In Woerden ligt Galerie van Slagmaat. Een sympathieke tentoonstellingsplek
gevestigd in een markant gebouw: het is een voormalige wasserij en strijkerij.
De authentieke details van het voormalige bedrijf zijn zichtbaar.
Daar was afgelopen maand een tentoonstelling met textielwerk van leden van Textielvereniging SteekPlus; een groepstentoonstelling dus. De titel luidt Abstracte Natuur.
Ik gaf afgelopen maand weinig publiciteit aan deze tentoonstelling, vooral omdat ik niet wist dat mijn aanmelding was geaccepteerd. Maar plotseling kreeg ik een telefoontje waar mijn werk bleef, waarna ik het werk gelukkig nog net op tijd kon brengen.


Wie zelf iets maakt, uit zich persoonlijk.
De maker laat zien door wie of wat hij ontroerd raakt, door wie of wat hij wordt bewogen.
Daarmee toont de maker zich op zijn/haar kwetsbaarst.
Hij/zij laat geluk, frustratie, protest zien. Iets wat de maker ten diepste bezighoudt.
Misschien verbeeldt de maakster haar gevoel van schoonheid of grote levensvragen. Of iemand stelt een maatschappelijk vraagstuk aan de orde.
Het is mooi om dan een reactie te krijgen van een kijker die dat begrijpt of ook zo voelt.
Of de toeschouwer ziet geheel iets anders dan de bedoeling van de maker: een beeld kan op vele manier (aan)spreken. En hoewel het tentoonstellen van werk ook altijd wel een investering is in tijd en hoewel het me uit de concentratie kan halen van het werkproces waar ik in zat…de reacties van mensen die kijken en die reageren doen toch altijd goed.
http://www.steekplus.nl . Op de site is meer werk te zien van leden van Steekplus.
De tentoonstelling was te zien op vrijdagen en zaterdagen in september 2025.
In het najaar van 2024 mocht ik lid worden van de handwerkvereniging: Steekplus.
Ongeveer 75 vrouwen komen enkele malen per jaar op een centraal punt in het land bij elkaar en laten elkaar hun werk zien. Fijn om mee te maken. Fijn om daar te mogen bijhoren.
VIII – Enkele tentoonstellingen in Zoetermeer –
maart 2025

Op zaterdag 22 maart is er open middag bij de Ateliers 99a in de dorpsstraat 99a te Zoetermeer, van één tot vijf uur.
Batiklerares Ria van Dijk toont werk van zichzelf en van acht cursisten. De meesten van ons laten drie werken zien: één werk vanuit het thema water, een werk met ‘vuur’ als titel en daarnaast nog een vrij werk.
Hiernaast mijn batik ‘vuur’. Omdat vuur moeilijk te bedwingen is, bedacht ik een bijzondere presentatiemanier. Het batikdoek staat strak gespannen, het wordt als het ware in bedwang gehouden. In Ateliers 99a werken ook andere kunstenaars. Ook zij laten hun werk zien.
En dan exposeer ik in Kobalt en Co in Rotterdam; vanaf zaterdag 15 maart, de opening is van 5 tot 7 uur in Kobalt en Co. Zaagmolendrift in Rotterdam Noord.
Ik ben één van de tien exposerende kunstenaars. Iedereen maakt heel toegankelijk werk.
Na de opening is de galerie open op donderdag 20, vr. 21 en zaterdag 22 maart.
En ook de week daarna van donderdag 27 maart t/m zondag 30 maart. In Rotterdam is dan Artweek.
Hierbij de link naar de site van Kobalt en Co: https://www.kobaltenco.nl


Onder andere bovenstaande werken, ze zijn gebatikt, zijn te zien op de tentoonstelling in Rotterdam-Noord.
VII – Tentoonstellingen in het Bonnefantenmuseum – Mirga Tas – oktober 2024
Het werk van Mirga – Tas in het Bonnefantenmuseum in Maastricht is indrukwekkend: grote wandkleden met voorstellingen uit de Roma-cultuur. Het met textiel vormgegeven gemeenschapsgevoel – meerdere generaties in grootfamilieverband met de buren – is hartverwarmend. Het lijkt wel alsof zacht textiel hét aangewezen materiaal is om warmte en sfeer weer te geven. Het maakproces, de werken zijn ook gemaakt in groepsverband van daadwerkelijk gedragen kleding, past precies bij het thema en de afbeeldingen.
Interessante technieken zag ik. Het zijn wandkleden, die zijn gespannen over panelen, dus ze maken een strakke indruk. Op ieder kleed staan details die drie-dimensionaal zijn. Voor mij heeft dat een meerwaarde: de afbeelding komt letterlijk naar je toe.


