Aangevuld met de artikelen over presentatie van juni ’23 en april ’21
Bij textiel is het extra belangrijk om bewust na te denken over een passende manier van presenteren.
Zo’n presentatie mag heel bescheiden zijn.
Onlangs toonde een vriendin die nog maar kort batikt haar werk zonder zoompjes aan wasknijpertjes aan een bamboestokje. Een pretentieloze manier van presenteren en wat ze ermee wilde zeggen kwam heel goed over: dit zijn mijn eerste werkstukjes. Zie hoe leuk ze zijn geworden.
Sinds ik creatieve objecten in textiel maak, bedenk ik per werkstuk: wat is een juiste manier van presenteren. Daar ben ik weer iets meer uit dan eerst….ik deel wat ik de afgelopen maanden ontdekte.
Ik zocht steeds naar een manier om het doek, het kleed strak te presenteren.
Plakken over een paneel is een imponerende optie, maar het gevolg is: je kunt bijna niet meer zien dat dit startte als een lapje.
Bovendien is het niet altijd een probleem als werk een beetje golft; bijvoorbeeld water of riet of een landschap met bloemen, die onderwerpen bewegen in het echte leven ook.
Een van de dingen die ik ervaarde: als ik het te tonen werk, zware stof als achterkant meegeef dan verdwijnen veel van de rimpelingen.
Als achtergrondstof bevalt hennep/canvas met een hoog soort gelijk gewicht heel goed.
Ik ontdekte: wanneer ik houten latjes bekleed met stof dan kan ik die houten latjes met naald en draad aan elkaar verbinden. Dan heb ik een frame, waarover ik het werk strak kan spannen. Vervolgens ontstaat er een buitenrand van enkele centimeters, waarover ik satijnband in een contrasterende kleur kan bevestigen. De constructie wordt steeds sterker.


Een ander voorbeeld van werken met houten latjes, die bekleed/ingepakt zijn met textiel, zijn onderstaande foto’s. Ik laat voor- en achterkant zien.


En als laatste…
tot voor kort: wanneer ik een kleine batik maakte dan zoomde ik het lapje en ik schoof een geverfd rond latje door een tunneltje boven en beneden. En dan nóg weer een rond latje daarboven.
Nu verbind ik die twee bovenste ronde latjes. Ik verbeeld me dat dat meer een geheel maakt.


Op Pinterest onder mijn naam verzamel ik afbeeldingen van inspirerende kunst- en textielideeën.
Daar zit ook een onderwerp ‘presentatie’ bij. Als u 130 andere manieren van textielpresentatie wilt zien…
Presentatie van textiel werk II – juni 2023
Eeuwenlang was een wandkleed voor één kunstenaar of bijvoorbeeld voor een groep wevers, de meest gangbare vorm om zich op tweedimensionaal vlak uit te drukken. De wandkleden waren groot: ze bedekten heel de muur.
De bezitters van die wandkleden waren rijk en gewend om in een zomer- of een winterverblijf te wonen. Hoe functioneel: een wandkleed haal je van de muur, je rolt het op en je personeel, handig als je daarover beschikt, verhuisde het naar je volgende locatie.
Eigenlijk: een olie- of acrylschilderij is ook een werk op doek, linnen. Alleen: dat doek is standaard over een frame gespannen. Dat bevalt de kunstenaars dermate goed, dat we zo’n frame met het gespannen doek kopen in de winkel. Eigenlijk is het een wandkleed waarvan de presentatie al kant-en-klaar wordt geleverd.
Gaandeweg verwierven schilderijen meer aanzien dan wandkleden. Om voor mij niet heldere redenen zijn wij die oorspronkelijke wandkleden vervolgens wandtapijten gaan noemen.
Het makkelijke van een schilderij of aquarel is: als het klaar is doe ik er al dan niet een lijstje omheen of ik prik het papier met een speldje op een wand en daar hangt-ie dan. Pretentieloos, af, niets meer aan doen 🙂
Maar dat is met een wandkleed anders.
Als een object van textiel niet op de juiste manier wordt gepresenteerd, kan ik het opvouwen als een handdoek, zelfs uitwringen als een vaatdoek of, en zo eindigen veel werken in textiel: ik leg het in een la. Een lade die maar zelden open gaat.
Daar maakte ik eens een drie-dimensionaal werk over. In een van mijn eerste blogs: Oh ja, werk ma, middelste la. Dat artikel staat onder dit hoofdstuk.
Als we iets maken van textiel, dan is het verstandig om van te voren te weten: hoe ga ik het werk presenteren? Zelf vind ik die presentatie een vak apart. Ik beschrijf enkele manieren.

