat zijn materialen die zelfstandig staan. Je creeert een beeld uit hout.
Ik bedenk: tja…een beeld. Dat is zo’n ruim begrip. Alles kan een beeld zijn. Ik kan een beeld vormen in mijn hoofd bij de weersvoorspelling van morgen, ik heb een beeld bij de oorlog niet ver weg. Iedere dag bestaat uit duizenden beelden. Daar kan dit kunstwerk van textiel ook een voorbeeld zijn van een beeld. Is het de bedoeling dat ik er zo over denk?
Of mag ik dit textiel werk een voorbeeld noemen van iets dat geen naam mag hebben?
Een week eerder stond in dezelfde krant prachtig geborduurd werk. De voorstellingen sloten mooi aan bij mijn hoofdstuk over tekst en textiel. U kunt ze daar zien.
Het viel me toen ook al op: het geborduurd werk wordt ‘illustratie’ genoemd.
Tja, alles is wel een illustratie van iets.
Er worden geen of zeer algemene woorden gegeven aan iets dat het verdient om benoemd te worden. Stel dat we alle sport ‘bewegen’ noemen: hardlopen, schaatsen, voetballen…het is allemaal bewegen. Stel dat we de woorden volleyballen, sprinten, estafette, zwemmen dermate weinig gebruiken dat de meeste mensen die woorden niet meer kennen.
Ik meen een overeenkomst te zien met mijn hoofdstuk over de namen die aan textiele draad worden gegeven. Er zijn geen woorden voor. De begrippen bestaan wel, maar de woorden worden niet meer gekend. En dan is een doelgericht gesprek erover voeren niet meer mogelijk.
Een voorbeeld van ergens geen naam aan geven
In december ’24 ben ik in het H’Art Museum. Ik ben aangenaam verrast door het textiel werk van Ferdi Tajiri. Het werk is gemaakt van textiel.


Ik ken de naam van de kunstenares niet. Op wikipedia vind ik dat haar achternaam eigenlijk de naam van haar man is. De maakster heet Ferdi Jansen en ze noemde zich Ferdi Tajiri-Jansen of Ferdina Jansen of Ferdi (1927 – 1969)
Ook op de site Kunstvensters (canon van Nederlandse kunst) wordt haar werk Hortissculpturen’ genoemd. Bij Wikipedia staan haar beroepen omschreven als beeldhouwer, textielkunstenaar, sieraadontwerper. In 2023 vond in het Bonnefantenmuseum in Maastricht een openbare restauratie plaats van zes hortisculpturen
‘De felgekleurde werken vol erotische verwijzingen belichamen de Flower Power-kunst van pluche. Na een reis naar Mexico in 1965 begon Ferdi sculpturen te maken van textiel in felle kleuren. De pluche sculpturen hebben de vormen van fallussen en schedes. Ze bevatten verwijzingen naar seksualiteit. De manshoge beelden zijn geen letterlijke geslachtsdelen maar eerder exotische bloemen en insecten.’ Deze laatste vijf regels komen van Kunstvensters, geschreven door Jeroen de Baay.
De reden dat ik de foto van het werk laat zien is omdat ik het materiaal zo rijk vindt. Er zitten zoveel betekenissen in het werk. Als je er drie keer naar kijkt, zie je drie keer iets nieuws.
Maar wat een liefdeloze tekst om de materialen te benoemen…mixed media…
Alsof je een kind leert tellen, maar je noemt niet het woord voor het getal, maar je zegt steeds: een stuk of wat, een stelletje, enkelen… Als je ergens geen woorden aan geeft dan bestaat het niet.
En dan gebeurt er iets….eigenlijk is het schokkend
En dan gebeurt er iets…als ik dit hoofdstuk niet had geschreven zou ik geschokt zijn…
Maar ik schreef dit hoofdstuk wél. En dus weet ik dat wat nu komt precies datgene is dat ik kon verwachten.
Voor u is het nieuw, dus ik leid mijn verhaal in.
Enkele alinea’s terug schreef ik over Mevrouw Beukers, die eigenlijk Lenferink heette. U herinnert zich dat zij gefascineerd was door historisch en etnisch textiel en borduurwerk. Ze verzamelde haar leven lang de mooiste exemplaren van kunstzinnig ambacht of ambachtelijke kunstzinnigheid. Ze maakte er tijdschriften over, ze schreef er boeken over.
Aan het eind van haar leven realiseerde ze zich: waar laat ik al dit moois. Ze had toen een stuk of duizend voorbeelden van textiele kunst, textiel ambacht verzameld. Ze liet er speciale koffers voor maken en ze gaf deze aan iemand die ze haar verzameling toevertrouwde.
De ontvangster heeft oprecht haar best gedaan om er een goede bestemming voor te vinden, maar dat bleek moeilijk. Er is een boekje verschenen over het proces van de zoektocht naar een expositieruimte, het financieel laten taxeren van enkele belangrijk gedachte exemplaren.
De uitkomst van dit alles was: de werken zijn financieel niet interessant en het is onmogelijk om een expositieruimte te vinden.
De ontvangster heeft gedacht dat het dan het beste zou zijn om de ambachtelijke kunstwerken niet meer te beschouwen als op zichzelf staand werken, maar om ze te gebruiken als materiaal voor een nieuw kunstwerk. Uit de werkstukken werden vierkantjes geknipt, die worden gespannen om paneeltjes. die paneeltjes worden met elkaar in verbinding gesteld. Het werk is kleurrijk, imponerend.
Voor mijzelf vind ik het een toonbeeld van maaksters van prachtig werk die geen naam kregen. Zoals ze die naam al duizenden jaren niet kregen.
Ik maakte in december 2024 zoveel mogelijk foto’s van het nieuw ontstane kunstwerk. Het werd tentoongesteld in het H’ARTmuseum.