De randjes van het gordijn, de weelderige plooien van de rok, u ziet onder andere aan de schaduwen dat ze in hun oorspronkelijke staat op het wandkleed zijn verwerkt. Ook de halsketting is oorspronkelijk en dus drie-dimensionaal.
In dit blog ‘maakproces’ ziet u bij presentatie nog twee foto’s uit de tentoonstelling Dream On, die ook nu in het Bonnefantenmuseum is te zien.
Aristote Mago – Betsaleel maakt prachtig borduurwerk op jute zakken. Het werk wordt op zeer bescheiden wijze, voor mij daarom juist indrukwekkend, gepresenteerd.
De tentoonstelling in het Stedelijk museum heet Unravel. Deze textiele werken werden allen gema, die gelijktijdig in het bonnefantenmuseum te zien is.akt om de aandacht te vestigen op uitbuiting, onrecht, op het vernietigen van eeuwenoude culturen, genegeerd worden, op verzet tegen kolonialisme, op codes om onderdrukkers re slim af te zijn.
Divers, imponerend werk. Als je bijvoorbeeld de wandkleden ziet, dan voel je hoeveel werk het was om het te maken. Voor mij vergroot dat intensieve maakproces de zeggingskracht van kunst: het was zoveel werk om te maken. De maakster moet het wel écht gemeend hebben.
Bij het blog maakproces (bij Tekst-iel) ziet u een foto van een van de werken op prachtige wijze gepresenteerd.
VI – Tentoonstelling van mijn werk in Rijswijk – mei 2024
Op 11, 12 en 13 april 2024 mocht ik meedoen met de handwerk- en quilttentoonstelling in De Broodfabriek in Rijswijk.
Voor mij was het de grootste tentoonstelling die ik ooit had. En dat niet alleen: er komen duizenden bezoekers in zo’n grote hal.
Ik heb de drie dagen ervaren als één hartelijk feest, veel ontmoetingen met bezoekers die oprechte complimenten gaven over het werk.
Ik was tevreden over mijn presentatie: ik ervaarde bevestiging over de noodzaak van inlijsting/omlijsten van textiel werk. Veel bezoekers fotografeerden de manieren van presenteren.
En er volgt nu geen ‘maar’, geen ‘eigenlijk’; het was gewoon fijn en leuk. Ik laat u foto’s zien van mijn wand, over een lengte van die twintig meter. Ik schat in dat u wel werken herkent van de pagina’s op de site. Op de site worden de werken dus meer in detail beschreven.




V – Hoe is het om mijn werk te laten zien? – nov. ’23

Dit was de tentoonstellingsruimte. Gefotografeerd vanuit het Mauritshuis. Een pop-up tentoonstellingsplek in een grote zaal aan de korte Vijverberg in Den Haag
Twee tentoonstellingen zijn voorbij. Ik bewaar er zeer positieve herinneringen aan.
Ik beschrijf enkele willekeurige tentoonstellingservaringen. De reacties staan niet in verband met elkaar: steeds weer ontstaat een kort contact tussen kijker en maker. En dat contact is steeds anders van inhoud en sfeer; vaak zeer persoonlijk en dat is bijzonder want je communiceert met mensen die je niet eerder zag of sprak.
Ik leerde ervan dat kunstwerken uitleg verdienen.
Het persoonlijke contact met bezoekers ontstaat wanneer ik uitleg geef : de voor- en de achterkant mogen in verband staan met elkaar. Als iets niet transparant is dan past ons enige achterdocht . Ook is het voor mij verrassend om te zien welke werken worden gefotografeerd. Zelf associeer ik het werkresultaat nog teveel met het maakproces, dat bijna altijd een zoekend uitproberen was. De kijker weet dat natuurlijk niet, die ziet alleen het eindresultaat en vindt het blijkbaar goed genoeg om een foto te maken. En wat ik al eerder merkte bij een tentoonstelling: ieder werk wordt wel door iemand mooi gevonden. Kijkers kunnen heel enthousiast zijn. Ze laten op hun telefoon werken zien van andere kunstenaars die ze bewonderen. Mijn werk doet hen daaraan denken.
Het geeft me ’s avonds een soort van huiswerk: even de naam opzoeken van die ene kunstenares uit Georgië bijvoorbeeld, waar mijn werk op lijkt. En al googelend leer ik dat handwerk en viltwerk uit dat land Georgië een cultuur is, zoals linnen hoort bij het oude Egypte en zijde bij China. Mijn wereld wordt daardoor groter.
Ik toon enkele foto’s:






Ik vond het fijn om uit te kunnen leggen hoe het batikproces werkt. Ik had een pakkende openingszin voor mijn verhaaltje: een schilder zet als laatste de witte puntjes in de ogen van de geportretteerde. Een batikker moet die witte puntjes er als eerste inzetten. Zo bouwt hij/zij de afbeelding kleur voor kleur op. Het was vaak een mooi, neutraal openingscontact voor de bezoeker en mijzelf om uitleg te krijgen/geven over het proces. Ook hier leer ik van de reacties, bijvoorbeeld je kunt ook batikken met een meelpapje. Inderdaad: dat blijkt een oude techniek om stof te verven uit (Zuid?) -Afrika.
Ik was niet heel mijn leven werkzaam in de kunst. Bij één iemand ontlokte het werk op de tentoonstelling de opmerking: ‘Ik wist niet dat jij artistiek was.’ 🙂
IV – Meedoen met een groepstentoonstelling – okt. 23
In deze maanden doe ik mee aan drie tentoonstellingen. Het is niet voor het eerst dat ik werk laat zien, maar toch ervaar ik deze tentoonstellingen anders dan de vorige keren. De vorige expositie duurden kort en ik had een expositieruimte waarover ikzelf regie had.
Nu exposeer ik langer en vooral samen met anderen. De tentoonstellingen van nu vinden plaats in de randstad. Anderen stellen hun ruimtes beschikbaar; soms stellen ze voorwaarden aan het gebruik. Er mogen bijvoorbeeld geen spijkers in de muren of er is geen ophangsysteem.

Ik sta nog maar aan het begin van de expositieperiode en ik heb al enkele nieuwe ervaringen. Bijvoorbeeld hoe fijn het is om samen met andere kunstenaars te praten over je werk en vooral ook om gedachten uit te wisselen over waarom je werkt. Afgelopen week vond een ontmoeting plaats met de exposerende kunstenaars bij Kobalt & Co. We spraken over bijvoorbeeld: waarom maak je wat je maakt? Bij mij is dat: ik merk dat in de samenleving niet alles verloopt zoals ik zou verwachten dat het loopt. Soms denk ik: dat klopt toch niet? Maar dan blijkt het wel te kloppen, waarna ik blijf zitten met een gevoel: ben ik nou gek of is de wereld…? Dan zoek ik naar een verbeelding van die gedachte. Als ik dan het resultaat laat zien, dan hoop ik dat mensen zich herkennen in de beelden.
Tijdens zo’n ontmoeting blijkt dat iedere kunstenaar eigen motieven heeft om iets te maken, te creëren.
Een ander onderwerp van gesprek was: behoeft een beeldend werk uitleg? Daar had ik me eens eerder in verdiept en ik leerde toen: beeldtaal is een eigen taal. Als kunstenaar dienen we te zorgen dat we die beeldtaal goed beheersen, dan komt de boodschap vanzelf over. Ik had zelf wel een ‘maar’ in mijn hoofd. Immers in musea bij grote tentoonstellingen hangt vrijwel altijd een verhaaltje naast het werk: wie is de geportretteerde? Wat was de relatie tussen de maakster en haar onderwerp? is het werk uit de beginperiode van de maakster? Vrijwel altijd voel ik me na lezing van de informatie meer voldaan over het kunstwerk dan wanneer ik alleen maar kijk.
Tijdens het gesprek van afgelopen week met de collega’s trok ik voor mezelf de conclusie: ik ga meer aandacht besteden aan tekst en uitleg bij mijn werk.
Ik verantwoord dat als volgt: we lijken in één grote wereld te leven maar onze maatschappij is een optelling van allerlei kleine wereldjes waarin eigen wetten en regels gelden. De logica van de juridische wereld kan indruisen tegen ons persoonlijk gevoel van recht en krom. De kennis van de medische wereld houdt zich niet bezig met kruiden. De horecawereld heeft eigen ideeën over gastvrijheid. Het kan zijn dat vragen om een glaasje water uit de kraan niet past. Echte puristen uit alle aparte werelden houden zich zuiver aan hun eigen kunst-, juridische-, medische logica.
Maar zelf vind ik dat in het gewone leven die wereldjes in elkaar overlopen: misschien is gemberthee soms beter dan paracetamol, misschien krijgt de advocaat of rechter wel meer impact als er compassie is met het slachtoffer of juist met de dader. Wellicht krijgt een beeld meer impact als ik er uitleg bij geef, de achtergrond bij vertel. Dus daarom: een verhaaltje bij mijn werk. Daar ga ik de komende maanden aan werken. Eerst op papier en dan zoek ik naar een vormgeving op textiel.
III – Een tentoonstelling samenstellen – oktober ’23

