Inleiding I – Inleiding II (etymologie/ééndimensionale draad/filament) – SHEILA HICKS – Een draad heeft verschijningsvormen en kenmerken – Functies en eigenschappen van de draad – De draad in de mythologie – Het handwerkblad ARIADNE – Het woord draad in onze taal – Ook bij de draad ligt ongewenst imago op de loer – Waar kan een textieldraad van zijn gemaakt? (een overzicht van 21 herkomsten) – Nadere informatie over die 21 herkomsten – Wat is géén type textiel, maar een weeftechniek? – Chemische textielfabrieken in Nederland – ANNI ALBERS – FLEISCHMANN
Inleiding I
De titel van dit hoofdstuk Voor de draad ermee waarschijnlijk zijn taalkundige oorsprong in de rechtszaal. Er was een tijd waarin een verdachte in de rechtbank zijn/haar versie over de aanklacht mocht vertellen vanachter een (waarschijnlijk stalen) draad.
Wie dus met een verhaal voor de draad kwam, biechtte iets op, vertelde hoe het zat.
Dit hoofdstuk is langer dan de andere hoofdstukken.
Ik wilde graag een overzicht maken van de herkomst van de bestaande textiele draden, en daar kwam geen eind aan. De herkomsten van een draad zijn dermate divers…
Inleiding II
Textiel betekent weefsel. De basis van een weefsel is een draad.
Zowel het begrip textiel als weefsel als draad kun je op meerdere manieren definiëren.
Ik wil graag woorden vinden voor die onduidelijkheid.
ETYMOLOGISCH:
Het woord draad is afgeleid van het woord draaien.
Het spinnen van een draad is eigenlijk het draaien van een draad. Vezels, soms lijken deze op pluisjes, op dotten korte stukjes van natuurlijk materiaal worden in dezelfde richting gekamd en vervolgens om elkaar heen gedraaid. De vezels hebben (vaak onzichtbare) haakjes en zo grijpen de vezels in elkaar.
Draaien speelt ook een rol bij een dunne draad: als deze te dun is of hij vertoont zwakke plekken, dan worden twee draden om elkaar heen gedraaid. Dat heet twijnen.
Uit het Etymologisch Woordenboek: twijn is gedubbeld garen. Het komt van het OudEngels twin, van dezelfde basis als tweern, verwant met twee, tussen.
Het woord garen lijkt in het spraakgebruik vaak een synoniem van draad. Uit het etymologisch woordenboek: ‘garen was in het MiddelNederlands: garn, gaern, garen. In het OudEngels was het gearn, waar het Engelse woord yarn van afkomt.
In het OudNoors was het görn en garn is draad.
Uit het Latijn komt het van hirea = ingewanden.
Uit het Grieks: chorde = (darm)snaar. In het oudIndisch is het hirã, dat ader betekent. Hira zonder golfje betekent band. Darmen zijn blijkbaar het oudste naaimiddel. (Etymologisch woordenboek)
De woorden garen en draad zijn niet echt synoniem. Een draad is geen eindproduct. Als het wél een eindproduct is dan noemt men het garen. Garen is meestal getwijnd. Dus om te breien of te haken kopen we brei- of haakgaren.
Om te borduren kopen we borduurgaren. Dit is meestal een strengetje zijde. Zijde wordt niet getwijnd, omdat de zijderups een kant-en-klare draad aflevert. Een streng is eigenlijk ook een halfproduct.
‘Darmen zijn blijkbaar het oudste naaimiddel ‘
Etymologisch woordenboek
Overigens: als ik op Wikipedia de zoekterm ‘draad’ invul (Ik wilde nalezen, had ik goed onthouden: wordt een draad van textiel beschouwd als eendimensionaal?) dan handelen de trefwoorden op de eerste pagina over: een lange Dodendraad, over de draad in hout, over schroefdraad, over installatiedraad, over ijzerdraad, over kleuren van de draad, en als laatste koperdraad.
De draad van textiel komt niet op de eerste plaats 🙂
EEN DRAAD VAN TEXTIEL WORDT GEZIEN ALS EENDIMENSIONAAL (?)
Dan vind ik: inderdaad een draad wordt gezien als eendimensionaal. Alleen de lengte telt. Echt? Nee…:-)… Draden van textiel hebben een doorsnede van veel of weinig milimeters: dat is toch een breedte, een hoogte, een diameter? Waarom worden de dikte genegeerd?
Dus een vel papier heeft twee dimensies en een draad slechts één…?….
Om te zwijgen van alle vormen die een draad kan aannemen: ik kan er lussen mee maken, knopen in leggen. Van iets dat eendimensionaal is iets driedimensionaals maken…een ondoenlijke opdracht, maar als je een draad één-dimensionaal noemt….is het een eitje.
Later las ik over ‘de vezel’ in de synthetische textielindustrie: die vezel dient drie keer zo lang te zijn als de diameter van de draad, dus dan blijkt de diameter van essentieel belang.
Ik schreef al: de definities rond textiel zijn niet zuiver, niet duidelijk omschreven.
FILAMENT:
Over definities gesproken: een draad die gemaakt is van kunststof heet officieel geen draad: die heet een filament.
En een filament wordt niet gedraaid. Een kunststof draad wordt naar buiten geperst door kleine openingetjes die zich aan het eind van een slang bevinden. Het lijkt misschien dat dat woord is toege-eigend door de chemische industrie, maar een zijderups of spin ‘perst’ de draad ook naar buiten en dat is ook ooit spinnen genoemd. Dus de zijderups zal als inspiratie hebben gediend voor de chemici, bedenk ik zomaar zelf. Ook een zijden draad is een filament, het enige filament van dierlijk natuurlijke oorsprong.
Sheila Hicks

Dit werk van draad was te zien op de tentoonstelling Handwerk en Graffity in september 2024 in het Centraal Museum te Utrecht. Het werk gemaakt met linnen en katoen bestaat enkel uit met draden omwikkelde draden. De verticale draden zijn een soort strengen, zoals we die kennen van de strengetjes borduurzijde. De bovenzijdes van al die strengen hangen om een ronde balk naar beneden. Het werk hangt los van de muur, dus de schaduw werkt ook mee in het effect. In eerste instantie lijken het twee kleuren, geel en goud. Maar bij nadere beschouwing ontdek je vele subtiele kleurschakeringen.
Sheila Hicks is geboren in 1934 in Nebraska, woonde ook in Mexico, is een toonaangevend (textiel)kunstenaar. Ze woont en werkt al decennia in Parijs. Ze is bekend om haar experimentele, originele weefwerken.
Het tekstbordje in het museum vermeldde als citaat van Hicks: ‘Het wordt makkelijk een chaos. Je moet vriendelijk werken. Voorzichtig. Het gaat er in mijn werk om, menselijke aanwezigheid in een lege ruimte te brengen.’
Sheila Hicks beschouwt haar werk zelf als ambachtelijk. Door andeen wordt ze wel gezien als de peetmoeder van de textielkunst. Ze startte haar loopbaan in de hoogtijdagen van de conceptuele kunst, dus met textiel werk zwom ze onverstoorbaar tegen de stroon in.
Een draad heeft veel verschijningsvormen en veel kenmerken
Weinig voorwerpen zijn zo vorm-onvast als een draad: hij kan kronkelen, draaien, pluizen, buigen. Hij raakt snel in de war. Gek eigenlijk dat je een klein knoopje in een dun draadje er bijna niet uit kan krijgen. Een draad kan niet staan. Maar als ik de draad verzwaar, dan biedt hij hangend dé loodrechte verticale lijn. Als ik wat dan ook recht omhoog wil bouwen heb ik een draad nodig.
Een draad is een wonderlijk fenomeen.
– Een draad van textiel kan glad of pluizig, dik of dun, glanzend of dof, regelmatig of onregelmatig, donzig zacht of afstotend kriebelig zijn.
– Een draad kan (te) kort, lang, eindeloos lang zijn.
– Een draad kan sterk of zwak zijn
– Een draad kan verward zijn. Om dat te voorkomen wordt ie opgerold op een bolletje of neergelegd in een streng of gedraaid op een klos(je), op een haspel of op een cone. Die laatsten vinden we in de gigantische hallen waar tegenwoordig industrieel wordt gesponnen.