Ik begin met een werk van Keith Haring. In 2020 zag ik in Brussel zijn werk (een stoere vorm tussen schilderij en wandkleed: hij schildert op zeildoek of zelfs vinyl) gepresenteerd via drukknopen op zijn doek, die rechtstreeks pasten op de tentoonstellngswand.
Ik houd van een pretentieloze manier van presenteren: ik laat een eenvoudig lapje zoveel mogelijk een gewoon lapje.
Hier werkte ik het lapje af met een zoompje aan de zijkant en een stokje door de onder- en bovenkant. De stokjes verfde ik in kleuren die passen bij het werk.


De omlijsting kan ook bestaan uit plexiglas.
Het werk wordt eenvoudig op het glas bevestigd. Het plexiglas zelf is nauwelijks zichtbaar. Het geeft op meerdere manieren schaduwen en spiegelingen op de wand. Ik maak eerste een achterkant aan het werk. Die achterkant bevestig ik met dubbelzijdig klittenband op het plexiglas. De voorkant, het werk zelf blijft dus in zijn oorspronkelijke staat. In plexiglas is eenvoudig een gaatje te boren, als je eerst plakband (op de plaats van het toekomstige gaatje) in het plaatje plakt.
En u begrijpt: in plaats van plexiglas kunt u ook een houten plank gebruiken, geverfd in een kleur die het werk eruit laat springen.
Soms doet het een werk goed als het gespannen wordt over een plaat. Er bestaat vernis met een UV-filter die ook kan dienen als lijm. Ik smeer een witte plank in met de vernis en het wandkleed kan onlosmakelijk over de plank worden gespannen.
Het is handig als je eerst de achterkant ophangklaar maakt: haakjes, ijzerdraad, enzovoorts.


Bovenstaande presentatie is strak en sober. Soms doet het een werk goed als er nog een extra gekleurd randje omheen komt.
De eerste afwerking is identiek aan bovenstaande: houten plankje, wit verven (eventueel met gesso). Achterkant ophangklaar maken. Vaak komt het werk dan enigszins los van de muur te hangen. Vervolgens kun je van houten latjes een frame maken dat net iets groter is dan het opgeplakte werk. Vervolgens het frame verven in een passende kleur. En dan vastplakken, gewoon met houtlijm.

Wat ik ook wel eens doe: ik maak een frame van relatief dikke balkjes. Mijn gebatikte of geborduurde werk span ik daar overheen. De zijkant van het werk gaat dan meedoen met de afbeelding op de voorkant.
Bij textiel werk vind ik het fijn al ik van te voren al heb bedacht hoe ik het werk ga presenteren.
Ik bedoel geen gouden lijst 🙂
Ik sta wel eens voor een klassiek kunstwerk in een groot museum met een soort van gouden lijst met driedimensionale krullen. Je moet wel een ego hebben, denk ik dan, om dat te durven.

Het kunstwerk hiernaast is gemaakt door Aristote Mago Betsaleel (geboren in 1988 in Kinshasha) heet Effort en is gemaakt in 2022 en opgenomen in de Collectie van Bonnefanten. Het is een rijk geborduurde voorstelling op een jute zak. De uit elkaar getornde zak dient als basis voor het wandkleed. Een hulporganisatie leverde er eens voedsel in tegen de hongersnood.
Beide werken fotografeerde ik in het Bonnefantenmuseum in september 2024.

Dit werk heet Throne Crushing, is eveneens uit 2022.
Action contre le faim staat op de zak gedrukt.
De super bescheiden manier waarop de werken zijn opgehangen, raakt me meer dan welke bombarie ook.
Schilderklemmen…natuurlijk…een spijkertje in de wand…het is de meest eenvoudige manier om iets te laten zien.
Aristote Mago ontving de Prince Claus Award. Meer over zijn werk is te zien en te lezen op de site unfair.nl. en via zijn eigen posts op sociale media.
En de laatste presentatiemanier die ik hier noem: ik hang mijn wandkleed op een traditionele manier op. Aan de achterkant bevindt zich, van textiele stof, een tunnel. Daar past een balkje door. Ik probeer de tunnel zo hoog mogelijk aan de achterkant te bevestigen. Die tunnel is overigens in tweeen: in het midden is een opening. Ik kan daar een ophangmogelijkheid creeren. omdat daar het hout van het balkje zichtbaar is.
De meeste mensen maken het balkje net zo breed als het wandkleed, maar ikzelf laat het balkje enkele centimeters uitsteken.

