Inleiding – Mary Delany – etymologische en inhoudelijke relaties tussen techniek, textiel, tekst en papier, naald en pen – analogieën, verwantschap tussen tekst en textiel – het wandtapijt van Magdalena Abakanowicz – textiel werk als illustratie, Deborah Van Der Schaaf – de wereld van papier en de wereld van textiel – de relatie tussen papier, perkament en huid – overeenkomsten in het resultaat werkvorm tekst en textiel – kent het verband tussen tekst en textiel dezelfde relatie als tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid? – Hoeveel textiel in een ambachtelijk boek? – schrijven of borduren: mannelijk of vrouwelijk? – meer info over het belangrijke papier – LJ Roberts, borduursel op katoen – kenmerkende verschillen tussen papier en textiel – bankbiljetten zijn van textiel – de belangrijkste overeenkomst.
Inleiding
Een boek kan zwaar voelen en een lap stof is meestal lichter. In een boek staan letters.
Ik kan lezen, dus ik maak van die letters woorden en zinnen. Ik koppel de woorden uit het boek aan ervaringen en kennis in mijn hoofd en zo gaat de inhoud van het boek leven.
De tekens uit het boek leggen een omweg af, voordat ze woorden vormen of mij een nieuwe realiteit laten zien. Voordat ze mij raken.
De lap stof kan ik zintuiglijk voelen: pluizig zacht of kriebelend hard. Misschien is de lap stof geweven: mogelijk met een herhalend motief, een patroon. Wellicht vind ik de kleur direct wel of niet mooi. Misschien is er op de lap stof geborduurd: dan zal ik dat meteen wel of niet aantrekkelijk, boeiend vinden.
Een eerste conclusie: letters en tekst zijn analyserend, beschouwend. Ze brengen mij op gedachten, zetten mijn brein aan het werk. Ze doen een appel op mijn hersens.
Textiel, een lap stof, een wandkleed doet een beroep op mijn zintuigen. Het appelleert aan letterlijk iets voelen.
Het woord textuur (hoe iets voelt) heeft etymologisch dezelfde oorsprong als textiel.
Het gevoel dat een lap stof geeft kan meer zeggen dan vele woorden. Althans: voor wie kennis heeft over het ambachtelijk verhaal dat schuil gaat achter de lap stof.
Het woord textuur (hoe iets voelt) heeft etymologisch dezelfde oorsprong als textiel.
De wereld van tekst (boeken, uitgeverijen, schrijvers, leerkrachten op scholen) en textiel (kleding, gordijnstoffen, dekens, tenten) vormen in onze maatschappij aparte werelden.
Het ligt niet voor de hand om te denken dat ze dezelfde oorsprong hebben.
En toch: de woorden tekst, techniek, textiel, textuur hebben etymologisch dezelfde oorsprong.
Tekst, techniek, textiel en textuur hebben etymologisch dezelfde oorsprong.
Mary Delany
Mary Delany legde een mooie relatie tussen textiel en papier en tekst.
Zij leefde van 1700 tot 1788. Tot haar tweeënzeventigste levensjaar was zij een zeer succesvol borduurster: ze borduurde onder andere voor het Engelse hof. Er zijn dan ook deftige portretten van haar geschilderd.
Maar daarna stapte ze over op het maken van informatieve collages van bloemen. Als het geschilderd, getekend was, zouden wij het botanische tekeningen noemen.
Haar bijna duizend collages zijn aangekocht door musea, onder andere het British museum.


Het werk rechts werd ontworpen, geborduurd en verwerkt in een kledingstuk gedragen door Delany.
En het werk links is een collage op papier.
Daarbij: Delaney schreef veel brieven met sappige details over de mensen in de zogeheten belangrijke kringen waar zij verkeerde. Bijna een eeuw na haar dood gaf een kleindochter van haar zus zes (!) boeken uit met die brieven. Voor informatie uit de achttiende eeuw wordt veel geput uit die boeken.
Misschien is Delaney wel de eerste kunstenaar die collages maakte.
Bij Mary Delaney sluiten de werelden van tekst en textiel, van woorden en beelden succesvol op elkaar aan.
Etymologische en inhoudelijke relaties tussen techniek, textiel, tekst en papier, naald en pen
Etymologisch stamt het woord tekst, in alle West-Europese talen, af van het Latijnse woord texere, dat weven of weefsel betekent.
Het woord tekst is via het Frans en ook rechtsstreeks via het Latijn ontleend aan textus dat ‘stijl of structuur van een werk’ betekent. Het is in de verte verwant aan het Griekse tékhne, dat ‘kunst, vaardigheid’ betekent.
De tekst als weefsel. Ook ons woord textuur (hoe iets voelt) is eveneens afgeleid van het Latijnse texere.
Van Dale Etymologisch Woordenboek:
‘Tekst (bewoordingen) middelnl. tex(t)< fr. texte , Latijn textus (weefsel, vlechtwerk, aaneengesloten reeks, inhoud, tekst), van texere (verleden deelwoord: textum) (weven. vlechten).
De relatie tussen de woorden weefsel en tekst is dermate sterk, dat er in oorsprong slechts één woord voor was.
In het Openlucht Museum in Arnhem wordt gedemonstreerd hoe geschept papier, gemaakt van katoenen lompen, eigenlijk bestaat uit vezels die in elkaar grijpen. Of papier nu van hout of van katoen is gemaakt, of een lap stof van vlas of van netel is gemaakt: scheikundig gezien hebben ze cellulose als basis. De celwand van een plant bestaat uit cellulose, dat de (natuurlijke) basis van zeer veel producten vormt. Cellulose kennen we misschien beter als pulp.
Het mooie, oude geschepte papier met katoen als basis lijkt een equivalent van vilt.