En bedenkt u zelf: alle bovenstaande verschijningsvormen in combinatie met het materiaal waarvan de draad is gemaakt: van natuurlijke vezels zoals vlas, hennep, brandnetels of katoen, van dierlijke vezels zoals de wol van een schaap, een geit, een ander harig dier, van kunststof geven letterlijk eindeloze combinatiemogelijkheden: een pluizige wollen draad, een glanzende linnen draad, een dikke nylon draad.
Een touw is ook een draad. Het onderwerp touw en de toepassingen ervan komen in dit blog terug bij ‘Hoe vrouwenwerk natuurlijk ontstond’. En inderdaad: een touw voldoet aan alle kenmerken van een draad. Het was waarschijnlijk de eerste draad.
Functies en eigenschappen van de draad
– Een draad verbindt. Meestal verbindt hij twee lappen stof. De verbinding is zichtbaar in de naad. In een weefwerk vormen de draden zelf de verbinding. Knip in een weefwerk één draadje los en de verbinding is weg: er ontstaat een gat.
– een draad voorkomt dat de lap stof gaat rafelen. Met de draad kunnen we een zoom maken. We kunnen een lap stof met een zig-zagsteek of festonsteek omzomen.
– Een draad versiert, hij richt de aandacht. Een draad heeft beeldtechnisch dezelfde functie als de lijn in een schilderij; bijvoorbeeld bij quilten is dat het geval.
– Wat beeldtaal betreft: een draad die los aan de voorkant naar beneden hangt, roept assosciaties op met verf die van het doek afdruipt.
– Ook touw is een soort garen: met touw kun je iets omhoog trekken. Met touw kun je netten knopen, slepen, een tak buigen (pijl en boog), iets ophangen, iets verzamelen in een geknoopt net (tas 🙂
– En garen is een onontbeerlijk materiaal om te kunnen breien, haken, knopen en vlechten. En kleding herstellen gaat niet zonder draad.
Een belangrijk eigenschap van een draad is: hij geleidt.
Als je het onderste deel van een draad in water hangt, kruipt het water omhoog.
We kennen het proefje met een draad en aan de uiteinden twee bekertje. Zo leren kinderen de werking van de telefoon. Draad geleidt ook geluid. Een lont, eigenlijk een draad, geleidt vuur.
De draad in de mythologie
DE DRAAD VAN ARIADNE EN DE DRIE SCHIKGODINNEN
En een draad herleidt.
Een verhaal uit de Griekse mythologie.
Ariadne is prinses, want zij is de dochter van een koning en een koningin. Maar ze ook de kleindochter van goden. Zo gaat dat in de mythologie.
Ariadne hielp haar held om een minotaurus te verslaan die leefde in een labyrint, een doolhof, waar nog niemand de weg terug naar buiten had weten te vinden.
De held van het verhaal kreeg een bolletje draad mee van Ariadne. Door de draad af te wikkelen tijdens zijn zoektocht en het gevecht, verdwaalde hij niet.
Hij liep keurig de route van de draad terug. U begrijpt: waarna beiden trouwden
In een goed verhaal hoort een rode draad te zitten: gebeurtenissen staan op een of andere wijze met elkaar in verband. Het is geruststellend wanneer gebeurtenissen een oorzaak en een gevolg hebben.
Het geeft me houvast wanneer ik uit ogenschijnlijk losstaande voorvallen een rode draad kan vinden.
Soms is die geruststellende logica er niet. Iedereen maakt in zijn/haar leven mee dat ziektes, ongelukken of oorlog onvoorstelbare consequenties hebben. In verscheidene mythologieen, bijvoorbeeld die van Noorwegen en ook bij de Grieken is sprake van drie (soort van) godinnen, feeen.
Ze vallen niet onder de hiërarchie van een oppergod. Het zijn de schikgodinnen: zij zijn verantwoordelijk voor de lengte van het leven. De eerste schikgodin, fee spint een draad. De tweede meet de lengte en de derde knipt die draad door op het (willekeurige) moment dat het haar goed acht.
Sedert ik dit verhaal ken, denk ik daar altijd aan, wanneer iemand onverwacht overlijdt.
Ook deze maand (augustus ’24) wanneer de oudste vrouw ter wereld overlijdt.
Toen ze 113 jaar was overleefde ze een coronabesmetting. De schikgodin vond blijkbaar niet de tijd om de draad door te knippen.
Het blad Ariadne
En decennialang bestond er een tijdschrift ARIADNE, een maandblad voor handwerken. Ze zijn nog te koop in onlinewinkeltjes.
Het woord draad in onze taal
We mogen de letterlijke draad misschien kwijt zijn, maar de abstractie van draad is veelvuldig in onze taal aanwezig.
Beeldspraken rond het woord draad zijn vrijwel direct duidelijk: iemand vertelt iets op een langdradige manier, ís lang van draad, een persoon is tegendraads, tegen de draad in, iemand heeft een rafelig randje, iemand pakt de draad weer op.
Spreekt u het woord leid-raad ook uit met de afbreking tussen de twee medeklinkers? Qua betekenis is het een lei-draad. Een draad waarmee takken van bomen in de gewenste groeirichting worden geleid. En het woord lei-draad wordt vervolgens ook in overdrachtelijke zin gebruikt: bijvoorbeeld een belangrijk boek kan mijn leidraad zijn.
Er bestaan veel uitdrukkingen over handelingen met en verschijningsvormen van een draad, die we in de abstracte taalvorm moeiteloos begrijpen:
– iets of iemand vormt een draad met het verleden,
– iemand zit in de knoop,
– iemand is in de war, er is geen draad aan vast te knopen
– een probleem ontknopen,
– iemand heeft een kort lontje,
– activiteiten/mensen vullen elkaar naadloos aan. Periodes lopen naadloos in elkaar over.
Beeldspraken rond de draad zijn direct duidelijk.
Er zijn ook uitdrukkingen die te maken hebben met technieken rond de draad die een betekenis hebben in ons dagelijks leven.
Mogelijk zijn die betekenissen niet voor iedereen duidelijk.
Bijvoorbeeld
– aan een afspraak valt niet te tornen (tornen is het losmaken van een draad van een naad.
Er ontstaan dan weer losse stukken)
– hij/zij staat te haspelen. (Als de draad is gesponnen, dient hij te worden opgewonden op een spoel, op een klos. Bijvoorbeeld bij het zijdeweven was het haspelen van de zijde een bijzonder vak: zijdehaspelaars.)
– iemand spint goed garen met een activiteit.
– doorslaan. iets is een doorslaand succes. Om een patroon spiegelbeeldig op twee lappen stof te krijgen wordt met een rijgdraad de contouren van het patroon doorgeslagen op het tweede stuk stof.
– uitpluizen en ontrafelen zijn woorden die iedereen wel kan herleiden.
Het hoofdstuk Tekst-iel beschrijft hoe kort de lijnen tussen textiel en tekst zijn.
Het woord draad of de handelingen met naald en draad komen dan ook vaak terug bij de beoordeling van verhalen:
– de verhalen rijgen zich aaneen (rijgen is een onvaste manier om twee delen stof aan elkaar te bevestigen)
– Er is geen touw aan vast te knopen.
– Een langdradig verhaal
Dat we internet het World Wide Web noemen, komt omdat we ons realiseren: het eindeloze web, en de draad die een spin maakt, chemisch gezien identiek aan zijde, is een teken dat de bedenkers van internet de vorm van een spinnenweb terecht zien als perfecte metafoor voor snel met elkaar in contact kunnen komen.
En het is niet zomaar dat een recent sociaal medium de naam Threads kreeg.
Ook bij de draad ligt ongewenst imago op de loer
Al het aardige dat ik schrijf over de draad, vervalt al snel in een opgetrokken mondhoek als ik vertel dat je er zo fijn mee kunt naaien. De lezer zal glimlachen als u mij zou horen zeggen dat ik naaien heerlijk vind.
Tja….niets aan te doen. Dat zal wel zo blijven: de op en neergaande beweging van de naald en draad die vertoont nu eenmaal overeenkomsten met die andere daad.
