Inhoud – Definitie van weven – We weven al vanaf het begin van ons bestaan – De rol van vrouwen bij het weven – Voorwaarden vooraf om te spinnen – Vikingen en wol – Een yurt van vilt. Weven nu.
Definitie van weven:
Weven is het vervlechten van horizontale (groepjes) draden met verticale (groepjes) draden. Via deze werkwijze ontstaat een lap stof, die we textiel noemen. Het is een zeer oude techniek, waarvan veel varianten bestaan. De draden waarmee textiel wordt geweven kunnen van diverse oorsprong zijn. Materialen met een oorsprong uit de natuur zijn: wol en zijde zijn dierlijke vezels. Vlas, katoen, hennep hebben een plantaardige oorsprong. Zijde wordt als draad kant en klaar gemaakt. De andere vezels dienen eerst nog tot een draad te worden gesponnen, voordat men ermee kan weven.
Ook met zijde kan men weven. Zijde hoeft door de wevers enkel afgewikkeld te worden vanaf de cocon. Vaak was dat afwikkelen een apart beroep: haspelaar.
De draden in verticale richting heten de scheren. De horizontale draden heten de inslagdraden. De draden worden tegen elkaar aangedrukt door een kam, genaamd een riet.
We weven al vanaf het begin van ons bestaan
In China was duizenden jaren geleden al handel in geweven zijden stoffen. Waarschijnlijk komen de allereerste weeftoestellen dan ook uit China vandaan. De technische verbeteringen van de weefgetouwen, zoals bijvoorbeeld een trapweeftoestel, zijn steevast afkomstig uit China.
De verbeteringen dateren van enkele duizenden jaren geleden. Bij een trapweeftoestel (stel je daar pedalen bij voor zoals bij een piano) hoef je niet meer met je draad op en neer langs de gespannen draden te gaan, maar bij de heengaande handeling met de draad komen de even lengtedraden omhoog en op de terugweg de volgende trap komen de oneven lengtedraden omhoog.
In streken zoals de onze was een weefgetouw pas veel en veel later gangbaar. De allereerste manier om te weven was via gewichten: de lange draden werden strak getrokken en gehouden door ze te verzwaren met een steen. De lange draden werden over een horizontale tak gehangen en dan kon je er met je vingers een horizontale draad weven tussen de verticaal ‘gespannen’ draden. Deze manier van weven bestaat al bijzonder lang, wellicht meer dan 7000 jaar. (Bron: Weverijmuseum Geldrop) Een gewichtengetouw bestaat al 5000 jaar.
In Zuid-Amerika weefde men smalle banden, min of meer de breedte van een riem. Die smalle banden konden met elkaar worden verbonden door ze over de lengte aan elkaar te naaien. (zie: goldenhaand.nl). Ook dit weefwerk, waar de weefdraden eerst gesponnen worden van (vaak) alpacawol, kent een duizendenjare oude traditie.

Drie voorbeelden van een weefgetouw met gewichten. De Engelse term is: warp-weighted loom.
Deze foto is afkomstig van de foto-wand uit het Weverijmuseum in Geldrop.
De rol van vrouwen bij het weven
De invalshoek bij dit hoofdstukje is: hoe verdween het weefambacht uit de huiselijke cultuur en hoe groot was de rol van vrouwen bij de productie van lappen stof? Mocht u een praktische vraag hebben over ‘Hoe gaat weven?’ dan verwijs ik u naar de links onderaan dit hoofdstuk.
Er bestaan al diverse sites waarop dat wordt uitgelegd.
Weven is een interessant ambacht, een schoolvoorbeeld van een vaardigheid die zowel supersimpel als megacomplex kan zijn. Eén aspect blijft vaak onvermeld: wat was de rol van vrouwen, onze voormoeders bij het weven? Hoeveel tijd zal het hebben gevraagd? Werd er dermate veel tijd aan besteed dat we kunnen spreken van een over het hoofd geziene rol? We kennen de vrouwenrollen van muze, van verzorgster, van schoonmaakster, van moeder en….tja, dat is het wel zo’n beetje.
Kunnen we spreken over vrouwen als economische basisfactor van belang, omdat ze het zeer gewilde, kostbare en vooral onmisbare textiel konden maken?
Ook nu nog vraagt zelf iets maken (of het nu een kastje, een trui of een appeltaart betreft) veel tijd.