Vilt is van wol; ook daar zijn de – langere – vezels zo met elkaar verweven dat een nieuwe stof ontstaat. Bij de eindproducten is niet meer zichtbaar uit welke grondstof ze werden opgebouwd.
Het woord papier komt van papyrus uit Egypte. Ik dacht: als tekst en weefsel etymologisch dezelfde afkomst hebben, dan delen ze mogelijk ook praktisch dezelfde geschiedenis. Dat blijkt zo te zijn.
“In de Egyptische oudheid gebruikte men papyrus: men sloeg de stengels van riet dat langs de Nijl groeide plat, waardoor er rafels (vezels) ontstonden waar men vervolgens matjes van vlocht; na het drogen werd dit gladgeschuurd en kon men hier op schrijven. In het droge woestijnzand van Egypte zijn veel beschreven papyrusrollen (boekrollen van papyrus) bewaard gebleven, in tegenstelling tot het vochtiger Europa waar in de loop der tijden vrijwel alle papyrusrollen vergaan zijn’
Papyrus is dus gemaakt van gerafelde, geweven vezels van riet. Het is een weefsel.
Ook in Japan kent men traditioneel geschept papier, ook daar is het een oud ambacht.
Stukjes van het blad van het riet zijn hierbij herkenbaar, zichtbaar in het papier.

De geweven structuur van het papier/riet is goed te zien.
Geschreven teksten en weefsel en papier hebben dus een sterke historische band.
In onze wereld zijn boeken en papier wel verwant, ik kan in de boekwinkel mooie vellen papier kopen, maar voor weefsels van textiel kun je niet in de boekwinkel terecht.
In de boekwinkel vind ik wel stof tot nadenken, maar geen letterlijke stof.
In oorsprong werden teksten dan ook op rollen geschreven; zoals we gewend zijn van textiel.
Een lap stof kopen we vanaf de rol.
Meerdere analogieën, verwantschap tussen tekst en textiel
De analogieën, verwantschap tussen tekst en textiel zien we tot de dag van vandaag terug:
- bijvoorbeeld in de bijvoeglijke voornaamwoorden in de taal: een lap stof of een lap tekst, een stukje papier of een stukje stof.
- Zowel weefwerk als schrijfwerk komen regel voor regel tot stand.
- In schrijfwerk, ook als het is getypt, zit een structuur van alinea’s; een visueel contrast tussen de inkt en het papier. Ook in weefwerk kan, meestal via de kleuren, zo’n structuur te zien zijn.
- Zowel papier als een lap stof zijn kreukbaar. De kreukels zijn moeilijk glad te maken, al lukt het met een strijkijzer heel aardig. Maar je blijft de vouwen van de kreukel altijd een beetje zien: alsof beide materialen een geheugen hebben
- Indien één draadje stuk is, komt er een gat; indien één woord mist, loopt de tekst niet meer soepel of er ontstaat een niet bedoelde betekenis; het verband, de letterlijk en figuurlijke samenhang is dan weg.
- Een andere overeenkomst tussen papier en textiel: beide materialen mag je tweedimensionaal noemen: ze hebben lengte en breedte. De dikte lijkt verwaarloosbaar.
- En…hoe ‘makkelijk’ (want het is een kunst) is het om beide materialen om te toveren tot een driedimensionale vorm? Door papier te vouwen, bijvoorbeeld bij het Japanse origami, ontstaan driedimensionale vormen. Plooien maken in lappen stof is het equivalent van vouwen. ‘Plisseur’ (maker van vouwen) was ooit een beroep in de couturewereld.
- Kleding maken kan ik definiëren als: uit tweedimensionaal basismateriaal met een voor- en achterkant, maak ik een driedimensionale vorm met een binnen- en buitenkant.
Origami en het maken van kleding zijn technieken, een handigheid. De maker werkt stapsgewijze, volgens een vaste volgorde, naar een eindresultaat. Voor een buitenstaander zitten er onnavolgbare tussenstappen in. Het ziet er bedrieglijk eenvoudig uit.
Tekst-iel van Magdalena Abakanowicz
Magdalena Abakanowicz is een belangrijk textielkunstenaar. Zij tast grenzen af tussen kunstvormen. Op de foto lijkt onderstaand werk op een krant, maar het is een geweven wandtapijt in wol en katoen. Ik schat de afmetingen op 200 x 140 cm.

Dit wandkleed toont de voorpagina van het dagblad Zycie Warszawy (Leven in Warschau) van 25 mei 1973.
De kunstenaar liet het op traditionele wijze weven in Frankrijk.
In de lente en zomer van 2025 was een dubbeltentoonstelling van haar werk te zien in Tilburg en in Den Bosch.
Analogieën tussen een naald en een pen
Om op stof te werken heb je een naald nodig. Om op papier te werken heb je een pen nodig.
- De vorm van beide gereedschappen is dun en langwerpig.
- Zowel een naald als een pen hebben een punt. In beiden zit een opening: hetzij om de inkt door te laten stromen, hetzij om de draad doorheen te halen.
- De gereedschappen naald en pen brengen in hun eentje niets tot stand. De naald heeft een draad nodig en de pen heeft inkt nodig. Naald en draad hebben een stukje stof nodig. Pen en inkt zijn niets zonder een stukje papier.
- Een draad en inkt: vormloze producten waar we functionele fijne lijntjes mee kunnen maken.
- De lijn in een verhaal, de lijn in een tekening, schilderij, de lijnen van draad in een weefwerk: zonder lijn zijn we de draad kwijt. Lijnen of ze van draad zijn gemaakt of grafische lijnen: ze leggen verbindingen, tonen verbanden, relaties en volgordes.