En dan is er nog: iemand een oor aannaaien, als iemand mij naait heeft dat te maken met bedrogen worden, iemand benadelen….Het zijn negatieve connotaties.
Zelf omschrijf ik mijn werk als: ‘ik werk graag met naald en draad.’
Maar het is gek dat er geen synoniemen voor naaien bestaan en het enige woord dat bestaat kun je op meer manieren uitleggen.
Voordat ik begin met categorien in de draad kan ik niet voorbijgaan aan de etymologische oorsprong van het woord draad. Die komt van darm. Het is zeer waarschijnlijk dat de voormoeders van onze voormoeders naaiden met ingewanden.
WAAR KAN EEN TEXTIELDRAAD VAN ZIJN GEMAAKT?
- PLANTAARDIGE VEZELS UIT DE NATUUR
– nadere uitleg vindt u bij 1) : van floeem naar 1A vlas, 1B brandnetel, 1C ramie en 1D hennep.
– of van de bast van een stengel, bijvoorbeeld bij jute, 2A of de bast van de kokosnoot 2B)
– of van sisal. Deze plant levert vezels van de agaveplant 3)
– of manillahennep van de abaca 4)
– of katoen van het pluizige zaad van de katoenstruik Zie 5) - VEZELS DIE AFKOMSTIG ZIJN VAN DIEREN
– wol bijvoorbeeld is afkomstig uit de vacht van een dier. Meerdere dieren leveren wol. zie 6) - DE ZIJDEN DRAAD IS EEN VERHAAL APART
Een draad van zijde is niet opgebouwd uit vezels. zie 7)
(Ik weet niet zeker of ik dat zo kan zeggen, want bijna overal wordt zijde beschouwd als een vezel. Maar zijde bestaat uit eiwit. Een eiwit kan verteren in ons lichaam en een vezel niet. Een zijden draad is een filament. Het enige filament van natuurlijke oorsprong).
Er zijn tientallen soorten zijde, onder andere afhankelijk van hoe het wordt geweven. Ik zal deze soorten binnenkort beschrijven bij het hoofdstuk zijde. - PAARDENHAAR zie 8
- METAALDRAAD
Gouddraad, zilverdraad. zie 9) - NATUURLIJK BASISMATERIAAL (HOUT OF MELK) ONDERGAAT EEN CHEMISCHE BEWERKING
– bijvoorbeeld hout wordt in chemische fabrieken omgezet in rayon, ook viscose genoemd.10)
– Tencel of Lyocell wordt gemaakt van eucalyptusbomen. zie 11)
– Ook bamboe kan grondstof zijn voor viscose zie 12)
– Modal is viscose uit beukenhout.zie 13)
– Acetaat (ook polinose genoemd) wordt gemaakt van naaldbomen en resten katoenpluis. zie 14)
– Cupro is hetzelfde als acetaat, maar dan met een toevoeging van een koperverbinding.zie 15)
– Melkwol, lanital, kaaswol. Als je vet van de melk haalt, houd je caseine over. Daar zitten veel dierlijke vezels in. zie 16) - KUNSTVEZELS, NYLON, kan ook Enkalon of Perlon heten – zie 17 OF POLYESTER zie 18)
Deze twee kunststoffen worden in twee categorien verdeeld, omdat ze er moleculair anders uitzien. Het ene molecuul heet: een polyamide. Het andere molecuul heet een polymeer.
Een draad van kunststof heet eigenlijk geen draad, maar een filament.
Synthetische polyamiden worden in de handel verkocht onder namen als Kevlar, Nomex, nylon, Perlon, Tactel, Technora, teijnconex, Twaron. - COMBINATIES VAN WEEFSELS UIT BOVENSTAANDE CATEGORIEN
– bijvoorbeeld katoen met polyester of wol met acryl zie 19) en alle combinatiemogelijkheden tussen alle bovengenoemde draden. In dit overzicht ben ik er kort over. Dat is omdat de mogelijkheden van combineren eindeloos lang is zie 19 a 19 b en 19 c - ELASTHAN zie 20) Ook elasthan wordt in combinaties met andere vezels gebruikt. Bijvoorbeeld de taille van panty’s bestaan uit een combinatie van nylon met elasthan.
- LATEX zie 21) is eigenlijk rubber. Dat zeg ik niet goed: rubber komt uit de natuur en latex wordt in een chemische fabriek nagemaakt. Ik twijfel of ik deze stof op moet nemen bij het overzicht van textiel, maar…er worden, letterlijk en figuurlijk heel spannende, kledingstukken van gemaakt. We kennen latex handschoenen. We kennen ook latex draad.
Bovenstaande lijst is niet compleet. Ik zocht bijvoorbeeld naar de stof waarop Keith Haring zijn wandschilderijen (met nestelringen) maakt. Eigenlijk een soort wandkleden, dacht ik. Hij blijkt op vinyl te werken. Zou vinyl nog in het lijstje horen?
Of…ik las bij Wikipedia over kunstvezel en dan blijkt het over kunstgras op voetbalvelden te gaan 🙂 Ik geloof dat daar wol in gaat. Enfin…toen ben ik gestopt.
Toen toch nog even getwijfeld: zit in glaswol en rotswol textiel? Volgens mij niet.
MEER INFO OVER DE HERKOMST VAN ONZE DRADEN VAN TEXTIEL
- VEZELS IN STENGELS VAN PLANTEN UIT DE NATUUR HETEN FLOEEM Vanuit onze vroegste menselijke geschiedenis, tenminste na de darm, is de draad gemaakt van plantaardige vezels.
In het binnenste van de stengel of bast van vlas, netel, jute, hennep zitten lange dunne draadjes. Dit dunne draadje heet een floeem. Het woord floeem stamt van het Griekse woord phloos = bast.
Kassia St. Clair: ‘Een floeem bestaat uit lange, dunne cellen die moleculair met kop en staart aan elkaar zijn verbonden en zo strengen vormen – als kralenbuisjes aan een draad – die van de wortel tot de top van de stengel lopen en in bundels bij elkaar gehouden worden. Een enkele stengel kan tussen de 15 en 35 van deze bundels bevatten die elk wel uit veertig afzonderlijke vezels bestaan.
Ze zijn lang (tussen de 45 en 100 centimeter, zeer dun (een doorsnede van 0.0002 centimeter), zacht en sterk.
Ze voelen zwaar en een beetje zijdeachtig aan en ze hebben een parelmoerachtige glans.
In de plant dienen ze als bescherming en ondersteuning van de kanalen waardoor voedingsstoffen vanaf de wortel omhoog gaan. Vandaar dat ze zo sterk zijn en zo goed beschermd.
Het kost veel tijd en arbeid en het is een vak apart, maar via drogen en rotten kun je deze draadjes uit de stengel krijgen. Vervolgens krijg je manden vol met onontwarbare dunne draadjes.
Die draadjes worden gekamd, zodat ze allemaal in dezelfde lengterichting komen te liggen en vervolgens kun je er mee spinnen, zie spinnen als een soort draaien: die dunne draden worden in de lengte om elkaar heen gedraaid. Zo ontstaat een dikkere draad, waar je heel veel mee kunt doen.
1A DE VEZELS VAN VLAS GEVEN LINNEN: vlas groeit snel: in honderd dagen van zaaien naar oogsten. De blauwe vlasvelden bloeien alleen in de ochtend op een brede kuststrook van Normandie in Frankrijk tot en met Friesland. Vlas zorgt voor linnen. Met name de Egyptenaren waren kunstenaars in het vervaardigen van linnen. Er zijn linnenweverijen en bedrijven van meer dan 150 jaar oud. Daar kan ik prachtige linnen artikelen kopen: tafellakens bijvoorbeeld. Het is niet goedkoop, maar ik begrijp waarom het zo duur moet zijn.
1B TWEE VEZELS VAN BRANDNETEL: UIT NEDERLAND EN UIT CHINA
Ook de brandnetel beschikt over de zijdeachtige vezels die zelfs geschikt waren voor koninklijke kleding en lakens.Ook de hunebedbouwers maakten hun kleding van brandnetel.
De plant kan groter worden dan in mijn tuin, wel ruim anderhalve meter: zo lang zijn dan ook de vezels in de stengel. Brandnetel groeit met weinig water en zonder pesticiden.