In het artikel van Jozef Klein wordt de informatie over arbeidstijd op een presenteerblaadje aangereikt:
In West Falen (tussen Aken en Dusseldorf) is een weefgetouw gevonden van 500 voor Chr. (ongeveer 100 voormoeders geleden). Het is een soort langwerpige schuur, waarvan de vloer en de muren worden gevormd door een uitgegraven rechthoekige kuil. Alleen het langwerpige dak, gevormd door takken en leem stond boven de grond.

In het artikel staat bijgaande tekening van het weefgetouw dat men kon maken ongeveer 500 voor Chr.
Evenals de weefactiviteit en/of weefpatronen: ik vind de constructie zowel eenvoudig als geniaal bedacht.
De lengtedraden worden verzwaard met gewichtjes.
In het artikel staat een duidelijke tekening van het weefgetouw dat werd gebruikt: ook het weeftoestel is tegelijk eenvoudig en ingewikkeld.
Een doek ( 1,5 x 1,5 meter) met een draaddikte van bijna één millimeter en een weefdichtheid van 11 draden per cm vraagt om minimaal 50 – 80 werkuren. In een voetnoot bij het artikel wordt verteld dat de berekeningen zijn gebaseerd op een vondst uit de derde eeuw na Chr, 85 voormoeders geleden. Hoewel men ervan uitgaat dat de arbeidsproductiviteit toeneemt, blijft onbetwist dat weven en spinnen extreem tijdrovende werkprocessen waren.
Niet vergeten: dan héb je dus al het garen, dat nodig is om de lengtedraden van het weefgetouw op te spannen, gesponnen. Eenvoudig te berekenen: voor dat doek zijn 11 draden per centimeter x 150 cm lengte – 1650 meter draad nodig, alleen al om de lengtedraden (schering) op te spannen. Voor de breedte heb je dan minimaal nog eens zoveel nodig. Dat maakt dat je een draad van 2300 meter nodig hebt. Zo’n draad breekt wel eens, dus ik rond het naar boven af en maak er twee-en-een-halve-kilometer van.
Het is niet gek dat er werd geweven, en waarschijnlijk ook gesponnen, in een aparte ruimte. Ik zat wel eens op een cursus spinnen. Als je spint met wol of met linnen, dan draai je vezels steeds rond en in elkaar: dan geeft echt veel stof. Ook nu heb je een aparte kamer nodig als je wilt weven.
Ik las al eens dat het spinnen van de wol voor een trui meer uren vraagt dan het breien. Dat komt ook terug in de uren die Jozef Klem schat voor het spinnen: tussen de 70 en 100 uur.
Dus een snelle spinster/weefster heeft 120 klokuren nodig om een lap linnen van 150 bij 150 cm. te spinnen en te weven. En een langzame spinster en weefster hebben er 180 uren voor nodig. De gewichten voor de weefgetouwen werden gevonden in de graven van de vrouwen. Reden waarom historici aannemen dat de productie van textiel een vrouwspecifieke activiteit was.
De woningen waar het weefgetouw stond was met sloten beschermd. Huidige historici gaan er bij de Saksische nederzetting van uit dat de textielproductie bestemd was voor persoonlijk gebruik.
Het bereiden van de grondstof vlas is bijzonder arbeidsintensief.
Het voorbereidende werk (het zaaien van de vlas, het oogsten) het maken, in elkaar zetten van het weefgetouw: het kan niet anders of de textielproduktie speelde een voortrekkersrol in alle plaatselijke productiesectoren.
Bron: internetportaal “Westfaalse geschiedenis/weefgetouw in een Saksisch mijnhuis” lwl.org. door Jozef Klem. Ook de beide illustraties zijn afkomstig uit dit artikel.
Voorwaarden vooraf om te spinnen
Oké, spinnen en weven vroegen dus veel tijd. Maar….de ingrediënten, de voorwaarden om te beginnen met spinnen vroegen eveneens investeringen in tijd, deskundigheid en organisatie.
In dit artikel beschrijf ik globaal wat bij twee materialen, wol en linnen, vooraf nodig is om tot spinnen te komen.
De Egyptenaren waren meesters in het maken van linnen en bijvoorbeeld de Vikingen waren meesters in het maken van wol. De zeilen van de Vikingen waren van wol.
Voor wol heb je schapen nodig. Niet alleen verschilt de kwaliteit van de wol per schaap, maar ook geeft iedere plek op een schapenlijf een andere kwaliteit wol. Die wol dien je dus te sorteren: wol met lange vezels reserveer je voor de lengtedraden, ook ketting- of scheringdraden genoemd.
Voor de wol voor de inslagdraad kun je kortere vezels gebruiken.