- En ook fascinerend: de techniek die nodig is om te schrijven en om te naaien is eigenlijk hetzelfde: wie wil schrijven of naaien dient te beschikken over een goede fijne motoriek. Het is werk dat tot stand komt dank zij een goed gevoel in de toppen van onze vingers. Zowel bij schrijven als bij naaien ondersteunt de middelvinger de pincetgreep; dat is de greep die ontstaat wanneer je iets pakt met je duim en wijsvinger.
- Zowel schrijven, letters tekenen als naaien, borduren: iedereen kan het direct zonder scholing. Maar om de verfijnde technieken echt onder de knie te krijgen is veel, intensieve oefening nodig.
- Een naald en een pen worden in de taal eigenlijk door elkaar gebruikt: we schrijven met een pen, maar het woord breinaald kan moeiteloos worden ingeruild voor breipen. Het uiteinde van zowel een naald als een pen noemen we een punt. Bij een fineliner komt de inkt uit de holle naald.
- Als ik een stukje stof of een vel papier op de grond laat vallen, dan hoor je (vrijwel) niets. Maar wanneer ik een vel papier doorscheur of ik scheur een stukje stof dan maakt de scheur een vergelijkbaar geluid.
- Zowel papier als textiel kunnen eindeloos worden hergebruikt. Bij textiel is het voor dat hergebruik wel uitermate wenselijk dat de basismaterialen bestaan uit natuurlijke vezels, zoals bijvoorbeeld bij katoen, vlas en hennep het geval is.
Merkwaardig dat er een begrensd vakgebied is ontstaan rond papier en een andere afgebakende wereld rond textiel. Er zijn aparte winkels, deskundigen en musea. Er zit een hiërarchie in de materialen: iets wat op papier staat wordt belangrijker gevonden dan iets wat op een lapje stof aan de muur hangt.
Iets wat is geschreven heeft alleen al om die reden meer impact dan welk borduursel ook. 🙂 Iemand die een mooi handschrift heeft, wordt daar om geprezen, iemand die fijn naaiwerk aflevert……
Over het geheugen van papier:
“Ook papier heeft een geheugen” vertelt Aimée Zito Lema. ‘Je kunt een stuk papier dat lang opgerold heeft gezeten gladstrijken. Maar als je het papier in water legt, gaat het daarna terug in de opgerolde staat. Die herinnering zit in de vezels opgeslagen. ‘
Textiel tekstwerk als illustratie – Deborah Van Der Schaaf
In de bijlage van De Volkskrant van 1 februari 2025 staat een essay getiteld (ON)AFHANKELIJKHEID.
Het essay handelt over de ervaring dat we in vele fases van ons leven niet zo zelfredzaam zijn als velen van ons inschatten. We zijn afhankelijk van elkaar en die gedachte past niet bij ons zelfbeeld.
Om die gedachte te verbeelden maakte Deborah van der Schaaf onderstaand textiel werk.

De geborduurde letters op linnen bij het artikel worden benoemd als Illustratie.
Vertaald luidt de titel: Niemand is een eiland. NO MAN IS AN ISLAND. De kunstenares maakte een perfect beeld om in kleur, draad/lijn, letters en textieltechniek vorm te geven aan het idee dat alles en idereen met elkaar is verbonden.
De wereld van papier en de wereld van textiel
Anni Albers- Fleischmann: ‘Ik bemerk dat, wanneer een werk met draden is gemaakt, het als een ambacht wordt beschouwd; wanneer het een werk op papier is, dan beschouwt men het als kunst.
Tekst bij de tentoonstelling in het Haags Kunstmuseum van Anni Albers (geboren als Annelisa Elisa Frieda Fleischmann): ‘De bijdrage van Anni Albers aan de moderne kunst blijft lang onderbelicht. Ondanks een solotentoonstelling in het MoMa in New York (1949) – als eerste textielkunstenaar ooit – beschouwt de kunstwereld textiel lange tijd als ‘slechts’ handwerk – vrouwenarbeid zelfs – en daarmee als een discipline die niet thuishoort in de canon van het modernisme. Op 86-jarige leeftijd in 1985 zegt Albers : ‘Ik bemerk dat, wanneer een werk met draden is gemaakt, het als een ambacht wordt beschouwd; wanneer het een werk op papier is dan beschouwt men het als kunst.’
De eerste letters
Op 24 november 2024 vermeldt Nu.nl dat in een Syrische graftombe resten zijn gevonden van het oudste alfabet. De letters zijn geschreven op vier kokers van enkele centimeters groot van klei. De kokers en het schrift zijn 4500 jaar oud. De kokers werden gevonden in een graftombe, waar ook goud en aardewerk werd gevonden. In de kokers bevinden zich gaatjes. Men vermoedt dat daar een draad doorheen geregen kon worden, zodat woorden ontstaan.
Tot nu toe dacht men dat het oudste schrift drieduizend jaar geleden is ontstaan bij de Feniciers. De Feniciers woonden in het gebied dat nu Libanon heet.
En vóór de Feniciers communiceerden de Egyptenaren met hun hieroglyphen. Officieel noemt men dit geen schrift: een hieroglyph is eigenlijk een afbeelding, een symbool voor een woord.
Onder ‘schrift’ verstaan we abstracte tekens die samengevoegd een klank/woord vormen.
De relatie tussen papier, perkament en dierenhuid (leer)
De naam perkament, komt van Pergamon, de stad waar een koning het perkament uitvond in de tweede eeuw voor Christus. De handel in papyrus lag toen stil vanwege een boycot vanuit Egypte. Perkament werd ontwikkeld als alternatief voor papyrus.
Ik beschrijf het proces om van dierenhuid een beschrijfbaar oppervlak te maken.
- Meestal werd de huid van een rund, schaap of geit gebruikt.
- De dieren werden geselecteerd op hun huid. De kleur diende licht en egaal zonder littekens te zijn.
