Bericht vooraf: dit hoofdstuk leek aardig af, maar zoals dat gaat bij onderhanden werk…
enkele alinea’s gingen beter passen in andere hoofdstukken.
Sommige alinea’s heb ik dus verplaatst. Daardoor verdwijnt (voor ongeveer een week) het verband uit het bestaande hoofdstuk.
Dus…het is nu 10 juni 2025 een paar dagen is dit hoofdstuk een beetje onoverzichtelijk misschien.
OVERZICHT VAN DE HOOFDSTUKJES DIE ER NU NOG STAAN:
Een positief beeld van een handwerktechniek – Kleiding in ons dagelijks leven – Gedichtenbundel van Ted van Lieshout – Kleding op tv – Tenten als kunst – Kleding is megabelangrijk voor ons imago – Het aanzien van textiel in de maatschappij – Bij momenten die ons leven markeren hoort aparte kleding (1) – Hoe wordt over kleding en textiel taalkundig gesproken? – Bij momenten die ons leven markeren hoort apart kleding (2) – Conclusie over belang van kleding.
Het aanzien van kleding in de Middeleeuwen.
De woorden draad en garen in onze taal.
Een positief beeld van een handwerktechniek
Vandaag (8 juni 2025) zie ik op Netflix een documentaire over quilten. De docu van ongeveer een half uur heet The Quilters en laat Amerikaanse gevangenen aan het woord: in deze gevangenis bestaat de mogelijkheid om quilts te maken. Iedereen die in de documentaire is te zien zit een lange straf uit.
Het is extra oprecht wanneer harde gasten hun zachte kanten laten zien.
De quilts zijn bestemd voor kinderen in pleeggezinnen of andere kinderen die niet huisje, boompje, beestje kunnen opgroeien.
De handwerktechniek komt prachtig onder de aandacht.
Kleding in ons dagelijks leven
Iedere ochtend, ik denk dat heel veel mensen dat doen, denken we na over: wat trek ik aan vandaag?
Is het warm of koud buiten – kies ik voor een opvallende kleur – wat past daarbij – welke bezigheden heb ik vandaag – ga ik niemand ontmoeten dan kies ik iets anders dan wanneer er bezoek komt.
Ik praat niet over mijn keuze.
Ik zeg niet tegen mijn partner of buurvrouw: kijk mij vandaag eens, ik heb gekozen voor…. omdat….
Het kiezen van de kleding die ik draag is een woordenloos maar belangrijk aspect van hoe ik mij in de wereld begeef. De oude regenjas is prima om te werken in de tuin, eigenlijk aan de stijlvolle kant maar dat kan geen kwaad. Als ik op diezelfde dag boodschappen doe in het dorp kies ik toch voor andere kleding: een kort jasje of een trui met een paraplu voor de zekerheid.
Het geeft een goed gevoel als het lukt om mezelf zo goed mogelijk te presenteren.
Vanzelfsprekend doe ik dat achteloos…:-)
Gedichtenbundel met foto’s van Ted van Lieshout – Ommouw me

Ted Van Lieshout schrijft prachtige gedichten over zijn eigen kledingstukken, over de kleding van zijn overleden broer, over de laatste sok die oma breide.
De kledingstukken krijgen vaak een stem, ze hebben gevoel en kunnen mooi verwoorden.
Het boekje is prachtig vormgegeven.Uitgegeven bij Leopold. Het boekje heet: Ommouw me.
Onderstaand gedicht staat bij twee foto’s van een pyamabroek.
De eerste keer
Mijn meisje trok me uit
Ik riep nog: houd me aan!
Maar ze luisterde niet en liet
haar lichaam zien
aan een vreemde, een vent,
een vlerk, een vlegel.
Ik kon het niet aanzien.
Ik was machteloos.
Wat had ik kunnen doen?
Zonder iemand die mij droeg?
Kleding op tv
Na de documentaire van The Quilters keek ik naar een concert van Di-rect. De zanger kleedt zich steevast prachtig theatraal: ik zie een soort kazuivel. Hij zou goeroe of hogepriester kunnen zijn.
