De wereld van textiel is inclusief – okt. 2024

Ik ben iemand die graag zegt dat iets ‘geen moeite’ was. Alles wordt graag gedaan.

Maar die kwalificatie zou dit keer gejokt zijn. Ik heb het over het hoofdstuk ‘Voor de draad ermee’ in het blog Textielkunde.
Niet eerder verrichtte ik zoveel opzoekwerk waarbij ikzelf de draad kwijt raakte.
Terwijl ik enkel wilde weten: draden van textiel; waar kunnen die van zijn gemaakt?

Waar kwam dat vele werk vandaan?
Het hoofdstuk is het langst tot nu toe. Want het lijkt, ís misschien wel, een chaotische wereld: een zijden draad lijkt op een polyester draad, maar je kunt hen niet in één categorie zetten. Terwijl wol en zijde uiterlijk niet op elkaar lijken, maar ze zitten wel in één categorie.

De scheikundewereld blinkt niet uit in toegankelijkheid. Er staan hoge hekken en bewaakte toegangspoorten om de complexe chemisch fabrieken, los van het feit dat die fabrieken altijd afgelegen liggen. Ook in hun informatieverstrekking is de chemie niet scheutig.
Er wordt informatie gegeven die niet te begrijpen is bijvoorbeeld polyester is een polymeer. Als ik het dan uitpluis, kom ik erachter dat die info niet klopt, maar hoe het dan wel precies zit…Soms wordt iets kinderlijk eenvoudig uitgelegd, bijvoorbeeld zetmeel in aardappels is een polymeer, maar om vervolgens uit te komen bij polyester wordt veel overgeslagen.

Als ik schrijf: een muur is een metselverband, dan is dat te kort door de bocht.
Een muur wordt gemetseld met bakstenen. De baksteen werd gebakken uit gedroogde rivierklei.
Dan worden de stenen met cement in een stevig patroon met elkaar verbonden. Dat patroon noemt men metselverband. Bij de kort-door-de-bocht formulering is een muur van legosteentjes hetzelfde als een bakstenen muur.

Mijn conclusie na een zoektocht over definities is dat polyamide en polymeer eenvoudig de vormen van een molecuul zijn. Heel vaak vond ik omschrijvingen als: polyester is een polymeer.

Informatie over textiel is ook moeilijk te categoriseren omdat de verwerkingstechnieken van textiel werkelijk eindeloos zijn. Je kunt breien met ijzerdraad. Je kunt weven met paardenhaar. Sorry, maar haar is toch geen draad en ijzer is geen vezel, nee maar je komt door de textieltechnieken in een overgangsgebied, waarin alles moeilijk te categoriseren valt.

Als vloerbedekking van nylon kan zijn, kun je dan de kunststof ‘gras’mat ook vloerbedekking noemen. Is kunstgras dan textiel? Als huishoudhandschoenen van rubber zijn gemaakt en autobanden zijn dat ook…zijn beiden dan…? Laatst stond in het textielmuseum een autoband. Dat begreep ik al niet.

En net dacht ik dat ik bijvoorbeeld de natuurlijke materialen wel in kaart had gebracht en vervolgens bleek dat een hele wereld me was ontgaan: was hennep zó belangrijk? Nooit geweten.

Kunstvezels worden door verkopers benoemd als natuurlijk materiaal. Er worden honderdduizenden bomen gekapt om textiele stoffen te maken. Omdat er de cellulosevezels van bomen in zitten wordt het ons verkocht als materiaal uit de natuur. Maar we willen niet weten hoeveel beuken, eucalyptussen er gekapt worden voor een lapje stof. Overigens: ook fossiele grondstoffen worden betiteld als een natuurlijke bron. Knars, knars.

Veel definities zijn volgens mij toegeëigend. Zo kennen we de vezel van wol. Maar kleine stukjes plastic worden ook vezels genoemd.
Als de chemische draden in de fabriek uit een soort douchekop naar buiten worden geperst dan noemt men dat spinnen. Ik snap wel: zo doet de zijdevlinder dat ook. Maar bij spinnen denken we eerder aan doornroosje…die sprookjeswereld stelt toch even gerust. Ten onrechte, denk ik, maar de begrippen om er iets van te zeggen zijn niet zuiver. Fossiel materiaal is toch echt een natuurlijke bron. Ja maar ik bedoel…en dan wordt het gestotter van mijn kant.

Als we definities en omschrijvingen hebben, dan kun je een handeling, een product, een activiteit inkaderen, afbakenen. Je hebt Limburgse vlaai, brood van de warme bakker, échte boter. Niet dat gebak uit Groningen minder lekker is, maar je mag het niet betitelen als Limburgse vlaai.
Niet dat brood uit een fabriek in een koude oven wordt gebakken, maar ambachtelijk brood komt van de warme bakker.
Als je definities hebt dan stel je grenzen. En die grenzen zijn in de textielwereld nooit gesteld.
Bizar veel producten schaart men geruststellend onder de paraplu textiel. Het is een zeer inclusieve wereld. Iedereen mag meedoen. Alles past erbij.


Ik besteedde deze maand aan het presentabel maken. van eerder gemaakt textiel werk. Vroeg of laat kan ik het laten zien, maar het is nu nog niet af.

Daarom laat ik de aquarellen zien die ik maakte. Ik was in Limburg bij het natuurgebied De Meinweg.

In Rotterdam kent men een straat die De Meent heet.
De Meent was vroeger het gebied buiten de stad dat van niemand was en dus mocht iedereen daar komen. Vrouwen konden er hun was drogen en ook bleken.
Als je stof natmaakt en je legt het vol in de zon dat wordt de was witter. Ook vlekken kunnen zo verdwijnen. Enfin: die meent was van iedereen. Het woord gemeente…u snapt het al.
In Limburg heette dat buitengebied Mein. De huidige Meinweg is een bijzonder groot natuurgebied op de grens van Limburg en Duitsland.
De Mein is het gezamenlijk buitengebied van meer dan tien dorpen.
In Limburg heet een gemeente dan ook Gemeindje. In Duitsland: Gemeinde.
Enfin: het is er prachtig. Ik maakte onderstaande aquarellen.

En als u tijd hebt: wilt u lezen ‘Voor de draad ermee’.
Het was veel moeite 🙂 Wel graag gedaan.