Er bestond een Nederlands bedrijf die hun stof eerst Breddel en later Netl noemde. Maar dat bedrijf heeft het economisch niet gehaald. Journalist Emy Demkes (werkzaam bij De Correspondent schreef een mooi artikel over waarom het bedrijf het niet haalde. Ik kan brandnetelstof bestellen (althans een dekbedovertrek) bij een Fins bedrijf. Ook nu dien ik te wennen aan de prijzen: wellicht gaat me dat lukken.
1C RAMIE wordt ook Chinees gras genoemd en het textiel dat ervan wordt gemaakt noemt men ook wel Chinees linnen. Deze plant Boehmeria Nivea is meerjarig, wordt 2,5 meter hoog en hij prikt niet. (Wikipedia – Ramie). Al meer dan 6000 jaar worden de vezels van deze plant gebruikt voor bijvoorbeeld draad en touw, visnetten, papier en iets grovere textieltoepassingen, dus niet voor een teer blousje, maar wel voor tafellakens, beddengoed of gordijnen.
1D DE VEZELS VAN HENNEP. Hennep is een van de sterkste plantaardige vezels. Ook hennep is relatief makkelijk te telen, zonder bestrijdingsmiddelen. In vier maanden tijd kan het vier meter hoog worden. Ook de Romeinen hadden hennep.
De productie is lang verboden geweest, mogelijk vanwege anti-drugswetgeving die waarschijnlijk het gevolg was van een actieve lobby uit de chemische industrie.
Het verbod stamt uit Amerika en Europa heeft dat in 1930 overgenomen. Mondiaal zijn China en Canada grote producenten. In Europa zijn Frankrijk, Duitsland en Nederland de belangrijkste teeltlanden. Hennep heeft slechts 150 dagen nodig om uit te groeien tot een volwassen plant: in vier maanden tijd vier meter hoog.
Wat milieu betreft: hennep neemt CO2 op uit de lucht. Verder: alleen positieve invloeden op het milieu. Spijkerbroeken, beroemd om hun sterkte, werden oorspronkelijk gemaakt van hennep (Bron: site ecotex). Hennep wordt bij het maken van textiel vaak vermengd met katoen. Stoffen met hennep hebben een soort van textuur, te vergelijken met linnen.
Hennep houdt warmte niet goed vast: het is een koele stof geschikt voor zomerkleding. De stof canvas (het woord is afgeleid van cannabis) was oorspronkelijk per definitie gemaakt van hennep.
(informatie komt van ecotex.) Van hennep kan ook papier worden gemaakt. - DE BAST VAN JUTE 2A
Iedereen kent juten matten en juten zakken waarin cadeautjes kunnen zitten. (site natuurlijk jute.nl.) ‘Jute vezels zijn afkomstig van de jute plant, uit het geslacht Corchorus. Deze jute groeit vooral in Bangla Desh, China en India. Jute wordt na katoen wereldwijs het meest gebruikt. Jute is een natuurproduct afkomstig uit biomassa. Jute wordt gemaakt van de bast van planten uit het geslacht Corchorus, de kaasjeskruidfamilie.
De stengels van jute zijn eetbaar als groente.
Ook de BAST VAN KOKOSNOOT (2B) vormt grondstof voor een sterke, harde vezel. De vezels zitten om de bast van de kokosnoot. Een kokospalm produceert kokosnoten. Alles van deze palm wordt gebruikt, alles is recyclebaar. Stof van kokosnoot ziet er wel uit als jute. Ook van kokos worden matten worden gemaakt. - AGAVEPLANT: aan de scherpe randen van de agavebladeren zit een vezel, een lange draad, die wordt gebruikt om textiele stoffen van te maken. De stof ziet er enigszins kunststofachtig uit, maar is dit dus niet. Het sterke materiaal wordt vooral gebruikt in de koffiehandel.
Van agave wordt ook de alcoholhoudende drank tequila gemaakt. Die vezels zijn voor de tequila niet nodig en ze blijven dus als biomassa achter. Lange tijd vormden ze een afvalproduct. Maar momenteel kan men er ecologisch verantwoord, veganistisch leer van maken. (info:recycling Nederland.nl)
Halverwege de negentiende eeuw werden de Maya’s onderdrukt door de kolonialisatoren. De grond op Yucatan was schraal. Het enige wat er kon groeien was de agave.. De Maya’s konden er scheepstouwen van maken. Het werd zo’n groot exportproduct voor de blanke plantage-eigenaren dat het ‘het groene goud van Yucatan’ werd genoemd. (historianet.nl) - MANILLAHENNEP VAN DE ABACA: De abaca is een bananenplant die een lange lichtgele vezel geeft. De vezel wordt vooral op de Filipijnen gekweekt voor textiel, zo ontdekten de Europese koloniasatoren. Hij wordt beschouwd als de sterkste plantaardige vezel ter wereld; drie keer zo sterk als sisal. Met manillahennep kun je zachte zijdeachtige stoffen maken. Bananatex is geheel recyclebaar textiel. Het wordt op grote schaal geproduceerd en is sinds 2021 Cradle tot cradle gecertificeerd. Inheemse Filipijnse stoffen (bijvoorbeeld de Tinalak door vrouwen van de Tibolistam in Zuid – Cotabato zijn te vinden in musea. De patronen worden ingegeven door de dromen van de maaksters. Mooier wordt het niet). Andere benamingen voor de stof zijn sinamay, pinukpop en dagmay. (zie ook Engelse wikipedia Abaca)
- KATOEN
groeit als pluis aan een eenjarige plant. De zaden van de katoenplant zitten op een plakkerige manier verborgen in de pluisbol. Al enkele honderden jaren zijn er machines om de zaden uit het katoenpluis te halen en op veel plaatsen, maar niet overal wordt de katoen machinaal geplukt. Als de pluizen zijn verzameld in grote katoenbalen van één kubieke meter, wordt begonnen met kammen, kaarden heet dat en vervolgens kan het spinnen van de draad beginnen.
Er is bijzonder veel water én een warm klimaat nodig om katoen te laten groeien en ook veel bestrijdingsmiddelen.
Uitbuiting, slavernij, de vernietiging van culturen door het kapitalisme en het kolonialisme zijn nauw verweven met de geschiedenis van katoen.
Dat katoen zo goedkoop is in vergelijking met bijvoorbeeld linnen komt omdat katoen wordt gezaaid, geplukt in lage lonenlanden. Ik schat in dat de opkopers de katoenboeren tegen elkaar kunnen uitspelen wat prijs betreft.
En….de Amerikaanse katoen wordt gesubsidieerd. De subsidies aan Amerikaanse boeren geven een vertekend beeld van de wereldwaarde van katoen. daardoor krijgen Afrikaanse of Indiase katoenproducenten minder geld.
Als katoen het predikaat ecokatoen draagt, dan mogen we aannemen dat de producenten bewuster zijn omgegaan met alle milieufactoren.
LINNEN MET KATOEN NOEMT MEN HALFLINNEN - WOL
Iedereen weet dat wol van een schaap komt. Maar ook een geit (dan heet de wol mohair of kasjmier), een jak, een lama, een kameel en de alpaca kunnen wol leveren en ook een konijn. Het angorakonijn geeft angorawol.
Ieder schaap levert een bepaald type wol; bijvoorbeeld merinowol, is heel zachte wol, komt van het merinoschaap. Dieren die in de bergen leven, geven wol die warmte beter vasthoudt, vaak zachter en lichter is.
Wol bestaat, net als zijde, uit een eiwit.
Als je de vacht van een schaap in de aarde stopt verteert alles.
Om van deze dierlijke vezels een draad te maken, ondergaat het materiaal een bewerking die vergelijkbaar is met plantaardige vezels: je begint met een pluizige, onontwarbare bol.
Die ga je kammen en zodra de pluisjes in dezelfde richting liggen, kun je ze uit elkaar trekken en om elkaar draaien en zo ontstaat een draad. Katoen heet in het Duits Baumwolle, boomwol.
Katoen en wol lijken in de oogsten wel een beetje op elkaar: je plukt het van de katoenstruik of je plukt het dier (als het in de rui is) of scheert het dier en dan heb je een handvol vezels waar je een draad mee kan maken.