- Ik beschrijf de details van het slachten en het villen niet, maar u begrijpt: deze stadia zitten er wel in. (Het proces om van de huid van een dieren leer te maken wordt beschreven in Textiel vóór de oudheid.)
- Dan kwam de percamentarius, de perkamentmaker die de huid waste en weekte, met onder andere kalk en water.
- In alle tussentijdse stadia dient er veel te worden geschrapt.
- Dan wordt de huid gespannen om de kalk te verwijderen.
- Vervolgens wordt de huid uitgerekt waardoor de structuur van de huid verandert.
- Tijdens dit uitrekken wordt de huid steeds nat gehouden, om scheuren te voorkomen.
- En dan schuren en drogen, schrapen totdat de huid zo dun mogelijk wordt.
Om de zinnen mooi op het perkament te kunnen schrijven gebruikte men graag lijntjes. Om te zorgen dat ieder blad dezelfde belijning had, werd gebruik gemaakt van gaatjes in de marge, gemaakt met een priem, een naald eigenlijk.
In dit stukje over perkament leg ik een relatie tussen papier en de huid van een dier. Ik kom nog te schrijven over de relatie tussen leer en kleding. Onze eerste kleding was gemaakt van dierlijke huid, al dan niet met de pels er nog aan. Maar het hoofdstuk over ‘hoe bewerkte men dierenhuid ‘is in ontwikkeling. (bij textiel vóór de oudheid.)
Over de pincetgreep: het feit dat wij mensen de duim in contact kunnen brengen met onze andere vingers is uniek in de wereld van de zoogdieren. ik schrijf er meer over in het hoofdstuk: textiel vóór de oudheid.
Overeenkomsten tussen de werkvormen tekst en textiel
Er is echter wezenlijker overeenkomsten in de werkvorm: zowel schrijven, als naaien en borduren (en tekenen en schilderen ook) zijn technieken, cultuuruitingen, expressies waarbij de fasen in het werkproces voortbouwen op een eerdere fase. Het resultaat kan stapelen.
Borduren, schrijven zijn geen vluchtige uitingsvormen. Je kunt de resultaten (een blaadje papier of een lapje met een tekening of tekst of kruissteekjes) oppakken, in je handen houden.
Als ik naar een muziekoptreden ga of ik maak zelf muziek dan is dat een uniek, eenmalig iets.
En al kan het ene optreden op het andere lijken, het ís niet hetzelfde en vooral: het tweede optreden dient weer van voren af aan gespeeld te worden.
Borduren en schrijven zijn geen vluchtige uitingsvormen. Alles wat je schrijft of naait blijft bestaan. Het is een tussenstadium. Het resultaat kan stapelen.
Die vluchtigheid kenmerkt naaiwerk niet, tekenen, schilderen en schrijven evenmin.
Het zijn geen vluchtige cultuuruitingen: ik maak iets dat blijft bestaan, het blijft liggen wachten, ik kan het verbeteren, ik kan er aan verder werken. Ik maak een kledingstuk; ik kan het laten liggen en drie weken later kan ik er aan verder werken.
Ik kan de draad weer oppakken. Die uitdrukking kan ik zelfs gebruiken als ik verder ga met schrijven.
Bestaat een zelfde verband tussen tekst – textiel als tussen mannelijk – vrouwelijk?
In een interview met Connie Palmen (Sara Berkeljon – 9 maart 2024 – magazine De Volkskrant) citeert de interviewster uit het boek van Palmen De Wetten: ‘Een vrouw die schrijft, begeeft zich in het domein van de mannen. Ze ziet af van haar eigen middelen om zich betekenis te verlenen via iemand anders en grijpt naar de middelen van de man, pen, letters, wapens van de onmacht.
Connie Palmen verduidelijkt zichzelf: ‘De oerzingeving voor een vrouw is het moederschap.’
Zoals beschreven in het hoofdstuk (Textiel en hoe vrouwenwerk logischerwijze ontstond) kunnen kleine kinderen, moederschap en als verzorger beschikbaar zijn voor het afhankelijke kind in nauw verband staan met textiel.
Heeft tekst dan te maken met mannelijkheid?
In deze inleiding bij de eerste associaties over tekst en textiel kwam ik uit bij ratio en emotie.
Er zijn mensen die het één koppelen aan mannelijk en het ander aan vrouwelijk. Maar….er zijn veel emotionele mannen en veel analyserende vrouwen……die koppeling correspondeert niet met de realiteit.
Vervolggedachte over vrouwelijk/mannelijk
Bij de combinatie ‘informatie’ en ‘vroeger’ dacht ik aan de rotsvaste lay-out van een krant uit de jaren vijftig: een overzichtelijke tijd was dat.
Ik realiseerde mij: de ogenschijnlijk objectieve krant werd samengesteld door deskundigen die in een zuil zaten en die zuilen waren verbonden met kerken.
Hoeveel van de kennis die wij destijds zogenaamd objectief tot ons kregen was ‘toevallig’ ter meerdere eer en glorie van de kerken? Die kerken hadden invloed op confessionele politieke partijen.
En mag ik kerken synoniem stellen aan mannen? Katholiek, protestants of islamitisch/vroeger of nu; het zijn mannen. En die mannen beroepen zich op een boek.
Ik denk aan de eerste boeken. Prachtige boeken, daar gaat het niet om :-).
Ze werden gemaakt in de kloosters, in de middeleeuwen. Door mannen. Daar cirkelden wel vrouwen omheen: die maakten kleding. In de katholieke kerk is dat een vak apart.
Teksten en papier…hoe vaak zijn ze gebruikt om macht uit te oefenen?
Ik begrijp: in het rampjaar, toen de gebroeders De Wit op onbeschrijflijke wijze om het leven werden gebracht, was de moordende meute aangestoken door pamfletten. De boekdrukkunst was uitgevonden: de gedrukte desinformatie op papier van toen veroorzaakte een vergelijkbare schok in de samenleving dan de digitale desinformatie van nu.