Een tentoonstelling in elkaar zetten…ik realiseer me dat dat oneerbiedig klinkt, maar…het is mijn eigen tentoonstelling, dus dan formuleer ik het liever niet hoogdravend.
Ik hoorde ook wel eens: een tentoonstelling inrichten is het creëren van een nieuw kunstwerk. Dat is andere taal.
Welke taal ik ook gebruik: het in gedachten inrichten van de tentoonstelling is wat ik nu doe. Ik meet de werken, ik pas het in, ik stel me voor, ik maak een tekening: kan dit werk daar staan of hangen, moet er veel of weinig ruimte naast, moet het contrasteren met het andere werk of juist niet.
Aah, dan is er toch geen plaats voor dat andere werk. Dat is nou jammer.
Ik associeer deze bezigheden met het organiseren van een feest: welke taarten ga ik bakken, welke soep maak ik? Ik kan verscheidene soepen maken, maar vijf is echt teveel. Niet meer dan twee en die twee moeten dan weer passen bij de gerechten die daarna komen. Je kunt niet alles maken, aanbieden. En inderdaad: die ene heerlijke taart…die kan dan niet. Geen tijd, geen ruimte, past niet bij het andere.
Het voelt verwant, een feest of een tentoonstelling: het is een leuk vooruitzicht.
De poster is ontworpen door mijn man Gerard Schilder. We exposeren samen.
II – Impressie over de tentoonstelling in Molen De Hoop Weert – sept.22
In het weekend van 10 en 11 september ’22 mocht ik één verdieping van een molen inrichten als tentoonstellingsruimte. Toen ik rondkeek werd ik blij: van de kleuren, van hoe de thema’s in alle werken verband met elkaar blijken te hebben, van de afwisseling.
Om een indruk te geven, laat ik enkele foto’s zien

Het thema ‘Volkstuin’ staat voor mij symbool voor veel aspecten uit het leven, bijvoorbeeld hoe we kleine lapjes (grond of stof of ander basismateriaal) met elkaar in harmonie brengen, zodat daar iets kan groeien, iets mag gebeuren, iets kan ontstaan. Ik vond het fijn om mijn lapjeswerk rond dit thema bij elkaar te zien hangen.Tekst

Op de achterste wand hangen de wandkleden bij elkaar. De twee wandkleden, gebatikt en geborduurd, met de titel ‘De draad kwijt’ zijn op deze foto het duidelijkst zichtbaar. Op de voorgrond batiks: katoenen lapjes allen met een afbeelding geïnspireerd op de natuur.

Deze wand noemde ik ‘De Spandoeken’; alles is weliswaar van textiel/katoen, maar alle werken zijn opgespannen: over een plank heen of op een plank. Op deze manier krijgt het werk iets meer zeggingskracht.