De gitarist is strak gekleed in een glanzende lichtgroene broek met glinsterend, licht weerkaatsend overhemd. Even later draagt de zanger een soort groene cape; hij imponeert nu als ware hij tovenaar.
Daarna kijk ik naar Joanna Lumley over de specerijenroute. Het voormalig fotomodel is in Zanzibar, waar de kleuren van de kleding van de plaatselijke bevolking je tegemoet stralen. Ze maakt grapjes in een stijlvolle zwart-wit jurk. Ze spreekt met een kledinghandelaar. Hij vertelt over de regionale kleding die hij natuurlijk ook verkoopt. Hij gaat een jas maken van de stof die de presentatrice uitzoekt.
Intussen draagt Joanna, het lijkt casual kleding, maar het is een uitgebreide en uitgekiende garderobe. Alles afgestemd op de omgeving. Ze gaat ook naar een vluchtelingenkamp: Syriërs in Jordanie.
De tent waar het gastvrije gezin eerst in verbleef is inmiddels vervangen door een soort ijzeren container.
Het ontroert me wanneer ik zie hoe de bewoonster textiel voor het plaat-staal heeft gehangen, waardoor heel het gezin zich in een tent kan wanen. En op de paar vierkante meters die buiten de container nog gelden als hun landje, verbouwen ze groenten. Ik smelt.
En dan gaat de presentatrice naar een bedoeïnengezin. Ze wonen in de woestijn.
Als textiel ergens een grote rol speelt, dan is het wel bij de nomadenvolken: puur, mooi, functioneel. De presentatrice heeft humor, ze complimenteert de gastvrouw, lacht hartelijk met het oudste mannelijke familielid van de bedoeïnen die een vrouw zoekt voor zijn broer, een tweede of derde echtgenote. Joanna hoort dat ze wel tien kamelen waard zou zijn. Alles sociaal heel goed op elkaar afgestemd: mensen maken echt contact. En intussen wisselt de garderobe van Joanna bij ieder nieuwe ontmoeting.
Textiel en kleding spelen een zeer grote rol, maar dat wordt niet benoemd.
Textiel speelt een zeer grote rol, maar het wordt niet benoemd.
Het zijn enkele voorbeelden (de quilters is voorbeeld één en de zanger en de presentatrice is voorbeeld twee) waarbij textiel positief in de aandacht staat.
In het geval van de gevangenen raakt de mix tussen kwetsbare emoties bij mannen die ooit, in hun eigen woorden, ‘messed-up’ handelden en de zachte textiel heel goed uit.
Tenten als kunst: UNHCR-familietent
United Nations High Commissioner for Refugees
Ik schreef hierboven over het vluchtelingenkamp in Jordanie waar 120.000 vluchtelingen wonen. Ze woonden er al een tiental jaren, eerst in tenten. Die tenten verdienen toch ook extra aandacht. Ik vind het al een wonder dat je voor enkele tientjes een trekkertentje kunt kopen in een van de goedkope warenhuizen. Maar nog meer speciaal vind ik dat je in enkele uren een huis, want dat is een tent toch eigenlijk, kunt maken van textiel.
Tot mijn grote genoegen tref ik in het nieuwe museum Feniks in Rotterdam een serie foto’s van kunstenaar/fotograaf Henk Wildschut. Hij maakte de serie Rooted in 2021 om te laten zien dat het een natuurlijke innerlijke behoefte is van mensen om tuintjes te maken, om iets te hebben dat wortelt. Zelfs in een vluchtelingenkamp in de woestijn bakenen mensen gebiedjes rond hun tent af om iets te kunnen laten groeien. De plastic flessen dienen als kasjes; ontroerend creatief en hoopvol, vind ik.