Het totale werk past net niet op één foto. Daarom onderstaand de wand in twee afbeeldingen. Ieder paneeltje is in het echt 22 x 22 cm.


Ik geef enkele voorbeelden van meer nabij weer.



Ook hier…dat bijschrift in het museum…
Ook dit noemt men mixed media. en dan vertelt men over het multiculturele Amsterdam dat 180 nationaliteiten kent. Dit werk komt voort uit de fascinatie voor die ongekende culturele diversiteit in de hoofdstad…
Dus: ik geef het lakentje van kant, dat door mijn overgrootmoeder – het was maanden werk – mee aan een enthousiaste mevrouw die zag hoe prachtig het was gemaakt. Of het weefwerk uit de Kaukasus waarvoor het garen eerst met de hand is gesponnen en met natuurlijke materialen is geverfd. En deze verhaaltjes 1000 x.
Het mooiste stukje uit dat lakentje wordt eruit geknipt.
Het aardigste deel van het weefwerk eveneens.
En dan zegt het museum over de stad die dat tentoonstelt: kijk eens hoe cultureel divers wij zijn…
Literatuur:
– Caroline Criado Perez – Onzichtbare vrouwen – Prometheus. ISBN 978 90 446 4271 1 – Vertaald uit het Engels: Invisible Women. Het boek onthult de verborgen manieren waarop vrouwen vergeten worden, bijvoorbeeld bij het verzamelen van medische data of bij het ontwerpen van een mobiele telefoon of …..
– De onzichtbare vrouw – over de rol van vrouwen en mannen in de prehistorie. door Olga Soffer, Adovasio & Page – Artemis en Co. ISBN 978 90 472 00390
– Twee voor Twaalf – quiz op TV – Uitzending van 29 november 2024 – twee vragen met als antwoord: het Mathilda- effect en het Matheus-effect.
– 1 november 2024 De Volkskrant –
– 4 december De volkskrant – Broeierig breisel door Lisa Bouyeure en Simoon Hermus.
– The golden thread – een ode aan textiel. Geschreven door Arjen Ribbens. Is verschenen op 4 december 2024 ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘Ode aan Amsterdam’ in het H’ART Museum.
– 5000 years of Textiles – edited by Jennifer Harris. British Museum Press in association with the whitworth gallery and the Victoria and Albert Museum.
– Wikipedia : Vrouw Holle.
– Over Ferdi Tajiri: Flowerpower-kunst van pluche. http://kunstvensters.com
Illustratie:
– Het schilderij bij dit hoofdstuk is gemaakt door Malik Aksel. Zie Wikipedia onder zijn naam.
– De foto’s van het patchwork (samengesteld uit vierkante paneeltjes met werk van anonieme textielkunstenaressen door Barbara Broekman), maakte ik zelf in de tentoonstelling in H’ART Amsterdam.
– Foto’s kanten mutsje door mijzelf.
– Foto’s van het werk in De Volkskrant door mijzelf.
– http://de-lage-landen.com geschreven door Eva Breda – informatie over vrouwelijke kunstenaars op de eregalerij in het Rijksmuseum.
– Poppen van Henriette beukers zijn: Zoef de Haas, Momfer de Mol en Stoffel de Schildpad.
Laatst bewerkt: 22-2 – 2025 – wordt vervolgd.