Enkele honderden jaren geleden werden schapen, zeer pijnlijk, nog geplukt. Ze hadden toen nog niet de dikke vachten die ze nu hebben. Ook de wol van konijnen…in de winkel is niet te herleiden of het dier werd geplukt toen het in de rui was of niet. Niet iedere schapenhouder gaat zachtzinnig met zijn schapen om: om te voorkomen dat zich kleine diertjes vestigen in de biotoop rond het achterste van het schaap worden gruwelijke handelingen verricht. - ZIJDE
Een zijden draadje kun je (ook scheikundig, het is een eiwit) vergelijken met de draad van een spinnenweb door een spin.
De draad wordt kant en klaar keurig opgewonden in een zijdecocon gemaakt door de zijderups.
De zijderups heeft klieren in haar hoofd, waarmee ze de zijden draad maakt.
Als je de zijden draad wilt afwikkelen hoef je de cocon alleen maar in een bak met warm water te leggen. En vervolgens dien je de draad af te wikkelen: traditionele haspelaars en zijdewevers leggen daarbij heel wat meters af.
(Ik schreef al over zijde in dit blog.)
Zijden stoffen waren duizenden jaren het monopoly van China. Chinese, geweven zijde vormde (mede) de basis voor de zijderoute: een stelsel van wegen en karavaanroutes en steden om te overnachten, te handelen van Oost-Azie tot Egypte tot Venetie tot de Vikingen. Zijde is verscheidene malen in de vroege historie een betaalmiddel geweest: het was letterlijk evenveel waard als goud. - PAARDENHAAR ….uit mezelf zou ik paardenhaar niet genoemd hebben bij draden van textiel. Maar ik lees bij Hunebed Nieuwscafé dat textiel waarin paardenhaar is verwerkt zeer statusverhogend was. Het hebben van een paard was een luxe en door het paardenhaar te verwerken in de kleding…u begrijpt het al. En er zijn ook zeker kunstenaressen die paardenhaar verwerken in bijvoorbeeld weefwerken.
- GOUDDRAAD, ZILVERDRAAD
‘Echt gouddraad ontstaat door gouden staafjes door steeds kleinere openingen te trekken. Vanwege de kostbaarheid wordt daar zelden mee geborduurd.’
‘Overal ter wereld is verguld metaaldraad gebruikt als vervanging voor het veel duurdere gouddraad.’
‘Zijden of katoenen draden worden omwikkeld met verguld zilverdraad. Dit wordt op een ondergrond gelegd en met kleine steekjes vastgezet. Dit heet couchen.
(Info uit boekje behorend bij de tentoonstelling ‘Geen woorden, maar draden’ – 2023) in het Wereldmuseum Rotterdam)
Er zullen lezers zijn die vinden dat nu volgende categorien draad rayon en viscose echt een andere categorie draad vormen: want zonder chemische industrie komt rayon of viscose (5) of tencel (6) of bamboe (7) niet tot stand.
De basis van onderstaand textiel mag dan weliswaar hout of zelfs melk zijn: er worden zoooo veel bomen uit gezonde bossen gekapt en het chemisch proces is dermate heftig en vervuilend…de afvalstoffen worden geloosd op het oppervlaktewater in de omgeving van de fabriek, in arme landen voor ons ver weg, waar het drinkwater voor de gewone mensen wordt vervuild…daar is niets ecologisch aan.
In de grote-mensen-wereld vormen de nu volgende textielcategorien een volstrekt andere wereld, maar in onze kledingkast komen ze bij elkaar. Die kledingkast is voor ons de kleine realiteit.
Vandaar dat de nummering in stoffen doorloopt. - RAYON EN VISCOSE
WAAR KOMEN DE WOORDEN RAYON EN VISCOSE VANDAAN?
Omschrijvingen voor dit type textiel zijn: chemische natuurvezels, een hybride uit synthetisch en natuurlijk of half-synthetisch.
Het woord rayon is afkomstig van de benaming voor een streep licht.
In het productieproces komt een fase voor waarin sprake is van een stroperig mengsel. Hieraan dankt viscose haar naam: viscous – kleverig.
Rayon en viscose worden gekenschetst met namen als kunstmatige zijde of imitatiezijde.
HOE WORDEN RAYON OF VISCOSE GEMAAKT?
Om van houtpulp (een ander woord is cellulose en eigenlijk is dat heel fijn zaagsel) een draad te maken die op het eerste gezicht aan zijde doet denken lijkt wel te mooi om waar te zijn.
Maar…het productieproces is niet bepaald sprookjesachtig.
Je begint dus met heel fijn zaagsel en daar doe je natronloog bij.
Natronloog (handelsnaam Kaligene) is een nevenproduct uit de chloorindustrie. De meeste van ons zullen chloor wel eens thuis gebruiken, het ruikt zo lekker fris. Maar chloor is echt heftig chemisch spul: het kan onze ademhalingorganen aantasten.
Onze huid kan geen natronloog verdragen; net als bij fosfor brandt onze huid dan weg. We kunnen er ook blind van worden. Er bestaan zeer dramatische verhalen over werknemers in de fabrieken: over de ziektes die ze kregen en waar geen aandacht voor was.
Vervolgens wordt koolstofdisulfide, daar zit veel zwavel in, toegevoegd, waardoor de cellulose vloeibaar wordt. Vervolgens moet het mengsel ‘rijpen’ met nog meer loog waarna het een dikke stroopachtige vloeistof wordt. Deze wordt xanthaat genoemd. Aan dit kleverige xanthaat heeft rayon zijn andere naam te danken: viscose.
De stroop wordt door dunne buisjes of spindoppen in tanks met zwavelzuur geperst. Door het zuur trekt de zwavel uit het cellulosemengsel en wat achterblijft, verhardt, waarna zich in het zuurbad fijne rayondraden vormen, die naar de bodem zinken. Deze scheikundige vezels *) worden gerekt en na verscheidene bewerkingen (schoonmaken, bleken, verven) worden ze tot stof geweven.
Bij wikipedia bij Lyocell wordt het korter omschreven: ‘bij viscose is dit (de productie) geen milieuvriendelijk proces. Er wordt natriumhydroxide, koolstofdisulfide en zwavelzuur gebruikt en er ontstaan schadelijke bijproducten. Viscose omvat bijna 80% van alle houtcellulose vezels die er op de markt zijn.
*) We kennen het woord vezel uit onze voeding: in groenten zitten vezels. We kennen het woord vezel als bijvoorbeeld een deel van onze spieren. We kennen het woord uit de wereld van de spinnerij: uit een bolletje wolvezels, katoenvezels kun je een draad spinnen.
Maar er blijkt ook een scheikundige vezel te bestaan. Ik weet niet of tekstschrijvers of de chemische industrie zich dit woord hebben toegeeigend om het chemische proces begrijpelijk te maken.
SEDERT WANNEER BESTAAT VISCOSE?
Eind negentiende eeuw ontwikkelden chemici (in het boek van Kassia St. Claire wordt de naam van de Russische wetenschapper Dmimitri Mendelejev genoemd)) de procedé’s voor het maken van viscose.
Vanwege de sterke chemicalien is het een proces geweest dat altijd bij grote fabrieken heeft gehoord, bijvoorbeeld Courtaulds in Engeland. Dit bedrijf opende begin 1900 een viscosefabriek in Coventry en in 1910 werd in Amerika een viscosefabriek geopend: American Viscose company. Vanaf het begin waren de fabrieken winstgevend. Er zat ook een geopolitiek randje aan: katoen kon alleen groeien in warme klimaten. De viscoseproductie kreeg een boost ten tijde van de Eerste Wereldoorlog: de aanvoer van katoen en zijde was verstoord.
De bedrijven die uiteindelijk de volledig synthetische stoffen zouden gaan produceren, hadden reeds ervaring opgedaan met de productie van viscose. Dupont was één van hen. Dupont opende zijn eerste rayon/viscosefabriek in Buffalo, New York in 1920 en daarna ook nog een in Tennesee. - LYOCELL OF TENCEL (=de merknaam) horen ook thuis in de categorie ‘kunstmatige vezel op natuurlijke basis’ (zie Wikipedia Lyocell.) Zij worden op min of meer dezelfde wijze gemaakt als viscose of rayon, alleen het fijne zaagsel voor lyocell komt van de eucalyptusbomen. Ook hier lossen de houtvezels op.