De spandoeken van de milieubeweging

Het ongeziene werk van de niet geziene kunstenaar ligt in het openstaande laatje. Tijdens de tentoonstelling in de molen vertelde ik het verhaal dat bij dit werk hoort. Er werd herhaaldelijk gereageerd met woorden als: ‘Mijn borduurwerk ligt ook opgevouwen in een laatje. Ik zal het nu gaan inlijsten.’ En ook zei iemand: ‘Ik kon nog net een werk redden wat tussen oude kleren op een stapel lag. “Kijk dat heeft jullie moeder gemaakt ” ‘. Meer info over het maakproces staat in het eerste item van dit blog.
Het is druk geweest bij de tentoonstelling. Ik was beide dagen aanwezig en ik kon onafgebroken aan bezoekers vertellen over het werk. Wat ik fijn heb gevonden is: veel mensen spraken een voorkeur uit over een bepaald werk. Na twee dagen kon ik concluderen dat ieder werk wel door iemand was genoemd. Soms is dat verrassend: dan heb ikzelf aardig wat pogingen gedaan om een werk meer zeggingskracht te geven, waarna ik toch blijf twijfelen. ‘Zou het zo goed zijn?’ vraag ik me dan af. En vervolgens geeft het echt voldoening om een neutrale kijker te horen zeggen dat ze nu juist dát werk heel mooi vinden.
I – Twee quilts voor de groepstentoonstelling in De Broodfabriek – maart ’22
WANDKLEED I
Het werk Natte Akker maakte ik bij het thema: Grenzen aan de groei. Zo luidde de titel van een belangrijk boek dat vijftig jaar geleden reeds voorspelde wat nu nog zichtbaarder is dan toen: we kunnen niet doorgaan met het uitputten van de aarde.
Als ik door het landschap fiets, dan valt me vaak op hoe nat de akkers zijn. Overal staan plassen. Het wonderlijke is: die plassen hebben vaak de vorm van een wolk. En omdat het rimpelloze water de lucht weerspiegelt, lijkt het alsof er een wolk op de akkers ligt. Gek genoeg is het vaak mooi om te zien, maar de betekenis van zo’n natte akker, het water kan niet meer weg, is onheilspellend.


Het werk is gemaakt van katoen. De basis was een witte lap. Ik breng de kleuren aan met Tobasign verf. Soms gebruik ik deze textielverf als aquarelverf: nat in nat. Waar het wandkleed, het onderwerp vormen nodig had, heb ik de contouren van die vorm bedekt met was, zodat de verf niet uitvloeide. Hier en daar gebruikte ik dus onderdelen van de batiktechniek. En vervolgens heb ik met naald en draad lijnen aangebracht.
Ik heb de natte plas, die lijkt op een wolk in het midden geplaatst. Qua compositie is dat niet gangbaar in de kunst. Als je een onderwerp in het midden plaatst associëren we het wellicht met een bidprentje: de heiligen van vroeger stonden ook gecentreerd. Maar gezien de urgentie van het onderwerp leek het me toch wel gepast om de plas in het midden te zetten.
Het was leuk om te zien dat mensen foto’s maakten van het werk.
Wandkleed II
Het tweede werk dat ik mocht laten zien op de tentoonstelling heet: ‘Waterdruppels langs de lijnen van het spinnenweb’.
Dit keer wilde ik werken met een combinatie van transparante en dekkende kleuren. De textielverf van de batik geeft een doorzichtig effect: je blijft de geweven structuur van de stof zien. Als ik dat combineer met bijvoorbeeld stempelinkt dan kan het verschil tussen transparant en dekkend een boeiend contrast geven.
Hieronder eerst de foto zien, die de inspiratie vormde voor de batik en daarnaast zie je een van de stadia van de batik.


En dit is de uiteindelijke versie van het wandkleed.


Natuur is voortdurend in verandering. De schoonheid doet zich slechts in een kort moment aan ons voor. Wellicht juist vanwege die vergankelijkheid, het vluchtige vormt de natuur een voortdurende inspiratiebron: ik wil dat ene moment vastleggen.
Laatst bewerkt: 5 oktober 2025