De eerste foto is een (gedeelte van de) foto die ik maakte in Museum Feniks. In het museum zijn meer foto’s van Dhr. Wildschut te bewonderen. De foto ernaast is een nog ingepakte tent van de Verenigde naties. De rol zal een kleine twee meter lang zijn en een doorsnee hebben van 30 cm. Hij wordt terecht als een kunstwerk gepresenteerd naast de foto’s van Wildschut. (https://Henkwildschut.com).
Het thema van het Feniks Museum is immers migratie.
De tent biedt bescherming en maakt het verschil tussen kunnen leven en overlijden. De tenten zijn ontworpen voor vijf personen, maar in sommige gevallen delen veel meer mensen deze 23 meter. De tent heeft een geschatte levensduur van één jaar. Maar veel families wonen noodgedwongen vele jaren langer in UNHCR-tenten.

Ik zoek op internet naar nog meer info over UNHCR. Ik lees dat de tent die we hierboven zien niet meer wordt geproduceerd. Samen met het beroemde Zweedse woonwarenhuis, vanuit een ontwerp van een hedendaags ontwerpbureau zonder winstoogmerk, worden de tenten nu geproduceerd, zoals hiernaast afgebeeld. Omdat er zoveel was buiten te wapperen hangt, kon ik het niet laten om de foto over te nemen.
We kunnen doneren als u naar de site gaat: vluchtelingenhuisvesting 2.0 UNHCR
Onze kleding is megabelangrijk voor ons imago.
Zeker is die kleding megabelangrijk, maar we hebben het er niet over. Dat blijkt ook bij portretten: de klassieke portretten van noem maar op…
Zeker wordt het gezicht bijzonder mooi belicht en realiteitsgetrouw in beeld gebracht. Maar de geportretteerden dragen altijd ook kleding waar ze zich graag in laten zien.
Die kleding vertelt minstens zoveel over wie ze zijn. Maar in de begeleidende bijschriften wordt daar zelden over gesproken of uitleg over gegeven.
Hier komen binnenkort twee foto’s
Hier komt tekst over de foto’s
hier komen twee foto’s, ook portretten
Hier komt de begeleidende tekst over de foto’s.
Het aanzien van textiel in onze maatschappij
Het hebben van kleding, een beschermende deken, zelfs een knuffel zijn voorwaarden voor ons mensen om te kunnen leven. We zijn immers zoogdieren zonder vacht en we hebben een dunne huid. De zachtheid van textiel is een voorwaarde voor ons gevoel van welbevinden. Textiel is een noodzakelijke tweede huid. Verbeeld ik mij dat het dragen van textiel (te veel) wordt gezien als een vanzelfsprekend verlengstuk van ons lijf?
Ik noem enkele voorbeelden.
Het overlijden van de Britse vorstin. De begrafenis was wereldwijd te volgen. U kent de superlatieven van de royalty-watchers wel. Zoals ik het zelf zag: het is eigenlijk een choreografie, een voorgeschreven trage (ca)dans, waarin een kleine stoet zich langzaam, stap voor stap verplaatst.
De duizenden toeschouwers staan stil; ze vormen aan twee kanten een soort donkerbruine haag.
Ze wijzen als het ware de weg. Het uiterlijk van de ‘dansers’ in de stoet is onderscheidend: zij dragen kostuums in felle kleuren, uniformen in dit geval. Over die uniformen wordt door de commentatoren met geen woord gesproken. Wat is de eeuwenoude symboliek ervan? Welke geschiedenis wordt hiermee verteld? Hoe oud zijn ze? Wie maakte ze? Van wat voor stof is het gemaakt?
Dienen de kleuren, de pracht en praal alleen om zich te onderscheiden van het volk?
Of Prinsjesdag in Den Haag. De choreografie is volstrekt vergelijkbaar met de Engelse begrafenis: voorgeschreven, trage verplaatsingen. Onderscheidend zijn de uniformen van de militairen, de ruiters.
In november ’22 wordt het WK Voetbal gehouden.