De wol dient te worden gewassen of uitgespoeld. Wol die rechtstreeks van het schaap komt, kun je gewoon vies noemen. Nadat de wol is gespoeld zitten er nog wel takjes of zand in, die worden er uitgeslagen. Daardoor wordt de wol luchtiger zodat je kunt gaan uitpluizen: je maakt er als het ware een wolk, een grote pluis van. Dan haal je er met een kam de lange vezels uit. Die lange vezels worden allemaal in dezelfde richting gekamd.
En dan kan je gaan spinnen.
Dus degene die spint, heeft constant iemand bij zich die de voorbereidende werkzaamheden voor het spinnen verricht. Dat kun je ook zelf doen :-), dan ben je bent zelf dagen, weken bezig om de voorbereidende werkzaamheden uit te voeren.
In de Kantfabriek las ik ooit dat spinnen een werk was voor de winter.
Bij het projekt ‘Van Kade tot Zelfkant’ (zie de pagina met links) was wol van vijfentwintig schapen nodig om twaalf meter stof van 60 cm.breedte te weven. Dus voordat je de schapen kunt gaan scheren, heb je ook nog maandenlang een kudde bij elkaar gehouden en naar grazige weides geleid.
En dan linnen:
Hoe mooi: een vlasveld. De blauwe bloempjes die alleen in de ochtend openstaan. Vlas groeit snel: het duurt slechts honderd dagen van zaaien naar oogsten.
De vlasplant wordt uit de aarde getrokken. Op die manier blijft de lengte van de stengel zo lang mogelijk. Het is een vak om dat op precies het juiste moment te doen: te vroeg dan zijn de binnenste vezels nog te fragiel. Te laat dan krijg je dikke vezels: die geven een dik weefsel.
Het is een prachtig gezicht: de beige stengels met de bruine wortels met de kleine bolletjes, de voormalige bloempjes, waar het zaad (lijnzaad) uit komt, die wekenlang in evenwijdige rijen wekenlang liggen te rotten op het land.
In september worden de rottende stengels verzameld. De stengel van de plant is dan houterig geworden. Pas na vele handelingen en bewerkingen en breekt de houterige buitenkant in stukjes, waarna de binnenste vezel overblijft.
Ook hier, net als bij wol: de lange vezels zijn geschikt om te spinnen. Die langere vezels worden ook hier gekamd, zodat alle vezels in de juiste richting liggen om te worden gesponnen.
Van de korte vezels wordt papier gemaakt.
En dan 😊kan men beginnen met spinnen.
De info van dit hoofdstuk komt grotendeels van Libeco. Het is een commercieel bedrijf, maar het bestaat al 160 jaar en de produktie is transparant en ze leggen op hun site uit wat nodig is om linnen stof te maken. Vanzelfsprekend zet men waar mogelijk machines in.
Oké, spinnen en weven vroegen dus veel tijd. Maar….de ingrediënten, de voorwaarden om te beginnen met spinnen vroegen eveneens investeringen in tijd, deskundigheid en organisatie.
In dit artikel beschrijf ik globaal wat bij twee materialen, wol en linnen, vooraf nodig is om tot spinnen te komen.
De Egyptenaren waren meesters in het maken van linnen en bijvoorbeeld de Vikingen waren meesters in het maken van wol. De zeilen van de Vikingen waren van wol.
Voor wol heb je schapen nodig. Niet alleen verschilt de kwaliteit van de wol per schaap, maar ook geeft iedere plek op een schapenlijf een andere kwaliteit wol. Die wol dien je dus te sorteren: wol met lange vezels reserveer je voor de lengtedraden, de ketting- of de scheringdraden. Voor de wol voor de inslagdraad kun je wat kortere vezels gebruiken. De wol dient te worden gewassen of uitgespoeld. Wol die rechtstreeks van het schaap komt, kun je gewoon vies noemen. Nadat de wol is gespoeld zitten er nog wel takjes of zand in. die dient er uitgeslagen te worden. Daardoor wordt de wol luchtiger zodat je kunt gaan uitpluizen: je maakt er als het ware een wolk, een grote pluis van. Dan haal je er met een kam de lange vezels uit. Die lange vezels worden allemaal in dezelfde richting gekamd.
En dan kan je gaan spinnen.
Dus degene die spint, heeft constant iemand bij zich die de voorbereidende werkzaamheden voor het spinnen verricht. Of: je bent zelf dagen, weken bezig om de voorbereidende werkzaamheden uit te voeren. In de Kantfabriek las ik ooit dat spinnen een werk was voor de winter.