Dan maak ik een houten omlijsting. U ziet op de foto dat ik die omlijsting schilderde in de kleuren die terugkomen in het wandkleed. Het wandkleed past in het frame.
Ik vind zelf dat het textiele werk meer gaat spreken wanneer het een eigen kader heeft. Het staat een beetje los van de wereld. Het is een textiel wereldje apart.
Waarom presenteren móet….:-)
Een gekocht paneel met een schildering erop, die schildering mag bestaan uit enkele boze vegen verf, benoemen we altijd als schilderij. En een schilderij associeren we met kunst, met een museum zelfs.
De meeste schilders omlijsten hun schilderij, hetgeen vrijwel altijd meerwaarde geeft aan het werk.
Om mensen te laten zien dat textiel kunst kan zijn is presenteren meer dan noodzakelijk
De maaksters van wandkleden weten wel dat een wandkleed niet wordt geassocieerd met kunst.
We associeren textiel met de gordijnen, een sprei of een handdoek. Dat wat textielkunstenaars maken dient te concureren met honderdduizend prints
En de maaksters hebben doorgaans geen groot ego.
Dus om textiel het imago van kunst te geven is presenteren van dat werk meer dan noodzakelijk.
De lijst, de manier waarop het doek is gespannen over een frame vormt een verbinding tussen de kwetsbare binnenwereld van de maakster en de doorgaans zakelijke buitenwereld.
Wat gebeurt er als we niet presenteren I ? april ’21
Als u onderstaande foto’s ziet, zal het lijken alsof ik aan het timmeren ben, want ik maak een kastje.
Het kastje heeft wel met textiel te maken, want via batikken heb ik op versleten katoen de houtstructuur nagemaakt. Het stof span ik over plankjes en de plankjes naai ik aan elkaar, zodat een ladekastje ontstaat.
De werktitel is nu: …Oh ja…werk ma….middelste la….
In het middelste laatje dat openstaat komt een mooi batikwerk te liggen.


Kastje (werk in uitvoering) voor de batik van de onbekende maker
De maakster van de batik is overleden. Ze was jarenlang lid van de batikclub die ikzelf nog maar kort bezoek. Behalve de leden van de batikclub zullen weinig mensen haar werk hebben gezien, laat staan bewonderd.
Mijn lerares ging na het overlijden van de maakster op bezoek bij de familie en ze kreeg een stapeltje batiks mee om uit te delen aan degene die het wilde hebben. Ikzelf koos het lapje dat in de middelste la van mijn kastje ligt. Ik schat nu in dat het daar opgevouwen blijft liggen. De kijker zal het dus niet echt goed kunnen zien, maar daarmee staat het symbool voor veel thuis gemaakt textielwerk. Altijd persoonlijk, soms zelfs prachtig, maar niemand die het ziet.
Dat ligt ook aan de bescheidenheid van de maker, die geen podium voor zichzelf creëert.

Als het kastje af is, komt het op een vloertje te staan en er komt een wand achter: driedimensionaal werk dus.
Onderstaand de uiteindelijke versie van ‘Ongezien werk van een ongeziene kunstenaar’. De gebatikte achterwand stelt afgescheurd behang voor, met graffiti gemaakt op de naaimachine. Als vloerkleedje batikte ik een theedoek van Brabants bont. Zo’n afdroogdoek staat symbool voor huishoudelijk werk. Om er een klein cachet van actie aan te geven plaats ik het tafereel op een ladder, want er zijn nog wel wat barricades te overwinnen.

Be seen – feel seen. Alle stoffen zijn gebatikt. De stoffen zijn over houten planken gespannen, de houten planken worden via het textiel met naald en draad verbonden. Afmetingen van de achterwand 90 x 70 cm. De diepte is 30 cm.
En als achtergrond bedacht ik een muur met afbladderend behang. Waar de muur kaal is, staat graffity. U begrijpt: alles is gemaakt van textiel. De letters zijn met de naaimachine gemaakt.
Ik besloot dat ik de naam van de kunstenares niet vermeld. Het werk dat in de la ligt, blijft vrijwel ongezien. De reden voor de anonimiteit is: de maakster zelf trad niet in de openbaarheid. Als een mens merkt dat hij of zij geen maatschappelijke waardering krijgt, dan wordt de gevoelde mening van de buitenwereld een deel van zijn of haar identiteit. Om afwijzing te vermijden, maken we onszelf bij voorbaat klein of onzichtbaar.
In het andere blog (Textielkunde) kunt u (bij het hoofdstuk Tekst-iel ) nog een bijzondere presentatiewijze zien: drie werken die haaks op de muur staan, zodat zowel de voor- als de achterzijde zichtbaar is.
Dank voor het lezen, 1 juli 2025