Aan het begin van iedere wedstrijd wordt een meer dan levensgrote vlag getoond: met een oppervlakte van tientallen vierkante meters. Er zijn tientallen mensen nodig om die vlag strak te trekken. Indien het vlaggen betreft met een driekleur kan ik me nog wel voorstellen hoe je dat weeft en naait. Maar er lijken ook vlaggen te zijn zonder naad. Hoe kan je zo’n groot stuk textiel naadloos weven? Of vergis ik me: is het gedrukt op kunststof? Het speelt zich af in Qatar. Het mag daar iets kosten: misschien is het wel gemaakt van zijde? Hoe weven ze dat? Is het vooral de bedoeling om mij te imponeren?
Voetbal is sowieso interessant als het om textiel gaat: in de competitie liggen vlaggetjes van de thuisclub klaar op de stoelen. Hoe belangrijk zijn de tenues van de voetballers en de clubs, ieder seizoen een nieuwe outfit!
Of van een andere orde: hoe onmisbaar vinden we een gordijn? Zelf in een verwaarloosd pand hangt toch altijd nog een oude lap, het mag een versleten laken zijn, voor een raam. En daarmee ontstaat het verschil tussen binnen- en buitenwereld, tussen privé en openbaar.
Of twee lagen katoenen stof, mits goed gespannen zoals in een kampeertent, vormen de begrenzing voor een luchtlaag, waarin we als mens kunnen leven. Met wonderbaarlijk weinig middelen ontstaat iets dat je huisvesting kunt noemen: het verschil tussen binnen en buiten, bescherming tegen wind, regen, zon en insecten.
Bij momenten die ons leven markeren hoort aparte kleding (1)
Wanneer iemand overlijdt wordt bewust nagedacht over ‘wat trek ik aan bij het afscheid?’ En als iemand trouwt, hoort daar feestelijke kleding bij. En steevast zal die kleding benoemd blijven als ‘Het pak van de bruiloft’ of ‘de jurk die ik kocht voor de trouwerij van…. ‘
De kerk speelt niet meer zo’n grote rol in de maatschappij als vroeger, maar bijzondere momenten zoals het tekenen van een contract, een jubileum, daar hoort nieuwe feestelijke, eventueel gekke kleding bij. En ook bij overlijden in onze tijd…al zijn de voorschriften niet strikt…iedereen denkt na over: welke kleding past bij die gelegenheid, wat zou de overledene hebben gewenst?
En vervolgens zitten de herinneringen aan de dag, aan een gebeurtenis ook vast aan het kledingstuk. Die blouse had ik aan toen…
Hoe wordt over kleding en textiel taalkundig gesproken?
De waarde van textiel blijkt dus ook uit onze kleding. Wie zouden we zijn zonder kleding? Is het belang ervan af te lezen in uitdrukkingen in onze taal?
Als eerste komt houtjes-touwtjes verbinding bij me op. Het is geen onwrikbare verbinding, maar die los-vastheid is vaak nét datgene wat je nodig hebt: even snel even iets aan elkaar maken, dat ook weer even gemakkelijk los te maken is. Maar in onze taal is een houtjes-touwtjesverbinding een begrip dat staat voor iets ongewensts; het heeft dan geen kwaliteit.
Als iets naadloos overgaat in iets anders: dan wordt dat als positief gezien. De naad (zichtbaar gevolg van de handeling met naald en draad die nodig is om twee stukken stof aan elkaar te verbinden) wordt dus niet als positief gezien. het moet naadloos zijn.
Ik glimlach bij woorden als soepjurk, slijmjurk, geitenwollen sok of zijden sok.
Uitdrukkingen als in je hemd staan, een held op sokken of Jan met de pet of ik kan er met mijn pet niet bij.
Een muts dan…toch een sympathiek kledingstuk waar je gemak van kunt hebben bij kou. Maar als iemand ‘muts’ wordt genoemd…
Petje af is een uitdrukking om te vertellen dat je ergens bewondering voor hebt.
Deze manier van zeggen komt uit de tijd dat de arbeiders, die een pet droegen, deze standaard even afdeden om te groeten naar een heer met hoge hoed.