Bij het projekt ‘Van Kade tot Zelfkant’ (zie de links) was wol van vijfentwintig schapen nodig om twaalf meter stof van 60 cm.breedte te weven. Dus voordat je de schapen kunt gaan scheren, heb je ook nog maandenlang een kudde gevoederd.
En dan linnen:
Hoe mooi: een vlasveld. De blauwe bloempjes die alleen in de ochtend openstaan. Vlas groeit snel: het duurt slechts honderd dagen van zaaien naar oogsten.
De vlasplant wordt uit de aarde getrokken. Op die manier blijft de lengte van de stengel zo lang mogelijk.
Het is een prachtig gezicht: de beige stengels met de bruine wortels met de kleine bolletjes, de voormalige bloempjes, waar het zaad (lijnzaad) uit komt, die wekenlang in evenwijdige rijen wekenlang liggen te rotten op het land.
In september worden de rottende stengels verzameld. De stengel van de plant is dan houterig geworden en breekt in stukjes, waarna de binnenste vezel overblijft.
Ook hier, net als bij wol: de lange vezels zijn geschikt om te spinnen. Die langere vezels worden ook hier gekamd, zodat alle vezels in de juiste richting liggen om te worden gesponnen.
Van de korte vezels wordt papier gemaakt.
En dan 😊kan men beginnen met spinnen.
De info van dit hoofdstuk komt grotendeels van Libeco. Het is een commercieel bedrijf, maar het bestaat al 160 jaar en de produktie is geheel transparant en ze leggen op hun site heel goed uit wat nodig is om linnen stof te maken. Machinaal, natuurlijk met behulp van werknemers.
Maar wat mij betreft, mogen we ons realiseren: voordat een bedrijf als dit bestond deden onze voormoeders het.
Weven en Bauhaus: Otti Berger
Bauhaus was een opleidingsinstituut in Duitsland. Het bestond van 1919 – 1933.
Zoals in Engeland de Arts en Craftsbeweging bestond zo wilde men in Duitsland ambachtelijke techniek verenigen met kunstzinnige principes. Tussen het beroep kunstenaar en ambachtsman bestond geen wezenlijk verschil, vond men.
Er werden bijvoorbeeld meubels ontworpen en geproduceerd: eenvoudig, strak en multifunctioneel. Mensen als Paul Klee en Kandinsky waren docent. Bauhaus was en is een begrip in de cultuur.
Alleen…in de praktijk kregen vrouwen bij de toelatingsprocedure steevast het dringende advies om zich toch vooral in te schrijven voor de textiel-opleidingen.
Hun bijzondere talent voor weven was opvallend, oordeelde de toelatingscommissie.

OTTI BERGER – Kroatië 1898 – 1944 Auswitz
Ook Lotti Berger kreeg, na haar kunstopleiding in Zagrep dat textieladvies. Ze werd textielkunstenares en ook docent bij Bauhaus.
Wikipedia: ‘Samen met Anni Albers en Gunta Stölzi (de enige vrouwelijke docente van Bauhaus) verzette Berger zich tegen het begrip van textiel als een vrouwelijke ambacht.
Ze schreef over stoffen, een proefschrift over Zweedse weefverbanden.
Ze wilde kunststoffen serieus nemen als materiaal om mee te weven.
Otti Berger was invloedrijk. Ze ontwierp onder ander voor De Ploeg, voor De Bijenkorf en voor Metz en Co. Haar werk is door vele musea aangekocht.
nasjonalmuseet.no – Otti Berger en de Scandinavische landen.
Leven op de steppen in een yurt van vilt
In onze geschiedenis als mens zijn we gestart als jagers-verzamelaarsters. Langzaam maar zeker gingen we ons vestigen, deden de landbouw en veeteelt vanuit een vaste woonplek hun intrede. Maar er was eveneens sprake van een net iets andere leefvorm, die we nog steeds kennen, bijvoorbeeld in Mongolie en ook in Afrika, in Noord-Scandinavie
Zoals de vrouwen bij de Vikingen fantastische zeilen konden maken, zo maakten de vrouwen in Centraal-Azie ‘een koepelvormige hut, bedekt met zware vilten matten. Het is de ideale woning in een extreem landklimaat. Het vilt is met vet waterdicht gemaakt, beschermt zowel tegen hevige kou als tegen hitte. Door de ronde vorm heeft wind, zelfs storm, geen vat op de constructie. Het geraamte kan in een uur worden opgezet. Binnen liggen geweven vloerkleden, vilten matten en er hangen wandtapijten. Langs de wanden staan kisten en hangen voorraadzakken. Ook hangen er kleden en tassen’ met huisraad aan de wanden. Het duurt zo’n 25 dagen om een yurt te maken, waarna deze 25 jaar dienst doet.’ (Informatie Wikibooks)
Weven nu
Weven is een eenvoudige techniek.