Hoeveel textiel zit in een ambachtelijk boek?
Teksten en textiel: ze hebben dezelfde oorsprong en toch vinden we hen in onze maatschappij in gescheiden werelden terug.
Hoe is het eigenlijk met de boekrol verder gegaan, toen er boeken gemaakt gingen worden?
Van blaadjes papier werden kleine boekjes gevouwen, katernen genaamd. Die katernen werden met een draad en een knoop, de boekbindersteek, aan elkaar verbonden. In een dik boek kwam een lintje te liggen. De achterkant van die katernen werden extra beplakt met een geweven band, van textiel. Om het omslag werd, als het een belangrijk boek was, een mooi stukje stof geplakt.
Ook een fysiek boek en textiel hebben verbanden: een van de betekenissen van band (geweven lint), kan boek zijn.
Schrijven of borduren: mannelijk of vrouwelijk?
Tot voor kort wist ik alleen dat het schrift is ontstaan rond een tijdje voor Christus, ergens in Mesopotamië. Het heeft te maken gehad met boekhouding want er werd veel verhandeld bijvoorbeeld zijde. Schrijven had te maken met kleitabletten, met het bijhouden van de hoeveelheid handelswaar en inkoop- en verkoopprijzen.
De handelswaar textiel zal zijn geproduceerd door vrouwen.
Door toeval of zal het zelfbewustzijn zijn geweest, hebben we het hier over mannen die iets opschrijven en vrouwen die hun best doen met weven en draden. Wat de vrouwen maakten….daar konden mannen handelsroutes voor opzetten.
Als je iets opschrijft (of je nu met een spijker in een kleitablet krast of je schrijft met inkt op perkament of papier: als je schrijft kun je het niet ongedaan maken. Je ziet altijd of er iets is gegumd.
Bij borduren is dat niet zo: het weghalen van een draad kan dermate effectief zijn dat het onzichtbaar is dat die draad daar ooit zat. Een aangebrachte draad kun je ongedaan maken. Breiwerk en haakwerk en borduurwerk kun je uithalen. Tekst, al is het maar een boodschappenbriefje, blijft.
Als je schrijft, kun je het niet ongedaan maken.
Verschil tussen weefsel en papier: wie schrijft die blijft :-).
Zorg(d)en mannen er beter voor dat wat zij te zeggen hebben, werd vastgelegd?
Ik denk aan vrouwelijke kunstschilders die in hun eigen tijd een goed bestaan opbouwden met goede opdrachten, mooi werk en goed betaald: Ruisch met haar bloemstillevens, de portretten van Schwarze , of het werk van Lou Touber. Maar wanneer de overzichtscatalogus van een kunstzinnige periode of kunststroming werd gemaakt, dan kwamen de vrouwelijke kunstenaars daar niet in voor.
Wie niet zelf schrijft, blijft niet.
Een belangrijk stuk papier
Het onderwerp ‘papier’ komt vaak terug.
- Belangrijke gebeurtenissen in een leven (de akte van treurnis bij een scheiding het oprichten van een b.v.) worden nog altijd, ook in dit digitale tijdperk, op papier gesteld.
- Ik lees in het boek Katoen over de kolonisatie van Amerika. Hoe werden oorspronkelijk bewoners verdreven? Hoe werd land ingepikt? Daar kwamen wapens en geweld bij te pas.
Maar niet zomaar het geweer richten op mensen: het geweld werd gelegitimeerd met een zogenaamde vergunning, met een nieuw bedachte wet. Degenen die schoten beriepen zich op een stuk papier, dat zogenaamd hun daden legitimeerde. De tekst op dat stuk papier kon geschreven zijn door de kerk of door plaatselijke of landelijk ambtenaren.
Aan een stuk papier ontleenden de machthebbers het recht op hun onbeschrijflijke daden. - Ik denk aan diploma’s.
- Ik denk aan wetten. Die worden nog altijd op papier ondertekend en ze worden op papier bewaard in het Kabinet van de Koning.
- Tijdens mijn leven, in Nederland na de Tweede W.O. zijn de meeste wetten wel redelijk en rechtvaardig ook. Maar hoeveel misdaden, bijvoorbeeld in Nazi-duitsland, zijn gepleegd met het wetboek in de hand. Als een onrechtvaardigheid op papier staat, heeft dat het aanzien van iets dat rechtmatig is. ‘Want het staat in de wet’.
- Een wetenschap als Geschiedenis markeert daar zelfs haar grens: pas zodra een schriftelijke bron bestaat, valt het binnen haar wetenschap.
- Zo rond het eerste milennium bestond er in Europa zo goed als geen geschreven woord. De monikken in de kloosters gingen dat goed maken: ze schreven veel over kerk en religie. Mannenwerelden.
Degene die de vorm van papier en tekst kan hanteren bevind zich in het gebied van waaruit macht kan worden uitgeoefend. Vanzelfsprekend: een lapje stof of een blaadje papier, daar gaat geen macht van uit.
Maar papier…daar kan je pas macht aan ontlenen als je kunt lezen en schrijven. En dat was lang alleen weggelegd voor de mannelijke elite. Julius Caesar schreef de eerste Nederlandse geschiedenis. Laat dat een wrede overheerser zijn. Die wrede overheerser bepaalt ons zelfbeeld.
Een lapje stof of een blaadje papier, daar gaat geen macht van uit. Maar papier…daar ontleen je pas macht aan als je kunt lezen en schrijven.
Dat voorrecht was lang alleen weggelegd voor de mannelijke elite.