Roger Raveel – Vlaams kunstschilder. Hij heeft een eigen museum in Machelen aan de Leie.
De titel van het werk is ‘Tafel met bloemetje’, gemaakt in 1950-’51
Ik weet niet waarom de lap stof, de schaar en de bolletjes wol niet genoemd worden in de titel 🙂
Het aanzien van een breiwerkje en borduursels
Eind september 2022 is in het nieuws dat de toenmalige Kamervoorzitster mogelijk niet capabel is voor haar ambt. Bij een nieuwssite staat als commentaar: ‘ze zit erbij alsof ze ieder moment een breiwerkje uit haar tas kan halen’. De ingezonden brief krijgt aardig wat likes; blijkbaar staat het breiwerkje symbool voor brevet van onvermogen.
En eind oktober ’22 wordt in het programma Buitenhof een filmpje getoond: een Oekraïense vrouw geeft aan een Russische soldaat enkele zonnepitten. Ze bijt hem toe: ‘Stop die in je zak, dan groeit er straks nog iets moois uit je. ‘ De journalist en de presentator zijn het eens: dit is moedig gedrag.
De journalist zegt: ‘Vroeger voelde ik me niet zo verbonden met Oekraïne. Ik vond het een land van folklore en borduursels.’ Blijkbaar zijn borduursels net zo slechts voor je imago als breiwerkjes.
Niet veel later komt een zangkoor uit Oekraine op t.v.. Zoals een koor betaamt: ze dragen uniforme kleding: folkloristische. De dirigent een soort kaftan met borduursels: kruissteekjes.
Ook ik voel dan hetzelfde als de journalist: hier hoor ik niet bij. Maar dat is natuurlijk wat welk uniform dan ook wil zeggen: zonder uniform ben je buitenstaander, je hoort duidelijk niet bij de groep van de drager.
Mode of klederdracht
Ik wilde het eigenlijk niet over mode hebben, maar nu toch even wel: als je meegaat met de mode, dan geef je daarmee aan dat je vanuit jouw willekeurige plek in de maatschappij weet waar deze maatschappij om vraagt. Je zegt ermee dat je bij je tijd, bij je omgeving, bij je idool wilt horen.
De boodschap die je uitdraagt – misschien zonder het te willen – als je borduursels van je moeder draagt: ik heb een moeder die voor mij zorgt; ik hoor bij haar en daarmee bij haar regio.
En wanneer ikzelf een ribfluwelen rok draag tot over de knie dan hoop ik dat mensen vrolijk worden van de kleur, maar de kijker voelt instinctief: die rok is zelfgemaakt. Zulke rokken worden al decennialang niet meer in winkels verkocht. Dat ik in die rok loop…ik geef er een signaal mee af.
EVEN APART: DE HOED EN WITTE BOORDEN
Ik ken nog één positieve uitdrukking over een kledingstuk en die luidt van de hoed en de rand weten. Net als petje af zal het geen toeval zijn dat de hoed zolang een kledingstuk voor de man uit de gegoede klasse. Witte boorden kwamen daar eveneens het meest voor. De smetteloze kraag van een overhemd van de man op kantoor wordt nu taalkundig gekoppeld aan criminaliteit die voorkomt bij mensen in keurig pak.
Hourusdebattraining.nl (hoed vol anekdotes over de hoedenwet in het Lagerhuis.: in Engeland was het pas in 1988 niet meer verplicht om een hoed te dragen in het Engelse parlement. U ziet wel aan de naam: eigenlijk is de info reclame voor een training. Maar het is ook een leuk, lang verhaal.
De regio vannu.nl
Handwerktechnieken taalkundig bekeken.
Basistechnieken uit het werken met textiel, zoals naaien en stikken hebben ook een andere, niet positieve betekenis. Als ik wil zeggen dat ik naaien leuk vind, zal de toehoorder een glimlach niet kunnen onderdrukken. Meestal omschrijf ik de activiteit en zeg ik: ‘Ik heb vanmorgen heerlijk gewerkt achter de naaimachine.’