De milieuonvriendelijkheid van viscose ondervangt men bij lyocell door een nieuw oplosmiddel (N – methylmorfoline-N-oxide) te gebruiken. Dit oplosmiddel is net zo heftig als de bovenbeschreven oplosmiddelen, alleen: dit chemisch product wordt teruggewonnen en (neem ik aan) hergebruikt. Lyocell omvat ongeveer 5% van alle houtcellulosematerialen (info: sustainablegiftcard.nl)
Tencell heeft qua milieu een extra goede naam als het gaat om milieuvriendelijkheid. Het wordt genoemd als milieuvriendelijk alternatief voor minder ecologische (de volledig synthetische) stoffen. Er is één gigantisch Oostenrijks bedrijf dat Tencel maakt. Dat vind ik wel prettig: je weet dat er één iemand is, die je kunt vragen of de eucalyptusbomen verantwoord worden geplant en gekapt. - BAMBOE wordt eerst vermalen, dan wordt het verhit. Op internet lees ik dat er ‘natuurlijke enzymen’ aan worden toegevoegd. dan lees ik dat de vezels er worden uitgekamd en dan worden gesponnen tot een draad. Als ik vraag (‘Hoe wordt bamboe gemaakt?’) aan Google komt als antwoord ‘Via een proces met chemische stoffen ontstaat een stroperige massa die door een spindop met heel kleine gaatjes wordt geperst, waardoor lange draden ontstaan. Deze draden worden weer versneden tot kleine stukjes, de vezels. Een bamboe draad neemt meer vloeistof op dan katoen. Dus weefsels van bamboe zijn gewild om kledingstukken van te maken waar vochtopname belangrijk is: ondergoed, sokken.
Voor wie het milieu belangrijk vindt: bamboe wordt vaak aangeplant op de plek waar eerst bomen stonden. Eerst werden gezonde bossen gekapt voor de productie van viscose. Vervolgens worden voor bamboe marketingtermen gebruikt als ‘hernieuwbaar’ en ‘milieuvriendelijk’. Groenwassen noemt Kassia St Claire dit (blz 253) in De Gouden Draad. Rayon wordt ook wel eens aangeprezen als bamboe. Ondanks dat daar al grote boetes voor zijn uitgedeeld (2,6 miljard voor onder ander Amazon, Macy’s en Sears in 2013) blijft het lucratief om de consument te desinformeren. - MODAL Het bedrijf dat Lyocell (gemaakt van eucalyptusbomen) op de markt brengt heet Lenzing Modal uit Oostenrijk. Ook modal wordt door dit bedrijf geproduceerd. Om modal te maken heb je beukenbomen nodig. Vanwege de Europese milieueisen en de Europese lonen zijn de meeste spinnerijen verplaatst naar arme landen. In 2005 produceerde India 4000 ton. Recentere cijfers zijn er niet. Modal wordt veel gebruikt in kleding voor outdooractiviteiten. Het genoemde bedrijf Lenzing heeft ook een milieuvriendelijke variant: Modal Edelweiss. Hier wordt 95% van de chemische stoffen teruggewonnen in een gesloten kringloop.
- ACETAAT, het wordt ook polynose genoemd, wordt gemaakt van naaldbomen en resten katoenpluis.
- CUPRO is hetzelfde als acetaat met een toevoeging van een koperverbinding. We begrijpen dat geeft een extra mooie glans.
- MELKWOL In melk zitten nog veel dierlijke vezels en ook hiervan kan met viscose maken. Je dient er dan eerst een zuur bij te doen. Het komt in de handel als melkwol, lanital, fibrolane, aralac, casolana of kaaswol. Het woord lanital betekent wol uit Italie. Het is in Italie ontwikkeld/uitgevonden in 1935, daar werd het voor het eerst geproduceerd. Er was behoefte aan kunstvezels omdat er door de politieke crises rond het fascisme een tekort aan katoen was ontstaan.
Lanital wordt vaak gebruikt als toevoeging bij schaapjeswol. Zo kan deze goedkoper worden geproduceerd.
Ook nu loopt de nummering in de soorten stof door. Maar vanaf nu komen we bij de kunststoffen die volledig in de chemische industrie worden gemaakt uit aardolieproducten.
INLEIDING IN KUNSTVEZELS VAN TEXTIEL: WAT IS EEN POLYAMIDE EN WAT IS EEN POLYMEER
– Ontwerpers en/of tekstschrijvers uit de modewereld omschrijven textiele kunststoffen als
‘technische stof’ of ‘technostof’. (vnpolyfiber.com)
– Er zijn als uitgangspunt twee soorten kunststof als basis om textiel van te maken:
nylon en polyester. Er zijn veel handelsnamen voor steeds een iets andere stof.
Dezelfde stoffen die uit een andere fabriek komen, krijgen een eigen handelsnaam.
– Ik vond het niet eenvoudig om informatie te vinden over de productieprocessen van kunststoffen die bestemd zijn om te worden gebruikt als draad in textiel.
– Vrijwel steeds zag ik de woorden polymeren en polyamiden.
Een tijdje leek het mij toe dat dit twee chemische stoffen zouden zijn.
Maar nu denk ik te begrijpen:
Een polymeer en een polyamide vertellen welke structuur het basismolecuul van de textiele kunststof heeft.
Het gaat over de vorm van de bouwsteen. niet over het materiaal waar de bouwsteen van is gemaakt.
POLYAMIDE:
Een eiwit is een natuurlijk polyamide. De eiwitten uit ons lichaam of uit een kippenei hebben als molecuul een razend knappe structuur.
Het is de chemische industrie gelukt om deze molecuulvorm/structuur/bouwsteen na te maken met aardolieproducten.
Als we op een site met informatie over chemisch gemaakte stof zien staan: Wol en zijde bestaan uit polyamiden, dan betekent dat: wol en zijde bestaan uit eiwitten. Dat klopt: je kunt wol en zijde gewoon in de aarde van je tuin stoppen: het verteert. Alles uit deze producten is weer bruikbaar voor de natuur.
Synthetisch gemaakte textiel kan ook uit polyamiden bestaan.
Maar daarmee wordt bedoeld: de structuur van de stof is opgebouwd uit dezelfde bouwstenen (de manier waarop de deeltjes/blokjes in elkaar grijpen) is dezelfde als van natuur en zijde.
Maar de legoblokjes zélf zijn in het ene geval (wol en zijde) ontstaan,gegroeid als resultaat van een proces uit de biologische natuur en in het andere geval het resultaat van scheikunde in een chemische fabriek.
Ik krijg de indruk dat de tekstschrijvers van chemische fabrieken (en de wereld die daarmee is verbonden) als uitgangspunt nam: laten we ons chemisch product vergelijken met de natuur. Dan lijkt het chemisch proces niet zo eng.
WAT IS EEN POLYMEER
Een polymeer is eveneens de structuur van een molecuul
Een polymeer is een samengesteld molecuul. Een polymeer bestaat uit een combinatie van monomeren.
Een monomeer is een enkelvoudig molecuul.
Een polymeer is (scheikundig gezien) een keten van steeds dezelfde, herhalende moleculen.
Twee verschillende monomeren vormen samen een polymeer.
In de natuur kan het, bij mono- en polymeren, gaan over zetmeel in aardappels… een chemicus ziet dat zetmeel als een polymeer. En deze bouwvorm diende als inspiratiebron voor de chemische industrie
Met als voorbeeld van het molecuul zetmeel maakt de chemische industrie een plastic. Dat plastic kun je omvormen tot echt heel veel, onder andere textiel.