De macht van papier in deze tijd
In deze tijd met vele oorlogen en conflicten, worden vrijwel ieder jaar meer journalisten gedood. In 2024 waren het er meer dan 100. Ongeveer vijftig van hen werden moedwillig vermoord in Gaza. Dat komt Israel niet zomaar: als iemand de oorlogsmisdaden voor het tribunaal wil brengen dan is daar schriftelijk verslaglegging voor nodig. Zonder schriftelijk onderbouwing en bewijzen van misdaden is het niet mogelijk om een rechtszaak te beginnen.
Vandaar dat journalisten een doelwit vormen voor landen die oorlogsmisdaden plegen.
Als je slachtoffer bent of wordt en het staat niet op papier, dan kun je niemand aanklagen, dan bestaat de tegen jou gepleegde misdaad niet. Je moet het schriftelijk kunnen aantonen.
LJ Roberts – 1980 – geborduurd katoen



Bij textiel werk is de achterkant belangrijk. Velen van ons hebben herinneringen aan de kritische blik van handwerkjuffen die het werk ook aan de achterkant beoordeelden. De transparantie (de voorkant correspondeert met de achterkant) is kenmerkend voor textiel werk. Bij de tentoonstelling Unravel in het Stedelijk Museum heeft men dat begrepen. De werken worden prachtig gepresenteerd op een wijze waarbij zowel de voor- als de achterkant zichtbaar is.
LJ Roberts maakte deze kleine geborduurde portretten van vrienden en geliefden om de levens en strijdbaarheid van mensen uit de queergemeenschap zichtbaar te maken. Voor de kunstenaar zijn de werken zowel een viering van queerness als van handwerk.
De voor- en de achterkant van elk portret wordt getoond, omdat ze voor Roberts even belangrijk zijn. (Tekst is vrijwel letterlijk overgenomen van het informatiekaartje aan de wand naast de kunstwerken).
De tekst op het wandkleed:
YOU CARE ABOUT HIV CRIMALIZATION
I YOU JUST DON’T KNOW IT YET
Kenmerkende verschillen tussen papier en textiel
et verschil tussen papier en een lapje stof.
Volgens mij zijn er vier kenmerkende verschillen.
- Papier ‘staat’: met enkele kleine vouwtjes kun je het rechtop zetten. Het heeft een stevigheid die een lapje stof niet heeft. Textiel kan hangen en liggen.
- Papier is vlak en recht. Indien droog, bobbelt het niet. In textiel zit vrijwel altijd enige elasticiteit, dat geeft een kleine golvende aanblik. Soms ontstaat daaruit enige schaduw. Als ik dat wil vermijden dan dien ik het over iets stevigs te spannen. Dat doet het zachte karakter van textiel teniet. *)
- Een meer essentieel verschil is: papier heeft een voorkant die onafhankelijk is van de achterkant. Alles wat je op die voorkant ziet, staat op zichzelf. Het heeft niet direct een relatie met de omgeving; het is niet relatief.
Dat is bij textiel niet het geval: alles wat je op de voorkant aanbrengt, werkt door naar de achterkant. Je kunt aan de achterkant vaak zien wat op de voorkant staat. - En een vierde essentieel verschil is: borduurwerk, weefwerk kun je uithalen. Je kunt het ongedaan maken. Dan kun je niet meer zien dat daar eerst een lap stof was. Dat uithalen is bij geschreven tekst op papier onmogelijk. Je kunt altijd zien dat daar iets heeft gestaan: je kunt het weggummen, doorkrassen, maar de sporen van die acties blijven bestaan.
*) Kunstschilders kiezen daarvoor: zij spannen doek over een frame. Ik denk dat dat komt: textiel kun je weven in ieder gewenste maat. Bij papier ben je iets meer gebonden aan (standaard)afmetingen van A nul, een opengeslagen krant van vroeger, tot A acht, een visitekaartje.
Aquarelpapier, maar dat wordt dan ook gemaakt van katoen, bestaat in rollen van tien meter.
Textiel heeft een achterkant, die ook een verhaal vertelt.
Hoe veelzeggend de achterkant van textiel kan zijn is mooi te zien in onderstaand textiel werk van Deborah Van Der Schaaf. De voorstellingen zijn geborduurd op borduurlinnen.

Illustratie bij het essay (ON)AFHANKELIJKHEID in de bijlage van
De Volkskrant van 1 febr. 2025.
Het werk toont hoe wij mensen elkaar helpen, steunen, troosten.

En hoe veelzeggend is de achterkant van het werk, tevens de achterkant van de pagina in de bijlage: de losse eindjes in het contact, de verwardheid, het proberen en opnieuw beginnen.
De heldere lijnen worden kwetsbaar en fragiel.
Deborah van der Schaaf schrijft hier zelf over: door het draaien of spiegelen wisselen de gever en ontvanger van zorg, zoals verteld in het artikel.
Bankbiljetten zijn weliswaar van textiel, maar men noemt ze papiergeld.

Alles wat ik hierboven schrijf, wordt mooi duidelijk bij bankbiljetten.
Waarschijnlijk zegt ook u thuis: heb jij nog een briefje van vijf?
Alleen: als we briefjes van welke waarde dan ook gemaakt zouden hebben van

papier dan zou het na enkele malen vouwen, in stukjes uit elkaar vallen.
Alleen textiel kun je ongeveer 4000 keer vouwen, zonder dat het uit elkaar valt. Nederlandse bankbiljetten zijn gemaakt van katoen. ‘Sedert 2019 worden al onze nieuwe biljetten gemaakt van duurzaam katoen.’ (De Nederlandsche Bank. DNB.nl)

Het briefje van de Amerikaanse dollar wordt gemaakt van 75% katoen en 25% linnen.
(bron:Tijd.be/ondernemen/textiel/dollarbiljetten/made/in/west/vlaanderen)
Het feit dat het bankbiljet aan twee kanten een andere afbeelding geeft, maakt dat het valt in de categorie papier.