Het woord handwerk heeft ook een betekenis in de wereld van seks-werk.
Een andere uitdrukking rond naaien is: iemand in het pak naaien. Die uitdrukking is afkomstig van het inbakeren van baby’s. ‘Het pak’ staat dan voor de doeken waarin het kind werd gewikkeld, waardoor het hulpeloos niets kon doen. Iemand in de luren leggen is in betekenis verwant en ook in ontstaansgeschiedenis. Luren komt van luiers. ‘van ’t zelfde laken een pak’ en ‘voor het lapje houden’ komen ook langs. Geen uitdrukking heeft een positieve betekenis, hetgeen mede komt omdat het woord naaien sedert eind vijftiende eeuw een nieuwe betekenis kreeg, namelijk geslachtsgemeenschap hebben. Het woord naaien als handeling met naald en draad bestaat sedert begin dertiende eeuw.
(zie: onze taal.nl/schatkamer/lezen/uitdrukkingen)
De uitdrukking schering en inslag, kenmerkende begrippen uit het weven, wordt alleen gebruikt in combinatie met een ongewenst verschijnsel. Je hoort nooit: het vinden van de ware liefde is schering en inslag. Het plaatsen van een vuurwerkbom: dát is schering en inslag.
Een doekje voor het bloeden: zo’n doekje noemen we verband en is onmisbaar in een (zieken)huis, maar maatschappelijk heeft dat onmisbare verband de betekenis gekregen van een aardigheidje dat fundamenteel niets aan een echte misstand verhelpt.
Als laatste woord: zelfkant. Een geweven lap stof rafelt niet aan de zijkant, want de horizontale draad (de inslag) loop door naar de volgende regel. Taalkundig is het woord gaan betekenen: de rand van de maatschappij. Sara Vrugt zegt hierover in het Leidsch Dagblad van 12 mei 2022: ‘Laken was een heel zware en dikke stof. Dat werd vanaf 1570 op andere plaatsen goedkoper geproduceerd. Saai is een minder bekende stofsoort dan Leids laken. Het was min of meer de opvolger van het Middeleeuwse Leids laken. De stof was wat eenvoudiger, vandaar de naam saai. De zelfkant is de zijkant van de stof, maar verwijst ook naar de zijkant van de samenleving. De goedkope arbeidskrachten werden uit de onderste klassen van de maatschappij geworven. Het woord ‘saai’ komt van sajet; dat is een korte wolvezel, niet de beste kwaliteit dus, die sterk moest worden gedraaid (getwist) om tot garen te kunnen worden gesponnen.
En dan hebben we natuurlijk nog, heel hoopvol, ‘De kleren van de keizer’. Hoe deftig is een keizer niet. Maar…:-)…met de uitdrukking wordt bedoeld dat iemand in zijn nakie loopt of eventueel: met veel poeha iets laat zien dat niets voorstelt.
Bij momenten die ons leven markeren hoort aparte kleding (2)
Ik loop over de Lange Voorhout in Den Haag, een lange eeuwenoude laan met oude hoge bomen.
Het is nog altijd een beetje een deftige plek. Als ik aan kom lopen kan ik eerst niet plaatsen wat ik zie: zijn er waslijnen met was gespannen tussen de bomen?

Er lijken alleen jurken aan te hangen.
Er wordt uitleg gegeven.
Het is een kunstinstallatie.
De titel is: ‘Thinking of You.’
De kunstenaar heet Alketa Xhafa Mripa. Ze is geboren in Kosovo. Na gevlucht te zijn uit het oorlogsgebied studeerde ze in London.
Thinking of You wil een antwoord zijn op eerst het trauma en daarna het stigma dat de overleefsters van het sexueel oorlogsgeweld ervaren. De jurken zijn gedoneerd door vrouwen die het seksueel geweld in hun land hebben overleefd.
Toen de uitleg me duidelijk was kreeg ik koude rillingen van de waslijn.