Neem een kartonnetje. Wikkel er een lange draad verticaal omheen. Neem een andere draad, een naald erbij is makkelijk, en maak horizontale rijgsteken. Aan het eind zorg je dat je om de laatste verticale draad heen rijgt. Vervolgens rijg je weer terug. En vervolgens ontstaat een lapje. Als je een beetje lette op mooie kleuren, dan is het al snel een leuk lapje.

Maar weven kan ook superingewikkeld zijn. Neem bijvoorbeeld de weefwerken van Petra Blaisse. U kunt ze bewonderen in de entree van het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Over de weeftechniek (tekst afkomstig uit de informatie naast het weefwerk van het Stedelijk Museum): ‘Het werk bestaat uit veertien verschillende weefsteken en is geweven met een ‘Wilton broad loom’techniek. Deze techniek is gekozen, omdat hiermee complexe bindingen en structuren (platweef- en lussenpool structuren) gecombineerd kunnen worden.”
Vervolg citaat: ‘ Uniek aan de toepassing van deze weeftechniek in dit wandkleed is dat steken ook onder de grondbinding kunnen liggen. Deze worden ‘slapende garens’ genoemd. Bijzonder is ook dat het wandkleed niet is opgebouwd uit een (zich herhalend) patroon, ‘maar dat het één uniek patroon van 200 vierkante meter is.
Door de grote hoeveelheid ‘slapende garens’ in de platweefstructuren van dit werk moeten de tijdelijke inslagdraden met zogenoemde ‘ribben’ (een grid van tussenpolen) bij elkaar gehouden worden, iets wat niet meer automatisch gebeurt als je platbindingen toepast. Deze ‘ribben’ geven het ontwerp zijn opmerkelijke basisstructuur en kleine bakstenen, welke verwijzen naar de buitengevel van het oude Stedelijk.
Het bureau en de site van Petra Blaisse heten: inside Outside. Ook bij wikipedia staat een artikel over haar.


Er zijn veel textielkunstenaars die weven, bijvoorbeeld Sheila Hicks. Bijgaand twee omslagen van het tijdschrift WEVEN
LITERATUUR
- een kleine geschiedenis van de wereld aan de hand van schapen door Sally Coulthard.
blz. 150 – 155. - De gouden draad – Kassia St. Clair, blz 117 – 135
- Wikipedia: Vikingen
- Wikipedia – bauhaus
- Nationalmuseet.no : Otti Berger en de Scandinavische landen.
- http://www.medieval.eu/vikingsails
- Over weven in Zuid-Amerika: om tradities te behouden: https: golden haand.nl . Het is waarschijnlijk een artikel uit Handwerken Zonder Grenzen. nr. 127. Centrum voor traditionele textiel – cuzco.
- Wikibooks: nl.m.wikibooks.org. Economie/Geschiedenis van het economisch leven.
- Weverijmuseum Geldrop – ik maakte foto’s van de fotowand in dit museum.
- Via Weefnetwerk.nl kun je 4x per jaar een tijdschrift over weven lezen.
INFORMATIEVE FRAGMENTEN UIT T.V. PROGRAMMA’S
In het programma van Ilja Gort (Gort over de grens – Frankrijk) werd op 25 juli 2025 een aflevering uitgezonden over de Route Napoleon.
In deze uitzending gaat de presentator op bezoek bij een mevrouw die zorgt voor geiten met merinowol. Haar moeder weeft de merinowol op een traditioneel weefgetouw. Ze laat zien hoe het werkt: met pedalen, met een schietspoel.
De presentator mag het ook proberen; zo wordt duidelijk hoe zo’n traditioneel weefgetouw werkt.
Op woensdag 19 november 2025, aflevering 175. Het t.v. programma Binnenste Buiten.
Olivia De Ruyter en haar moeder Loes, die afkomstig is uit De Molukken hebben een IKAT Weverij in Amsterdam Oost. Ikatdoeken zijn traditionele doeken met een symbolische betekenis uit Indonesie. In het programma zijn ook voorbeelden te zien van weven waarbij de lengtedraden strak worden getrokken vanuit het lichaam van de weefster en er is een voorbeeld te zien van het verven met Indigo.
Laatst bewerkt: 22 november 2025