In De Volkskrant van 13 sept. ’24 stond een verslag over een ludieke studie: onderzoekers gaven duizenden modderwormpjes alcohol teneinde te bestuderen hoe duizenden bewegende sliertjes zich zouden voortbewegen. In het artikel worden de wormpjes ‘actieve polymeren’ genoemd. Eén wormpje wordt gezien als één molecuul. - NYLON
Nylon is een synthetisch polyamide. We kennen nylon uit de haartjes van de tandenborstel, uit vissersgaren, waar we misschien wel sieraden mee maakten. Het is zeer licht van gewicht en het duurt bijzonder lang voor het breekt. Het is zeer elastisch. Het kan niet rotten als het in aanraking komt met vocht.
Geschiedenis:
U las bij de geschiedenis van viscose over de vestiging van chemische industrien. Dupont was er daar één van. Nog geen tien jaar nadat de research van start was gegaan, kwam nylon op de markt.
Wetenschapper W. H. Caruthers speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling. Oorspronkelijk was nylon bedoeld als alternatief voor zijde. Nylon is biologisch niet afbreekbaar. In 1939 werd de nylon kous gepresenteerd op de wereldtentoonstelling in New York.
Hoe wordt nylon gemaakt?
Mondaymerch.com:
Nylon wordt gemaakt door een proces dat polymerisatie heet. ‘Dat houdt in dat specifieke chemicalien, zoals adepinezuur en hexamethyloeendiamine, in precieze verhoudingen worden gemengd. U begrijpt: dat lukt ons niet boven de gootsteen in de keuken.
Rita Trefois omschrijft het als volgt: ‘synthetische vezels worden gemaakt uit chemische producten, voornamelijk kolen, kalk en stikstof.’
Wat zijn handelsnamen voor nylon?
Nylon wordt ook polyamide genoemd, naar de vorm van het molecuul. Aramide. Polyamides worden gebruikt voor autobanden en kleding. Synthetische polyamiden (zie Wikipedia – polyamide) worden in de handel verkocht onder handelsnamen als: Cordura, Kevlar, Nomex, Nylon, Perlon, Tactel, Technora. Teijinconex, Twaron. - POLYESTER
De molecule van polyester heet synthetisch polymeer. Bijvoorbeeld Dacron is een handelsnaam van deze polyester vezel. Teryleen is ook een naam voor hetzelfde product. Ze worden sedert 1953 op de markt gebracht. Het heet voluit polyethyleentereftalaat, maar we kennen het beter als PET, van de flessen. Polyester is minder elastisch dan nylon.
Geschiedenis:
Ook deze kunststof is ontdekt in het laboratorium van Dupont. Een groep wetenschappers ging met deze uitvinding, waar Caruthers ook bij betrokken was aan de slag. In 1941 werd de eerste commerciele polyestervezel gecreeerd. Die heette Terylene. Dupont kocht in 1946 de rechten hiervan. En presenteerde kort daarna nóg een polyestervezel. die heette Dacron. Dacron kennen we als fiberfill.
Hoe wordt polyester, zijnde een synthetisch polymeer, gemaakt?
Polyesterpolymeren worden gemaakt door ethyleenglycol (afkomstig uit aardolie, smaakt zoet, maar is zeer giftig, het is een soort antivries) en tereftaalzuur te mengen. Tereftaalzuur wordt ook gemaakt uit paraxyleen, dat wordt gedestilleerd uit aardolie en vervolgens wordt gezuiverd. Tereftaalzuur kan worden gewonnen uit het polymeer Pet. Het meest voorkomende polyester voor vezeldoeleinden kennen we uit de PET flessen. Stoffen van polyester zijn sterk.
Welke voorbeelden van toepassingen…
Ik noemde al Terylene en Dacron, Dralon, Tergal, Terlenka, Textileen, Trevira.
. - COMBINATIES VAN VEZELS
16 a – natuurlijke vezels: Voor mij was het nieuw te lezen dat er één soort textiel van natuurlijke vezels bestaat die een mengvorm is én die een eigen naam heeft: bombazijn of bombazijde. In Belgie noemt men het fustein. Er bestaan meerdere varianten: de lengtedraden in het weefsel zijn van zijde en de breedtedraden zijn van wol. De lengtedraden kunnen ook linnen zijn en de inslagdraden zijn van ongetwijnde katoen. Bombazijn kan ook aan één kant geruwd zijn: dan noemt men het moleskin. (wikipedia-bombazijn)
16 b – combinatie van natuurlijke vezels en synthetische vezels.
Ook bombazijn bestaat inmiddels met lengtedraden van viscose of rayon. Daarmee is het een voorbeeld van een textiele stof die is gemaakt uit een combinatie van draden met twee herkomsten: de fabriek en de akker of de boerderij.
Men noemt het op verkoopsites menggaren of blends of stof van Italiaanse kwaliteit 🙂 of gordijnstof :-).
We kunnen het niet verzinnen of het bestaat: linnen met synthetisch, wol met ….
In de voorlichting, die vaak tegelijktijd reclame is, worden voordelen genoemd als: linnen kreukt minder snel als er een synthetisch draadje is bijgevoegd. Alleen…als dat linnen draadje is versleten, kunnen we er dan nog iets anders van maken? Wol met acryl: ik denk dat die combinatie veel voorkomt. Ik neem aan dat acryl goedkoper is om te produceren, dus de winstmarges zullen hoger zijn.
16 c – mengingen van synthetische vezels.
Vaak wordt als kenmerk van deze stoffen verteld dat je ze niet hoeft te strijken en dat zij bij lage temperatuur gewassen kunnen worden. - Elastan is meer bekend onder de handelsnaam Lycra, Dorlastan en stretch (suitableshop.nl) en spandex.
Elastan is een elastische kunstvezel, een elastomeer garen dat regelmatig wordt verwerkt in kleding en ondergoed. Het wordt vaak gecombineerd met andere vezels zoals katoen, polyester of nylon om de eigenschappen van textiel te verbeteren.
De productie begint met het produceren van een vloeibaar soort plastic, genaamd polyurethaan (PUR). Bij Nemokennislink.nl staat over de productie van polyurethaan.(het is een polymeer) Polyurethaan zit in lak, matrassen, in douchegordijnen. Er gaat jaarlijks vijftig miljard dollar om in de productie.
Nemokennislink.nl: PUR staat voor polyurethaan, een molecuul dat je kunt maken door isocyanaat (een zuur) en een polyal (een stof met meerdere alcoholgroepen van zuurstof en waterstof) met elkaar te mengen.
Deze stoffen gaan een chemische reactie met elkaar aan en vormen een polymeer oftewel: een samengesteld molecuul.. Om van dit polymeer het bekende schuim te maken voegen de producenten een vloeistof toe die door de warmte van de reactie gaat ‘koken’ en bellen gaat vormen. Deze bellen herkennen we wel uit de luchtige structuur.. PUR is veelzijdig maar het productieproces is niet bepaald milieuvriendelijk. Het bestaat uit de stoffen polyal of polyol en isocyanaat. Polyol komt uit fossiele brandstoffen en isocyanaat maak je met fosgeen, een enorm gistig gas. ZIE NEMO KENNISLINK Via een zeef maken ze lange dunne draden. Door deze onder te dompelen in chemicalien stollen ze. Om de elasticiteit blijvend te maken worden ze nogmaals opgewarmd en afgekoeld. Het eindproduct zit op een spoel of op een bol: elastaan die verwerkt kan worden in kleding. (www.suitable.nl)
Kleding met elastaan is ook vormvast. De stof schiet terug in de oorspronkelijke vorm en beweegt soepel met je mee. Vervolgens worden ze de draden door voorverwarmde rollen getrokken om ze elastischer te maken
Ik denk dat in alle skinny kleding wel elastaan is verwerkt. De kunstvezel bestaat sedert begin jaren 60. Het is uitgevonden door Dupont en wordt verkocht onder de merknamen Lycra en Dorlastan. De Engelse benaming voor elastaan is spandex. Het is een synthetische vezel die uitzonderlijk elastisch is. Elastaan is het hoofdbestanddeel van microfiber= microvezel. Het andere bestanddeel van microfiber is polyamide. (info: hemd voor hem.nl) Microfiber wordt gebruikt in nylon en kevlar. Het wordt gebruikt in onderkleding, meubels en schoonmaakproducten. Oh ja, dat was een aantal jaren geleden nieuw: schoonmaakdoekjes met microvezels. - LATEX
Bij de fabricage van latexdraad wordt gebruik gemaakt van het spuitprocedé, waarbij men de latex uitspuit *) door kleine ronde openingen in een bad van azijnzuur, waardoor de latex als een draad stremt.