En ik dacht: Ah…het was me al opgevallen dat het kledingstuk jurk zo vaak een speciale connotatie heeft: of het is een soepjurk voor een vrouw (of man) met weinig aanzien. Of het kan een goddelijk item zijn voor mode-ontwerpers die een jurk mogen ontwerpen voor een prachtige jonge vrouw.
Maar dit is wat goede kunst vermag: die gewone kledingstukken bezorgen me koude rillingen omdat ze een mens, een vrouw, haar pijn, haar uitsluiting personifiëren.

Conclusie over het belang van kleding
Ik concludeer: aan iemands outfit leest men zijn/haar positie in de maatschappij af. Een feest als carnaval, waar het enkele dagen niet van belang is of je rijk of arm bent, is een verkleedfeest. Je trekt kleding aan die je normaal gesproken niet zou dragen: je steekt de draak met rangen en standen.
Voor een koningshuis is het belangrijk om zich te onderscheiden van de gewone burger.: hoe kleuriger hoe meer imponerend. En een voetbalclub: de elftalshirts zijn het uniform van een land. Iedereen vindt zichzelf bij aanvang van het tournooi de beste.
Voor nu concludeer ik: uit onze taal blijkt dat kledingstukken werden geassocieerd met de rang of klasse waar je toe behoort/behoorde of wenst(e) te behoren.
Kleren maken de man – kleding in de late Middeleeuwen
Dan schiet me toch nog een uitdrukking te binnen over kleding: kleren maken de man. Ik schat in dat het betekent dat het voor een man in het maatschappelijke leven belangrijk is (was?) hoe hij eruit ziet. Ik schat zelf in dat het vanaf midden jaren zeventig, afhankelijk van de kringen waarin je wilde verkeren al heel verdacht kon zijn wanneer je jezelf keurig in het pak stak om bijvoorbeeld naar je werk te gaan.
Tot mijn verrassing stamt de uitdrukking uit de Middeleeuwen. In de zestiende eeuw zei men: ‘de cleederen maken den man, diese heeft doese aen’. Het betekent: ‘de kleren maken de man, wie ze heeft kan ze maar beter aandoen’. De moderne betekenis luidt: verzorgde kleren doen iemand op zijn best uitkomen, en omgekeerd: naar zijn kleren wordt men beoordeeld en geacht door wie men als persoon niet gekend wordt. Het is een uitdrukking die al vanaf de Romeinen bekend is: vestis virum reddit.
Er schiet me een anekdote te binnen. In mijn familie was mijn vader min of meer de enige die in het pak naar zijn werk ging: colbert, stropdas, wit overhemd. De oudste zus van mijn moeder was niet gewend hem zo te zien, dus toen ze hem eens in zijn keurige outfit zag thuiskomen, zei ze: ‘Zo Jan, als heer vermomd?” Dat bleef sedertdien een familie-uitdrukking als iemand op zijn paasbest ergens naartoe ging, dan ging hij ‘als heer vermomd’.
Deze manier van zeggen is wel verwant aan ‘aangekleed gaat uit’. Iemand, niet afkomstig uit de hoge, sociale klasse doet zeer zijn (haar? 🙂 best om zo keurig mogelijk voor de dag te komen. En dan komt als goedmoedig commentaar: ‘Zo…aangekleed gaat uit?’
Voorschriften in kleding die was toegestaan
Ook nu nog markeert kleding je sociale plaats in de samenleving. Er zijn zeker festiviteiten en manifestaties waarop dat in onze huidige samenleving niet of bijna niet aan de orde is: een popfestival bijvoorbeeld of een bioscoop.
Maar de neiging van (zeer) rijke mensen om andere mensen af te troeven met dure kleding was wel heel duidelijk in de Middeleeuwen.