En bij Binnenstebuitenboel.wordpress.com ‘Geld wordt natuurlijk gedrukt op papier, maar wel papier dat nagenoeg geheel uit linnen en katoen bestaat. Vandaar dat een per ongeluk meegewassen en verfrommeld biljet zo prima te strijken is. ‘
De belangrijkste overeenkomst
Zowel werken met naald en draad als werken met pen en papier: met beide technieken vertel je een verhaal.
Ook de boekhouding vertelt een verhaal, het wandkleed met kruissteekjes vertelt een verhaal, de wandkleden van Bayeux, van Britta Marakatt- Labba vertellen een verhaal, de roman vertelt een verhaal.
Het net geleerde handschrift van een kind vertelt een verhaal.
Over het verhalen vertellen met textiel ga ik (over een tijdje) vertellen bij borduren.
De macht van tekst op papier I
In De Volkskrant van 8 februari 2025 vertelt cultuurhistoricus René Van Stipriaan over zijn pamflet Afscheid van het oude Nederland. We leven in een tijd waarin veel verworvenheden snel veranderen, misschien zelfs verdwijnen.
Hij vergelijkt het met de 16de eeuw, toen een grote volksbeweging opkwam: Luther, het protestantisme, de dopers en de calvinisten. ‘Een interessante parallel is dat nieuwe communicatievormen namelijk pamfletten een specifieke rol opeisten.’ Luther zorgde voor een onophoudelijke stroom gedrukt materiaal. Ook Willem van Oranje greep naar het wapen van de pamfletten: hij werkte handig samen met kooplieden en via prenten en pamfletten maakte hij het geloof politiek.
Papier en macht gaan goed samen.
Papier is de drager van macht. Het gedrukte woord was macht. Het gedrukte woord was ook anoniem: het hand geschreven schrift verdween. Een handschrift en geborduurde steekjes hebben nog wel raakvlakken. Maar de éénzijdig gedrukte tekst op een op zichzelf staand papier begint wel ver af te staan van het geborduurde lapje.
Zoals vierhonderd jaar geleden papier de macht leek te krijgen, zo krijgt nu het scherm de macht. Het scherm is nu de drager. De info die wordt aangeboden is vaak afkomstig van een anonieme afzender.
Dat begint nog verder af te staan van een lapje stof.
De macht van tekst op papier II
In De Volkskrant van 15 maart 2025, een interview door Wilma De Rek met wetenschapshistoricus Wijnand Mijnhardt. Het gaat om de fascinerende vraag: hoe bereikt wetenschappelijke kennis de gewone mens? ‘Boeken zijn in die kennisoverdracht heel belangrijk’. Degene die boeken lezen behoren bij de groep der ontwikkelden. Aan het eind van de achttiende eeuw, Nederland telde toen twee miljoen inwoners, kon ongeveer twee/derde van de volwassenen lezen en schrijven. Altijd blijkt, ook in onze hedendaagse samenleving, dat kennisoverdracht zeker niet altijd via boeken tot stand komt, maar dat imago hebben boeken wel. We beschouwen lezen als grondslag voor de kennisoverdracht.’
Citaat uit het interview: ‘Heel lang verliep kennisoverdracht mondeling en met behulp van aanschouwelijk onderricht. Voor een deel gebeurt dat natuurlijk nog’…denk daarbij aan de YouTube-filmpjes.
Maar het aanzien van lezen, als zijnde het belangrijkste middel voor kennisoverdracht, wordt sterk overschat.
De merklap
Het samengaan van tekst en textiel komt mooi samen in De merklap.
De merklap heette eerst merkdoek. Ik kan maar niet vinden aan wie of wat we die wijziging te danken hebben.
Er is veel informatie over de merklap te vinden op internet.
Ik ga de links naar deze sites doorgeven.

Deze merklap vond ik toen ik in de kringloopwinkel op zoek was naar een lijstje.
De inhoud van het lijstje, deze merklap, zat er nog in. €3,99 mocht ik ervoor betalen.
wordt vervolgd schrijf ik op 15 september 2025
Informatie-overdracht via textiel
De Quipu
De Spanjaarden waren de koloniale bezetters van de volkeren in De Andes.
Koloniale bezetters verbieden vrijwel altijd grote delen van de cultuur van het land dat zij willen overheersen: belangrijke gebouwen worden vernietigd, de taal wordt verboden, zelfs de opvoeding van de kinderen wordt door de bezetters overgenomen. Soms worden kinderen opgevoed in kostscholen, soms worden ze ontvoerd.
Het duurde lang voordat de Spanjaarden doorhadden dat de bevolking van de Andes afspraken konden vastleggen in een manier van het knopen van touwtjes en draden.
Toen de Spanjaarden dat communicatiemiddel ontdekten, werden de quipu’s verboden.
Quipu’s zijn een soort mengvorm tussen schrift en textiel knoopwerk.
De Spaanse overheersers dachten lang dat het een soort telraam was. De onderste knopen gaven eenheden weer, daarboven kwamen de tientallen, en zo voorts.
Maar de Inca’s konden er veel complexere boodschappen mee doorgeven en afspraken over verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld over de grondbewerking mee vastleggen.
Merklappen
En natuurlijk past bij het onderwerp tekst en textiel ook het onderwerp merklappen: dat zijn linnen doeken, waarop jonge meisjes van een jaar tien, twaalf konden oefenen, beter gezegd konden laten zien hoe goed ze konden borduren. Merklappen waren in eerste instantie bedoeld om wasgoed te signeren.
Dat zegt dus wel iets: het hebben van textiel was een teken van rijkdom. En als je het je kon permitteren om het in een wasserij te laten wassen, betekende dat ook dat je in je linnenkast nog een extra voorraad had die je kon gebruiken.