De latexdraden worden in de textielindustrie met een draad van zijde of katoen omsponnen en verwerkt in badpakken, corsetten, bretels en ander textielgoed. (kennis cultureel erfgoed.nl.)
Er bestaat natuurrubber en synthetische rubber. Natuurrubber is het elastische product dat verkegen wordt uit diverse tropische gewassen, met name de rubberboom.
De geschiedenis rond het winnen van rubber is verschrikkelijk gruwelijk, misschien nóg gruwelijker (wat in Congo is gebeurd….) dan rond de productie van katoen.
Ik twijfelde wel even: hoort rubber ook bij textiel? Maar dan herinner ik mij hoe ik in het Textielmuseum bij de tentoonstelling Makers on Materials het item over autobanden bekeek.
De maakster spreekt over de stad Clermond Ferrand, waar heel de stad, de infrastructuur, de huizen, de scholen, de bieb en heel de cultuur was gebaseerd op de Michelin fabrieken: de producent van autobanden.
Er wordt verwezen naar een project uit 2019, maar dat lijkt wel reclame voor, is in ieder geval gesponsored door een andere grote bandenfabrikant dus daarom schrijf ik er verder niet teveel over.
*) Voor het eerst wordt het woord ‘spinnen’ niet meer gebruikt. Bij de andere synthetische stoffen wordt, volgens mij ten onrechte, gesproken over het spinnen van de draad. Bij latex gebruikt men de term spuiten.
Over latex is op internet veel informatie te vinden. Ik noem u de namen van de sites.
http://www.kunststof overal.nl
www. Wikipedia – rubber.
natuurrubber/Rijksdienst voor het cultureel erfgoed-kennisbank – de eerste rubber werd door de Maya’s ontdekt en ontwikkeld – geschiedenis tot en met charles goodyear – zaden gestolen en naar Engeland gebracht – synthetische rubber in 1954. – verwerkingen en toepassingen
Wat is geen sóórt textiel, maar een verwerkingstechniek?
Satijn is een manier van weven: je kunt katoen of linnen of zijde op een bepaalde manier weven, zodat een speciale glans ontstaat. Die weeftechniek levert satijn op.
Flanel is eveneens een weeftechniek: de vezels worden na het weven geborsteld, zodat een zacht bovenlaagje ontstaat.
Denim is ook een weeftechniek. De lengtedraden zijn van een andere kleur dan de inslagdraden. Daarom is een spijkerbroek aan de binnenkant wit. De inslagdraden zijn geverfd met indigo-kleurstof. Ze worden geweven volgens een patroon van één op, twee neer. Bij de volgende ‘regel’ in het weefwerk verschuift het patroon één steek. Zodoende ontstaat een soort schuinte in het weefsel.
Keper is ook een weeftechniek.
Fluweel is meestal van katoen, maar vooral is het een weeftechniek
Ribfluweel is een weeftechniek.
Moleskin is zeer dicht katoenen weefsel dat zacht en slijtvast is en in sommige gevallen winddicht. De naam is afgeleid van het feit dat het aanvoelt als de pels van een mol.(wikipedia – moleskine)
Seersucker is een katoenen stof die er gebobbeld uitziet. Dat komt door het gebruik van dunne lengtedraden, terwijl de inslagdraden wisselen van dikte zijn.
Tricot betekent dat het garen is gebreid.
Jersey is eveneens gebreid. Het is het Engelse woord voor tricot. De stof van een T-shirt is gebreid.
Tricor en jersey rekken dus enigszins. Dat komt door de breitechniek: het garen heeft een soort speelruimte. Een T-shirt is vaak van 100% katoen en gebreid.
Een raglan trui betekent: een trui waarvan de mouwnaden schuin omhoog naar de hals lopen. Raglan zegt dus iets over het model. niet over de stof of het materiaal.
Chemische textielfabrieken in Nederland
In 1913 begon begon in Arnhem de productie van rayon garen. Omdat het moeilijk was voldoende personeel te vinden, bouwde Jaques Hartogs in 1922 een tweede fabriek in Ede. De werknemers voor deze fabriek werden vanuit verre streken aangevoerd. Deze fabriek bleef tachtig jaar bestaan. Er werd onder andere de ENKA-zeem en spons gemaakt.
De voormalige De fabriek in Arnhem werd de ENKA: eerste Nederlandse Kunstzijde Fabriek Arnhem (zie wikipedia) Deze groeide uit tot chemiecomplex heeft inmiddels grotendeels plaatsgemaakt voor een nieuwbouwwijk. Twee schoorstenen en een aantal fabrikesgebouwen zijn blijven bestaan. de chemie-multinationale AKZO.
De eerste vestiging van Dupont in Nederland: op de site Dupont Nederland vertelt men trots over stoffen, vezels en non-wovens, die zij al ‘meer dan 40 jaar’ leveren. Dupont is gevestigd in Dordrecht.
Opmerkelijk (en voor de consument ondoorzichtig) dat iedere fabriek een eigen naam geeft aan zijn product. Zo noemt Dupont het product dat is gemaakt van de taaie aramide vezel kevlar En Akzo noemt datzelfde product Twaron. Beide producten worden gebruikt in kogelwerende vesten en er worden valhelmen van gemaakt. (valhelmen/textiel?)
En…ze gaan werken met afkortingen
Ik zei al: er is iets mis met de definiering en daarmee met de afbakening van kennisterreinen. Om dat alles nog wat ingewikkelder te doen lijken, wordt er nu gewerkt met afkortingen. In ieder EU-land ook een andere afkorting. Ik schrijf braaf op welke ik heb gevonden. (wordt vervolgd)
Anni Albers – Fleischmann

Tekening van De Draad, door Anni Albers. Uit onze tijd is zij de eerste textielkunstenares die erkenning kreeg vanuit de moderne-kunst-wereld. Zij was de eerste textielkunstenares die een tentoonstelling kreeg in het MoMa in New York. In 2022-2023 was een tentoonstelling met haar werk te zien in het Kunstmuseum in Den Haag. Er verscheen een mooie catalogus bij die tentoonstelling. Deze tekening was het omslag van de catalogus.
Daarom voor nu twee verwijzingen naar You Tube filmpjes: Navajo rug weaving valley. Het handelt over het weven van een tapijt, maar het spinnen van de draad komt eveneens duidelijk aan de orde. En het tweede filmpje is Navajo Weaver Clara Sherman: carding en spinning. Het belang van het vooraf kaarden (= kammen = het leggen van de vezels in dezelfde richting) van de wol wordt duidelijk zichtbaar.
Literatuur:
Boek: De Gouden draad – hoe stoffen geschiedenis schrijven 2018 – Kassia St. Clair – Meulenhoff – ISBN 978-90-290-9333-0. Is ook te koop als E-book – blz 235 – 255 – Hoofdstuk: arbeiders in de fabriek.
Wikipedia: natronloog, polyamide. Algemene Kunstzijde Unie Arnhem
Rijksoverheidhttps://waarzitwatin.nl>stoffen. en Waar zit wat in.nl> nylon.
Hoe maak je nylon/bijsaarthuis.nl – stoffenkennis – polyamide (nylon) bijSaar thuis Haarlem
Wat is een polymeer? mrchadd.nl
Wat is synthetisch? http://www.vitakruid.nl
Bijsaarthuis.nl
goodonyou – eco.
vnpolyfiber.com/wat-is-polyester-fabric.
Wikipedia: floeem.
bymaeve.com. – Fabric Guide.
Hemd voor hem.com
Een blad als ARIADNE is nog te koop bij Tweedehandswerk.nl
Informatie over hennep is afkomstig van: ecotex.nl
Verantwoording over de keuze voor de sites:
ik maakte ook gebruik van de voorlichting die kledingbedrijven bieden over de stoffen van hun kleding. Dat zijn eigenlijk commerciele sites. Ik meen dat ik zoveel mogelijk de info heb gebruikt, waarvan ik kon herleiden dat ze overeenkomen met de realiteit.
Laatst bewerkt: 19 – 10 – 2024