De zoekmachine wijst mij de weg naar een afstudeeronderzoek ‘Kleren maken de man’. De scriptie beschrijft de kledingstijl in de late Middeleeuwen van de rijke adellijke bovenlaag in de samenleving, die niet hoefde te werken. En er waren rijke mensen die zich eigenlijk ook wel die rijke kleding ook wel kon permitteren. Daar zijn, in alle Europese landen, wetten voor uitgeschreven.
Er kwamen officiële kledingvoorschriften voor bijvoorbeeld boeren: zij mochten alleen grijze of zwarte kleding dragen.
De kleding van ‘de gewone man’ was gemaakt van grof linnen, van wol of van hennep.
De adel (vaak is sprake van het Bourgondische hof) droeg kleding die was gemaakt van geïmporteerde stoffen, zoals zijde, brokaat en fluweel. Hun kleding was uitbundig gekleurd: groen, blauw en rood.
Taalkundig: de woorden draad en garen in onze taal.
Gelukkig: de basis van de textiele sector wordt gevormd door ‘de draad’, min of meer een ander woord voor garen.
De betekenis, het belang van de draad wordt minder in twijfel getrokken dan de daaruit vervaardigde kleding. De Vlaamse ontwerper Christian Wijnants in De Volkskrant van 10 dec. 2022: ‘Het fascinerende van breiwerk is dat je van één draad een hele creatie kunt maken, het is bijna toveren. Je kunt zelfs driedimensionaal breien, shapings maken en alle mogelijk patronen: jacquard, intarsia, ottoman. En het eindproduct is ook al zo aangenaam: een breisel is feelgood en tactiel.
Als ik langer nadenk kom ik uit bij voortborduren, uitpluizen en verweven zijn; die woorden zijn niet negatief. En ook wel mooi: daar valt niet aan te tornen. Tornen is de techniek om de draad in een naad kapot te snijden, zodat de oorspronkelijk twee delen weer los van elkaar komen. Een onwrikbare afspraak, daar valt niet aan te tornen.
En iemand kan zich wel of niet hechten, dat vind ik ook een mooie metafoor: een nieuwe draad trek je zo weer los, wanneer je deze aan de achterkant niet verbindt met andere draadjes.
Oké: zo bezien zijn er wel ambachtelijke handelingen die een betekenis hebben gekregen in het gewone leven. Ze kunnen zowel iets positiefs als iets negatiefs aangeven.
Uitdrukkingen en gezegdes met de woorden ‘de draad’ zijn veelal positief. Iets tot op de draad uitzoeken; dan staat dat synoniem voor een onderzoek dat degelijk is. Als iemand de draad kwijt is, dan gunt iedereen dat de zoekende snel de (rode) draad weer kan vinden. Als iets of iemand aan een zijden draadje hangt, dan is het weliswaar spannend hoe het gaat aflopen, maar impliciet wordt er ook mee gezegd: één zijden draad kan het verschil zijn tussen alles of niets. Iets dat tot op de draad versleten is, duidt vaak op intensief gebruik. Iemand die ergens garen bij spint, die heeft goed verdient. De eindjes aan elkaar kunnen knopen is essentieel voor wie zich staande moet houden in de maatschappij.
En als laatste voorbeelden van de rol die draad, garen speelt in het leven buiten de fourniturenwinkel: langdradig en tegendraads.
Misschien komt langdradig van naaien met een lange draad. U ziet het voor zich: de arm moet dan ver uitrekken om de draad aan te trekken. Dat duurt lang. Wie vroeger naaide met zo’n lange arm werd een luie naaister genoemd, want het zou tijd in beslag nemen. En tegendraads: meestal is het geen compliment wanneer een kind of een volwassene als tegendraads of tegen de draad in wordt getypeerd
Literatuur: G.A.M.J.J. van der Pol – Universiteit Utrecht – afstudeeronderzoek juni 2011.
Brabantserfgoed.nl. – De kleding van de Bourgondiërs.
Modeaanhetbourgondischehof door Maris Van Leeuwen, Infonu.nl.
De naam van de kunstenares: Alketaxhafamripa.com.
Laatst bewerkt: 10 juni 2025 – werk in uitvoering