Servetten, lakens werden voorzien van de naam van de eigenaar of van het landgoed. En ze werden voorzien van het nummer: dus een serie servetten van één tot…. misschien wel vierentwintig.
Toen ik begin jaren zestig een meisje was van een jaar of twaalf introduceerde mijn moeder, die van zichzelf vond dat ze mij een goede opvoeding gaf, het begrip ‘uitzet’. Daar diende voor gespaard te worden, legde zij mij uit. De bovengenoemde grote aantallen lakens, handdoeken hoorden ik standaard te hebben wanneer ik de huwelijksmarkt zou betreden. Ik lachte mijn moeder daar wel over uit: ‘Wat moet ik nou met vierentwintig washandjes?’
Nu denk ik: misschien kreeg mijn moeder die kennis mee van haar thuis. Háár moeder, mijn oma was ooit dienstmeisje geweest in Amsterdam. Ze had gediend bij deftige families. Dáár leerde mijn oma hoe het hoorde.
Die vierentwintig handdoeken zijn er nooit gekomen. Maar ik heb er wel over moeten onderhandelen: we kwamen uit op twaalf :-).
Omdat het geborduurde teksten betreft, past het onderwerp goed bij tekst en textiel. Er zijn zelfs aanwijzigingen dat het borduren van de letters en de cijfers voor jonge meisjes een manier was om de letterklanken en cijferklanken te leren.
Ik zag (in mijn niet gepubliceerd archief) dat ik bij het onderwerp Borduren (ook nog niet gepubliceerd) al een aardig stuk over merklappen heb geschreven. Ik ga dat hoofdstuk zo snel mogelijk online zetten. Dan voeg ik een link toe die naar merklappen leidt.
Tot slot: relaties met andere hoofdstukken
Ik trek in dit hoofdstuk niet echt conclusies over een eventuele hierarchie tussen tekst en papier en stof en/of geborduurde afbeeldingen. Maar wanneer u leest over het verdwijnen van ambachten (nog niet gepubliceerd),… over hoe mannelijke filosofen het denken met het hoofd toch altijd van een hogere orde achten dan werken met de handen, dan kun je wel zien hoe een vooraf bedacht ‘hoogstaand’ ideaal een grote schaduw werpt op de mensen die iedere dag met hun handen de voorwaarden scheppen voor het poneren en uitdragen van die hogere ideeën.
Laatst bijgewerkt: 22 augustus 2025/15 september 2025
Bij Pinterest verzamel ik afbeeldingen van textiele werken die op de een of andere manier het begrip tekst met zich meedragen. Dat kunnen letterlijk geborduurde teksten zijn, maar ook een wandkleed met de bladspiegel van een krant of een boek. Pinterest – Marij Adriaens – Tekst-iel.
Literatuur:
- Etymologisch Woordenboek – Van Dale door dr. P. A. F. van Veen in samenwerking met drs. Nicoline van der Sijs. Van Dale Lexicografie. Utrecht/Antwerpen.
- De informatie over perkament en papier komt uit het boekje Datura Medieval Music, een boekje dat hoort bij een gelijknamige c.d.. Blz. 48 en 50
- Het citaat van Aimee Zito Lema, over het geheugen dat in de vezels van papier blijkt te zitten, komt uit De Volkskrant van vrijdag 29 maart 2024, pag. V9.
- De foto’s en informatie over Mary Delany komt van de site artofcollage-wordpress.com.
- Ook Wikipedia heeft een onderwerp over Mary Delany.
- Wikipedia: Quipu
- Over boekbind-technieken bestaat een zeer informatieve site: BBC Het oude ambacht. Op die site wordt zichtbaar hoe de steken met naald en draad om boeken te binden een onmisbaar aspect vormen. Zie ook op YouTube.
- Nu.nl: 24 november 2024: Resten van oudste alfabet ooit gevonden in Syrische graftombe.
- De Volkskrant – boeken: 8 februari 2025 – Geen zicht op hoop. Geschreven door Laura De Jong.
- De Volkskrant – magazine – 1 februari 2025.
- De Volkskrant – 15 maart 2025 – boeken – ‘Lezen behoedt ons niet voor nonsens’ – Interview met Wijnand Mijnhardt door Wilma de Rek.
- Https://deborahvanderschaaf.nl
Magdalena Abakanowicz heeft een foundation. De link volgt. schrijf ik op 23 april 2025.
Illustratie:
Wikimedia commons – foto van de rol papier gemaakt van papyrus/riet
De foto’s van het werk van Delany komen van de site: artofcollage – wordpress.com.
De andere foto’s (van het geld en tentoonstelling stedelijk museum en het werk van Deborah van der Schaaf) maakte ik zelf.
De foto’s van het werk van Magdalena Abakanowicz maakte ik in Museum Den Bosch op de tentoonstelling in de zomer van 2025
Laatst bewerkt: 13 december 2025
VOLGENDE DEEL KAN NAAR TEKST-IEL. Het staat klaar om te worden ingepast in het grotere geheel.
Zowel de wilgenbast als de beukenbast werden gebruikt als een soort papier. Er werden symbolen of teksten in gekrast.
Runentekens werden gekrast, gekerfd in beukenschors. Het woord boek en beuk zijn etymologisch aan elkaar verwant. Staafjes van beukenhout speelden een rol bij het ontcijferen van de runentekens. Vandaar dat in het Duits een letter Buchstabe betekent en beuk betekent Buche. Beukennootjes worden ook wel boekels genoemd. (Stemderbomen.nl). De betekenis verschoof van het materiaal beukenhout naar het daarop geschrevene, en uiteindelijk naar het bundel papier dat we nu kennen als boek. Bij Wikipedia bij boek komt men er ook op terug. Daar legt men het verband met papyrus en boekrol.
